10 april 2015 – Goede Vrijdag 

U bezoekt de aarde en bevloeit het vanuit Uw Bronnen die leven geven, U overlaadt onze generatie met geestelijke rijkdommen door Uw Heilige Geest, U hebt ons nooit vergeten;

onze bekers lopen over van Uw Rechtvaardigheid die onze droogte van water  voorziet, U voorziet onze ziel van hemels manna, U giet gezalfde olie over onze onwaardige hoofden, en U geeft ons goede dingen in overvloed;

maar wat hebben we gedaan? we hebben de eens vruchtbare dalen die U ons gaf gereduceerd tot woestijnen, we hebben Uw Levengevende Bron veranderd in een droog land, we hebben daden verricht die Uw Heilige Naam hebben gelasterd, we gingen door met slechte dingen te doen; we hebben strikken gelegd op elk deugdzaam pad, we gingen door met het bittere vergif van de slangen te verkiezen boven de zoete honing uit Uw Mond, en toch heeft Uw Trouwe Liefde nooit opgehouden zich over ons uit te storten! Heer! Hoe kunt U ons verdragen?

Ik ben; niemand kan waarachtiger en trouwer zijn dan Ik, je Redder; groter dan Mijn Liefde zul je niet vinden; zie je welke wonderen Ik in jou heb verricht en in al diegenen die naar Mijn Oproep luisterden? zelfs in diegenen die Mij nooit zochten? Ik heb gesproken en zij hebben Mij gehoord;

Ik heb dit lied gezongen zodat Ik Mijn Barmhartigheid toon voor Mijn Dag komt, Ik ontbood de aarde, van oost tot west, van noord tot zuid, om Mijn  nieuwe Lied te horen dat aan een verterend vuur voorafgaat; Ik schreef al deze woorden op voor jouw generatie, en Ik zou zeggen, voor jouw uitgehongerde generatie, om jullie naar berouw te leiden en jullie te zuiveren van jullie zonden; Ik ben aanhoudend geweest in Mijn Oproep, maar de mens in zijn welvaart heeft Mij en al wat Heilig is verlaten; de ziel die Ik heb geschapen om gelukkig te zijn is het niet, omdat het kwaad niet kan voeden en jullie zielen kan geven om gelukkig te zijn; Ik zeg je, Mijn Verschijning nadert, maar wanneer Ik zal verschijnen, voor diegenen die leven in verdorvenheid en geen berouw hebben getoond zal het graf hun eeuwige thuis zijn; en het zal de oostenwind zijn die hen zal vernietigen;

Ik heb je gevuld met zegeningen en Ik heb Mijn gunst over jou getoond, Vassula; Mijn onlesbare dorst naar Wederliefde werd je getoond vanaf het allereerste begin van Mijn Oproep; Ik keerde jouw aandacht naar Mijn onuitsprekelijke Liefde zodat je jouw ontrouw verlaat, en zoals Ik enige tijd geleden zei, jij was het prototype van jouw generatie; een verloren schaap onder velen met leeghoofdige woorden die je mond vulden; en in plaats van je te straffen antwoordde Ik met vergeving en medelijden; daarna, als een Bruidegom die voor zijn bruid zorgt, leidde Ik je door Mijn zuilengalerijen, om binnen te komen in Mijn Koninklijke hoven om jou en anderen dit liefdeslied te leren, Mijn rechtvaardigheid wereldwijd openbarend, en de meest afgelegen delen van de wereld hebben mijn Liefde en Barmhartigheid gezien;

Ik kom spoedig om de wereld te oordelen, en niemand kan zeggen dat Ik niet op deze manier heb gesproken om hen te waarschuwen; in het verleden heb Ik tot je voorouders gesproken in een wolkkolom, hen onderricht en hen geleid om mijn  voorschriften te volgen; vandaag spreek Ik nog steeds tot jullie op verschillende manieren; Ik heb een verscheidenheid aan manieren om mijn  volk te benaderen met edelmoedigheid en raad; Ik heb Me tot deze generatie gericht met een Gedicht, en met vreugdeolie heb Ik elke ziel gezalfd die tot Mij terugkwam;

weerspiegeling van Mijn Liefde! bewaker van Mijn Belangen! volhard en Ik, de Heer, zal je mond vullen met honing en olie om Mijn volk te zalven en opdat je deze declamaties in Mijn Naam zult verkondigen; laat je lippen woorden van Wijsheid uiten en de profetieën die Ik je gegeven heb;

oh hoe verlangt Mijn Hart ernaar dat Mijn volk Mij erkent door deze woorden; bid voor hen en vraag de Vader hen te vullen met de Geest van Begrip! Zodat zij stoppen met te vragen: ‘wat is dit? waarom is dat zo?’ want ik heb alle dingen geschapen voor hun taak en Ik heb Mijn bedoeling met alle dingen, sla dus je ogen op en kijk naar de Hemelen en verheerlijk Mij; ic