28 november 1998 

(Vandaag hebben we 13 jaar van gezalfde boodschappen. Ik was de hele dag in meditatie, mediterend over hoe al deze onverdiende genaden aan mij werden gegeven. Ik zei: “niemand heeft zoveel genegenheid in Gods Ogen gevonden in de ellendige toestand waarin ik werd aangetroffen; God heeft groot medelijden met mijn ziel gehad; de Koning der koningen heeft mij in Zijn Koninklijke Hofhouding gebracht; Hij heeft mij bij mijn naam geroepen, en mij uitgenodigd aan Zijn grote feestmaal en mij behandeld met koninklijke vrijgevigheid; dan, alsof dit alles Zijn ijver om mij tevreden te stellen niet leek te bevredigen, heeft Hij, de Koning der koningen, mij, vanuit Zijn overdadige en uitbundige liefde voor mij, te allen tijde de bevoorrechte toegang verleend tot Zijn Koninklijke Tegenwoordigheid; om vrij Zijn Koninklijke Hoven in en uit te gaan; mijn ellende en naar het leek mijn nietigheid hadden Zijn gunst gewonnen; in Zijn beslissing om mij te redden heeft Hij mij hemel en aarde en alle wonderen die onder de hemel zijn geopenbaard; en zo, om Zijn Heilige Naam te prijzen, leerde onze Heer en God mij hoe Zijn Naam te bezingen;”) 

O Heer,
hoewel de Dood mij in het gezicht staarde,
heeft Uw grote Macht mij gered;
U verleende Uw koninklijke Scepter
aan wat niet bestond[1];
moge ieder de Macht van Uw Naam en Scepter voor altijd gedenken;
U hebt, met vreugde, aan mijn ellendige ziel
Uw Rijkdommen en de eindeloze heerlijkheden van Uw Koninkrijk getoond;
U hebt mij nooit behandeld zoals mijn fouten verdienden
maar U had orders gegeven aan mijn engel en gezegd:
“neem haar; breng haar veilig en gezond thuis naar Ons[2] en naar Ons Huis …”
en dat deed hij …  

(Daarna, trok mijn engel  mijn aandacht. Ik vroeg hem, zoals  vroeger, iets voor mij te tekenen …)

dochter-van-de-Allerhoogste, vrede, vrede; ga binnen in de vreugde van onze Heer; wees gehoorzaam aan Hem alleen; ik, je engelbewaarder, bied je uit mijn hart deze roos aan; begrijp en leer onze Heer kennen; ga het Heilig Hart binnen; God heeft je geroepen en nu heb je vrede met God gesloten;

ik, Daniël, dienaar van God, droeg je naar de Allerhoogste; de hemel verheugt zich vandaag; kom, nader met vertrouwen de Troon van Genade;

ik, Daniël, zegen je, in de Allerheiligste Drie-eenheid;

Daniël-Dienaar-van-God; 

(De Vader boog vanuit de Hemel neer en naderde mij …) 

Mijn Vassula, niets behaagt Mij meer dan wanneer jij jezelf concentreert in Mijn Tegenwoordigheid; prijs Mijn Woord; Ik, God, kijk neer vanuit de hemel, in je kamer, bloem; je hebt Mijn Luister gezien, je hebt Mijn zoetheid geproefd en je hebt Mijn gunst verkregen; voordat de bergen geboren waren, voordat wat dan ook op aarde ontsproten was, had Ik jou gekozen, Mijn beminde, om een melodieus lied te zingen dat Mijn Naam, driewerf Heilig, eert en met Mijn Woord leven geeft aan de doden; Ik had je, Mijn kind, sinds je geboorte, onder de hoede van Mijn Engel geplaatst, om je te beschermen en je naar Mij te brengen; zie je? kan iemand zeggen: “God heeft Zijn Goddelijke Macht niet getoond; God is Zijn Liefde en Trouw niet indachtig geweest tegenover Zijn schepping?”

ach, Vassula, het zijn dertien geparfumeerde jaren geweest, dertien jaren van gezalfde Boodschappen aan jou toevertrouwd opdat jij aan de naties Mijn Wil verkondigt; Ik sprak en jij geloofde … Ik heb deze immense schat aan jou gegeven en heb jouw generatie gevuld met de geur van Mijn parfum, en elke ziel die het venster van haar hart voor Mij opende, werd vanbinnen en vanbuiten geparfumeerd, Mijn zoetheid drong zelfs door tot het merg van het bot en parfumeerde ziel, verstand en geest … wist je niet dat Ik, wanneer Ik beloof, ook volbreng?

Mijn kind, leun nu op hetzelfde Hart dat Mijn Zoon, Jezus Christus, het meest nabij is – en onthoud: Ik zal deze generatie bewerken en Ik zal hen doen begrijpen dat onsterfelijkheid wordt gevonden in het verwant zijn aan de Drie-ene God;  het is Mijn bedoeling elke ziel in een goddelijke en intieme vereniging van liefde te trekken, hen te vergoddelijken in Onze ene Substantie, en in Onze ene Wil … 

O glorie zij onze Drie-ene God,
God van hemel en aarde,
door wiens macht de hele schepping haar knieën zal buigen;
glorie zij Hem van generatie tot generatie in de Kerk; 

laten wij allen verkondigen:
er is één God, één geloof, één doopsel
en één God die Vader van allen is,
door alles en in alles;
en dat er één ware theologie is:
het  beschouwen van God
in Zijn Drie-ene Glorie en in Zijn Goddelijk Mysterie! 

wees gezegend; voor het aanschijn van de hele hemel, Ik, je Eeuwige Vader, zegen je en geef je de zalving van Mijn Goddelijke Liefde op je voorhoofd;     

[1] Figuurlijk bedoeld: Ik bestond niet totdat onze Heer mij deed herleven uit mijn geestelijke dood.

[2] De Drie-eenheid.