4 april 1997 

bloem-van-Mijn-Hart, luister naar Mijn woorden; Ik vraag je: geloof je in wat er staat geschreven in de Schrift? 

Waarom, Heer, natuurlijk geloof ik dat! 

geloof je dat God tot de mens kan spreken? 

U hebt mij begunstigd door tot mij te spreken, hoe zou ik dan niet kunnen geloven dat U tot mij hebt gesproken? 

vandaag zijn er velen van de Mijnen die in Mijn eigen Huis het zwaard tegen Mij heffen … opgeblazen van hoogmoed zeggen ze: “wij zijn goden;” ze maken er aanspraak op zoveel groter te zijn dan alles wat de mensen god noemen, zoveel groter dan alles wat wordt aanbeden, dat ze zichzelf op de troon zetten in Mijn Heiligdom en zich verbeelden God te zijn; elk woord dat door Mij is verkondigd, wordt juist door dezen afgewezen, maar het grote vuur is nu gereed om ze te verteren … zij maken er aanspraak op het Mysterie van Mijzelf te hebben begrepen;

er is een Middelaar[1] om de mens eraan te herinneren wat zijn plicht is; uit medelijden met hem, bidt Hij in plaats van de mens om te worden genezen en te worden gespaard voor de afgrond; dit alles doe Ik keer op keer voor de mens, zijn ziel reddend voor het eeuwige vuur en Ik laat het licht van het leven helder over hem schijnen …

om hun plannen te verbergen smeden deze mensen, die Mij dagelijks opheffen, in het duister hun plannen om de Stoel van Petrus omver te werpen en de Vicaris van Mijn Kerk tot zwijgen te brengen, alsook al diegenen aan wie Ik hun plannen heb onthuld en hun geloofsafval aan het licht heb gebracht; zij maken plannen in het duister om Mij tot zwijgen te brengen, zeggend: “wie kan ons zien? wie kan ons herkennen?” maar de eenvoudigen verheugen zich als ze Mijn Stem horen en herkennen; de armsten jubelen in Mijn Tegenwoordigheid;

– hun offers[2] voor Mij zijn nu een spot; waarom, omdat zij in Mijn Hoven echt het Voorwerp van Schande zijn geworden; deze boosdoeners in Mijn Huis speculeren erop Mijn Stem tot zwijgen te brengen; ze zullen proberen jullie allen een bevel op te leggen om de prachtige Werken van de Wijsheid te veroordelen; omdat dit[3] Werk van Wijsheid hoog verheven is als een lichtgevende banier en hun ongerechtigheid toont, is het hun voornaamste doelwit geworden; Mijn[4] eerlijkste erfenis is geworden als een vrouw die haar minnaar bedriegt …

en aan jou, wier oor Ik heb geopend om Mij te horen en Mijn leerlinge te worden, zeg Ik: vrees niet, verlang naar Mij als nooit tevoren, opdat het je zoete bedwelming wordt, aangezien het zoeter dan wijn zal zijn; achtervolg Mij, opdat je op het eind de Kennis van God zult vinden en Zijn Wijsheid; verlang naar Mij met heel je hart, net zoals een weeskind naar zijn ouders verlangt, verlang naar Mij met heel je hart; verheug je in niets anders op aarde noch in de hemel dan in Onze Drie-ene Tegenwoordigheid, laat je vreugde zijn dicht bij Ons te zijn Die je hebben uitgehuwelijkt aan Onze Heiligheid tot Onze Glorie maar ook tot jouw heiliging; 

Mijn God, mijn God,
nu is het de tijd om te handelen,
want Uw Wet is verbroken
en het kwaad wint aan macht in Uw Huis;
ik vind dat de Gruwel zich uitbreidt,
net als rivieren die buiten hun oevers treden,
overspoelt ze ons;
Drie-ene God en Garant van ons welzijn,
kom ons te hulp! 

Ik zal Mijn Belofte vervullen en je leed en je zorgen zullen tot een einde komen; vertel dus aan Mijn zonen en dochters dat Mijn Stem weldra van boven zal donderen en dat de fundamenten van de bergen zullen beven; nu deze kooplieden in Mijn Kerk hem omsingelen die Ik op de Stoel van Petrus heb geplaatst en  voor niets anders oog hebben dan om hem omvergeworpen te zien; ze lijken op een leeuw die in stukken wil scheuren, als een jonge leeuw ineengedoken in zijn schuilplaats;

Ik observeer juist diegenen die Mijn Stem[5] tot zwijgen willen brengen, elk van hun bewegingen, en het zien van hun bewegingen vervult Mij met afkeer; Ik sla Mijn trouwe dienaar[6] gade, terwijl zijn lippen eindeloze zegeningen uiten voor zijn vervolgers; Ik luister naar zijn stem terwijl hij in de rug[7] wordt aangevallen: 

“In Uw Liefde, mijn Verlosser, luister naar mijn smeken; mijn wrede vervolgers sluiten mij in, hoe ver zijn zij verwijderd van Uw Wet! Hier ben ik, opgestaan vóór de dageraad, om Uw hulp in te roepen: Salve Regina, Koningin, kom ons te hulp, miserere … kom ons te hulp, O God! Beschermer van de zielen kom ons te hulp;

“Madre de Dios, Bruid van de Heilige Geest, moge mijn roep Uw Tegenwoordigheid bereiken en Uw Moederlijk Hart raken; O Pure, gezeten bij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Hemelse Troon van God, neem het voor mij op en breng ons universele vrede … heb medelijden met ons … heb medelijden met Uw kinderen … ik open mijn mond, verlangend van hoop als U Uw mantel openvouwt en hem uitspreidt over de lijdenden, over de ellendigen, over de armen en de verlatenen; om ons te beschermen, geeft U ons stromen van Licht en Hoop, en mijn leed wordt verzacht; als een klein kind dichtbij zijn moeder, ben ik gerustgesteld, als een klein kind bij zijn moeder neem ik mijn toevlucht tot U en stel ik mijn hoop in U, Hemelse Troon van de Allerheiligste  Drie-eenheid;

“Middelares van alle genaden, red ons van de stormachtige vloed van de zonde, vermenigvuldig Uw genaden en keer de harten van de ouders naar hun kinderen en de harten van de kinderen naar hun ouders; O Moeder van de Goddelijke Liefde, ik vraag Uw Koninklijk Hart, altijd vol goedgunstigheid en goedheid, mij bij de Vader aan te  bevelen; ik zal geen verdiensten voor mijzelf tellen, daar U het was, mijn Garant, die, in Uw liefhebbende tederheid, die dag[8] mijn leven hebt gered, opdat ik de schapen aan mij toevertrouwd zou hoeden; Deugdzaam en Maagdelijk Hart van Maria, heb medelijden met Uw kinderen en open de Deur van Uw Hart voor de ballingen en werp Uw Licht over ons allen; 

“Moeder van de leerlingen, Moeder van de Triomf, Moeder van ongeëvenaarde Redding, Moeder van de profeten en de charisma’s, Moeder van de Ware Wijnstok, mogen mijn smeekbeden Uw Moederlijk Hart bereiken; in Uw Liefde, luister naar mijn roepen …

“mijn God, Behoeder van de zielen, ik stel mijn hoop op U … O God, hoezeer bemin ik Uw Wet! amen;” 

Verbreek dus nu Uw zwijgen, Heer,
neig Uw Oor naar zijn gebeden
en hoor wat hij zegt.
Zend ons van omhoog dit Levende Water
om ons te reinigen en ons te zuiveren. 

de dageraad zal komen na deze eindeloze nacht Vassula, Mijn vriendin, en de Glorie van Onze Drie-ene Heiligheid zal schijnen; 

(Onze Heilige Moeder spreekt:) 

en Ik, je Heilige Moeder, groet je, Vassula; ja, Onze Harten[9] zullen opkomen als de dageraad om de aarde op te helderen in haar duisternis van vandaag; Onze Harten zullen in Hun triomf over de mensheid schijnen, helderder in schittering dan alle sterrenbeelden samen, luisterrijker dan duizend zonnen, en de mensen die nu jarenlang hebben gewandeld, in duisternis, zullen aan de hemel een groot licht zien; op hen die leefden in een land van schaduw, zal een licht schijnen;

velen van jullie, kindertjes, wachten op uiterlijke tekenen en uiterlijke wonderen en voortekenen; velen van jullie richten jullie blik naar boven de hemel afzoekend, en toch, mijn Zoon, Jezus, heeft jullie gewaarschuwd, geen uiterlijke tekenen te zoeken maar te zoeken naar wat echt en goddelijk is binnen in jullie;

velen van jullie lezen en herlezen deze profetische openbaring met jullie ogen maar zien nooit, want wanneer jullie lezen, lezen jullie met de uitsluitende interesse naar buitengewone tekenen of aanwijzingen over wonderen en voortekenen, in plaats van de Heilige Geest aan te roepen om jullie een geest van onderscheiding en waarneming te schenken, om meer door te dringen in het mysterie van Christus en in het mysterie van Zijn Verrijzenis en om jullie ziel in staat te stellen geestelijke vorderingen te maken om het beloofde land te bereiken …

als iemand doorgaat zijn geest en hart op die manier te richten, mijn arme kinderen, zullen jullie op de dag waarop jullie Oog in oog zullen staan met jullie Schepper, met lege handen staan voor Zijn Troon omdat jullie ziel nog een wildernis zal zijn, een dor land, een woestijn; maar als jullie met het juiste hart doordringen in de Mysteries die Wij nu aan jullie openbaren in deze Boodschappen, zullen jullie beginnen te begrijpen dat elk werk dat God doet vol Glorie en Majesteit is:

wanneer Hij, met Zijn Majesteit, een ziel tooit en die ziel ertoe brengt om binnen te gaan in Zijn Koninkrijk en in de Hemel, zullen jullie, dan, dit wonder vieren omdat jullie Zijn Heerlijkheid zouden zien; als God de uitgehongerden en degenen die Hem vrezen van Hemels Voedsel voorziet, opdat ook zij kunnen erven en erfgenamen kunnen worden van Zijn Koninkrijk en zich ontwikkelen in trouw en rechtvaardigheid, zullen jullie ook dit wonder vieren, omdat jullie Zijn Zegen zullen herkennen, en jullie zullen deze Zegen rond je hals dragen zoals iemand een guirlande draagt;

wanneer Zijn Werken van Wijsheid die als een Eindeloze zee zijn, schijnend als duizend zonnen je ziel stralend zullen verlichten, zodat de vrucht op je lippen toeneemt en elk woord dat door je lippen wordt verkondigd als een verterend vuur zal zijn, deze aarde zuiverend, op die dag en nacht zul je nooit meer ophouden hymnen te zingen voor de Amen voor Zijn overvloedige goedheid, geduld en tolerantie die Hij al deze jaren van jullie wildernis voor jullie had; jullie ziel zal deze wonderen, voortekenen en tekenen elke dag van jullie leven gedenken; daarom, Mijn kinderen, zullen jullie in je bekering de ware Glorie van God ontdekken die binnen in jullie woont en schijnt; ontsluier jullie ogen om te zien dat jullie Schepper ook binnen in jullie leeft, die jullie omhelst in Zijn Liefde; jullie Schepper is ook jullie Bruidegom,[10] want Hij is het Hoofd[11] van elk schepsel …

bid, Mijn kinderen, voor hen wier hart van God verwijderd is; velen van hen zeggen: “laten we vandaag eten en drinken, morgen zullen we dood[12] zijn, kom, laten we feestvieren nu we in leven zijn, ons leven zal voorbijgaan als plukjes wolken, ja, onze dagen hier zijn geteld en zullen voorbijgaan als een schaduw, laten we dus feestvieren!” en ze gaan door zichzelf en het Beeld van God te schande te maken, dieper en dieper in de zonde te zinken, onbewust dat ze meer dood dan levend zijn … ach, zo velen van hen zijn misleid door hun eigen arrogantie, en onjuiste opinies hebben hun ideeën verwrongen …

Mijn Zoon, Jezus Christus, Verlosser van de mensheid, heeft de macht om iedereen te redden, want de Vader, jullie Schepper, heeft Hem de macht gegeven over de gehele mensheid; vandaag vertoont Hij tekenen en wonderen als nooit tevoren in de geschiedenis;

God buigt Zich helemaal vanuit de Hemel neer naar jullie, Mijn kinderen; jullie Koning, Jezus, heeft Zijn Kroon terzijde gelegd en is neergedaald van Zijn Glorierijke Troon om jullie te bereiken; deze Koning, die was gezeten op Zijn Koninklijke Troon, gekleed in vreeswekkende pracht, schitterend in Zijn Heerlijkheid meer dan goud en kostbare stenen, hief Zijn Gelaat op vol goedgunstigheid en van laaiende Majesteit keek Hij naar de menigte engelen die Hem omringden; Hij keek naar Zijn Heiligen, en naar het hele Hemelse Hof en zei, Zijn Hart brandend van Liefde: 

“Ik heb besloten Mijn Hemelse reserves[13] te openen en Mijn verborgen Manna[14] uit te storten over deze roekeloze generatie, een schat gereserveerd voor deze tijden, wanneer de wereld koud zou worden en ver verwijderd van de liefde tot God in haar koudheid van hart;[15] laat het nu bekend worden dat de goddelozen zullen worden gevoed uit deze reserves; daarom zal Ik,  Ikzelf, naar hen toe gaan met woorden van troost en zal Ik de armzaligen geruststellen; Ik zal Mijn grote Liefde tonen aan de Armzaligheid en hun wonden[16] helen;

“Ik, Ikzelf, zal tot hen spreken en hun zeggen dat Ik hun Broeder ben en hun Goddelijke Vriend die aan hen hun goddelijkheid zou kunnen teruggeven; in de bitterheid van hun slavernij, zullen zij, de een na de ander, zich  afvragen: ‘hoe komt het dat ik geteld word onder de kinderen van de Allerhoogste, ik, die ongedierte van het ongedierte ben, een ondier onder ongedierte? hoe kan deze Allerglorierijkste God tweemaal naar mij kijken en mij een plaats aanwijzen onder Zijn Heiligen? hoe kan deze glorierijke Zon ook voor ons opkomen en op ons schijnen? – ‘nee ondier, nee; je zult niet sterven; je Koning zal je niet laten sterven, Ik zal je redden door Mijn Hand, klein ondier, en Ik zal je te hulp komen zodat ook jij op zekere dag in staat zult zijn in Mijn Hoven te verschijnen; Ik zal je weerzinwekkendheid veranderen in een feest, want je Koning is je nu nabij,[17] en van een feest zal Ik je omvormen tot een paradijs, een glorierijke hemel, zodat Ik, in Mijn Luister, geprezen en verheerlijkt kan worden; en in deze hemel zul je Mij aanroepen en vanaf dan Mijn Wegen zoeken zodat je mag leven; Mijn Almachtige Adem zal Mijn Parfum over je ademen; niemand kent alle schitterende dingen die in de Hemel zijn, en hoe Ik Mijn Wil bekend kan maken op aarde zoals in de Hemel; om je te verheffen, ondier, of je nu belangrijk bent of gewoon, rijk of arm, zal Ik Mijn Lippen openen en uit Mijn Mond zal Ik Mijn delicate balsem over jou, ondier, uitstorten [18]en ieder van jullie zalven;’

“ja, Ik zal komen om ze te bevrijden, om ze moed te geven zal Ik hun Mijn wonderlijke Werken laten zien, hen herinneren aan hun erfenis en hun Mijn Koninkrijk aan te bieden … in Mijn Oneindige Mildheid zal Ik Mij uit de Hemel neerbuigen en met Mijn gouden scepter deze nauwelijks geborenen opheffen om Mij te volgen in Mijn Voetspoor; velen zullen niet-begrijpend kijken naar Mijn keuze en dat genade en barmhartigheid geschonken kunnen worden ook aan dezen die eens hadden opgehouden te zijn; – Ik zal helemaal naar hen neerdalen en naar de verst verwijderde landen gaan en Mij onder hen mengen; en zij zullen Mijn Liefde prijzen boven wijn en tot Mij zeggen: ‘hoe juist is het U te beminnen, Soeverein van het Heelal!’” 

[19]toen, vol goedgunstigheid, verhief Hij Zijn Rechterhand en zegende de aarde; en jij, dochter, volbreng wat God je bevolen heeft te doen, zie je hoeveel helderder je ogen zijn nu je deze mondvol honing[20] hebt gegeten? vul je mond met olie[21] en ga met Mijn zegen; Ik ben met je;


[1] Ik denk dat Jezus over Zijn Heilige Geest spreekt.

[2] Jezus spreekt nu over de afvalligen.

[3] Bedoeld zijn de Boodschappen van Het Ware Leven in God.

[4] Het was hier alsof Jezus tot Zichzelf sprak.

[5] Zij die voor altijd locuties willen uitbannen, ze eenvoudig meditaties willen noemen.

[6] Bedoeld is de Paus.

[7] Dit laat het vurige contemplatieve gebed van de Heilige Vader zien; de woorden zijn niet noodzakelijk de letterlijke woorden van de Paus.

[8] De poging om de Paus te doden.

[9] Het Hart van Jezus en Maria.

[10] Jes. 54:5.

[11] Rom. 7:4 en 1 Kor. 11: 3.

[12] Jes. 22:13.

[13] Tegelijk hoorde ik het woord hulpbronnen.

[14] Terwijl deze woorden: verborgen Manna werden uitgesproken, verstond ik ook: de verborgen schatten van het Heilig Hart, waarop het Sint Gertrudis was toegestaan een blik te werpen, en tegen wie gezegd werd dat deze schatten worden bewaard voor deze tijden, wanneer de mensen koud zouden worden in hun liefde voor God, dat wil zeggen wanneer Jezus Zijn Schatten zal openbaren. We leven nu in deze tijden.

[15] Wat ik had begrepen werd bevestigd.

[16] Wonden op onze ziel door de zonde.

[17] Dit herinnerde mij aan de eerste woorden die mijn engel Daniël sprak met betrekking tot God. In 1985 zei Hij: “God is je nabij en bemint je.” Dit betekende dat dit het begin zou zijn van mijn bekering, die zou komen door Zijn genade.

[18] Hooglied 1: 3: “Uw Naam is als een uitgegoten olie, daarom hebben de meisjes U lief.” Jezus bedoelt: door het uitgieten van Zijn balsem over de zondaars zullen die worden genezen, met andere woorden, zalving vertegenwoordigt Zijn Naam, en als Zijn Naam eenmaal over de zondaars komt, brengt die hen ertoe God te beminnen.

[19] Dan ging onze Lieve Vrouw verder.

[20] O.L.Vrouw bedoelde: Hemels Manna, dat hier het Woord van God vertegenwoordigt.

[21] Olie vertegenwoordigt hier de Naam van God: “Uw Naam is als een uitgegoten olie,” Hooglied 1:3.