15 oktober 1998 

Heer, spreek woorden in mijn oor en richt mijn hart om ze te kennen;
ja, want Uw Woord, Heer van Mededogen,
is mijn verrukking, mijn vreugde, de kennis van de wijzen;
houd Uw Woord altijd gereed op mijn lippen;
vul mijn mond met niets anders dan dit Hemels Manna; 

ach, Vassula, heb Ik niet honderden bladzijden vol instructies en kennis voor je geschreven om in staat te zijn de Waarheid uiteen te zetten en met krachtige woorden degenen te antwoorden die je vragen stellen? Ik ben rechtvaardig in alles wat Ik onder Handen neem; concentreer je nu op Mij voor Mijn glorie, en laat niet je verstand je dicteren; laat niets tussen jou en Mij komen[1]; heb Ik niet, in Mijn goddelijke luister, je ziel gesierd waarin Ik woon? heb je niet de vruchten van Mijn genaden gezien?

Mijn beminde, laat de schat die Ik je heb toevertrouwd de redding zijn voor vele zielen; door Mijn Goddelijke autoriteit heb Ik je geroepen en je gemachtigd ondanks je tekortkomingen, om Mijn Huis en Mijn eer te herstellen;

als die[2] niet oprecht zou zijn, zou dan je ziel en ook die van anderen ertoe getrokken worden Mij te prijzen en te verlangen naar langdurige contemplatie over Mijn Godheid, met welwillendheid te spreken over Mijn Eeuwigdurende Tegenwoordigheid?

heb Ik je niet bekleed met Mijzelf, zelfs in zichtbare vorm?[3] en wie, vertel Mij, verzoende jou met de Vader, door aan jou en via jou de heerlijkheid en het ware beeld van de Vader te laten zien? en wie leerde jou dat Wij[4] de Bruidegom zijn van Onze schepping?

de tekenen van Mijn Goedgunstigheid die Ik je heb laten zien, zijn talrijk; wees ervan verzekerd, Mijn beminde, dat Ik je inderdaad heb uitgenodigd voor Mijn koninklijk feestmaal;

als de Bruidegom Zijn bruid, na het Feest, in afzondering leidt om  intiem met haar te spreken en haar aan Zijn Hart drukt en Zich over haar buigt, na het Feest, zou zij bezwaar maken? … zou jij bezwaar maken? wees dus actief als Ik wil dat je actief bent en onder de massa, maar breng nu je tijd door met Mij in een heilige contemplatie en rust daarbij in Mij, en geef jezelf over aan Mijn welbehagen; denk niet dat je minder vruchtbaar zult zijn; kom, treed binnen in de Goddelijke vreugde van je Verlosser; 

(De liefdevolle woorden van onze Heer hebben mij gerustgesteld.) 

onthoud, Mijn beminde, dat ware en zuivere theologie het beschouwen is van Mij, je God en Minnaar van de mensheid;

wees gezegend; 


[1] Een simpele donkere gedachte ging door mijn hoofd: wat als ik mij vergiste? Ik wilde gerustgesteld worden.

[2] Deze openbaring.

[3] De Heer bedoelt, als de mensen Hem op mij hebben gezien, en mijn gezicht verdween.

[4] De Drie-eenheid.