22 juni 1998 

(Voortzetting.) 

kom, dochter … Ik ben de innerlijke Bron van kracht in jou, wiens zoetste melodieën voor jou gezongen in elke natie weerklinken;

heb Ik niet, Mijn duif,  duizenden bladzijden van liefde, van raad en kennis voor jou geschreven om de waarheid uiteen te kunnen zetten in deze verarmde generatie? heb Ik niet, Mijn bruid, je gevuld met gezonde woorden, om antwoord te geven aan hen die je vragen stellen? het is uit Mij dat je ademt, gebaad in Mijn Licht; het is in Mij dat je beweegt en bent[1], en nooit ophoudt te zijn; want Mijn Majesteit gaat aarde en hemel te boven en alles wat daarin is;

dan, uit Mijn Mond, vol van genade, stromen rijkdom en eer om al diegenen te verrijken die Mij beminnen; en ze te verrijken met het Ons kennen als Drie-ene en toch Eén in de eenheid van wezen; en ze met tederheid te onderrichten over hemelse feiten en hun geest te verheffen om uitsluitend na te denken over hemelse werkelijkheden;

Ik was het die je diepste zelf heeft geschapen en je heeft samengesteld in de schoot van je moeder; – en terwijl Ik dagelijks toekeek, bedwelmd van verrukking, naar de vorming van je beenderen, die zich vormden in het verborgene, vierde Ik onze verlovingen al; Ik zeg je, als Ik je geest verlangend en dorstig zou vinden om Mij te kennen, zou Ik, die vanaf je geboorte zo verlangend was om je te bezitten en je aan Mijzelf uit te huwelijken, naar je toevliegen bij je eerste uitnodiging en je met Mijn brandende doopkus op je voorhoofd brandmerken, een hemels teken van onze huwelijksviering; dan, Mijn beminde, zou Ik je kronen met een krans van de geurigste bloemen, waarvan elk bloemblaadje een deugd vertegenwoordigt;

Ik ben de Poort waardoor de deugden binnengaan; en zoals Mijn Woord heeft gegarandeerd, zal Ik je liefde voor het Evangelie doen herleven om je vurigheid gelijk te maken aan die van de eerste apostelen om het evangelie van vrede te verspreiden; en overal waar je heen zou gaan, zou je Mijn geur achterlaten, natie na natie parfumerend, want Ik zou altijd met je zijn;

Ik zal je bevoorrechten om in je liefde te groeien, niet alleen voor Ons, maar ook voor je broeders en zusters, zodat je voor Ons de psalm[2] zingt: “hoe goed en lieflijk is het voor allen om als broeders samen te leven …”

Ik zal je persoonlijke Helper en Metgezel worden en ook je familie, je broer, je zuster; Ik zal je drager[3] worden; Ik zal je amen worden voor de Amen,[4] en je lofzang voor Degene die nu voor je zingt … Ik zal aan jou openbaren, Mijn bruid, wat vlees en bloed nooit aan je kunnen openbaren: Ik zal aan jou het diepste deel van je hart openbaren en ook de diepten en de gedachte van God;

Ik zal je genadig Mijn gunst tonen door in jou toe te nemen terwijl Ik jou zal verminderen; de Dageraad zal in jou ontwaken, terwijl de Nacht in jou zal sterven;

Ik ben het Licht van je ziel en mooi als een Parousia zal Ik in jou schitteren en met alle engelen en heiligen Onze vereniging van goddelijke Liefde inluiden; Wij zullen onze bruiloft vieren …

in Mij, zal je vrijheid genieten; zonder Mij, blijft je ziel gevangen en zal ze vallen in de strikken van de boze die je gevangen zal nemen; kijk dus naar niemand anders, Mijn liefje, maar naar je God, driewerf Heilig; verheug je in niemand anders op aarde dan in Hem die je met Leven zoogt uit Zijn Bronnen; kwijn weg van liefde voor niemand op aarde dan voor de Koning der koningen, de Eerste en de Laatste en voor Zijn Huis;

en jij, Vassiliki, op wie Ik Mijzelf[5] plaatste en die Mij zo teder omhelsde en met zoveel genegenheid tegen je wang drukte als een teken van liefde, uitroepend: “ik heb Hem gevonden die mijn hart bemint!” en jij omklemde Mij en hield Mij stevig tegen je wang, en je wilde Mij niet laten gaan; maar ook Ik had Mijn kruidenbed gevonden, zoet geurende velden;

“Ik zal je het geschenk van Mijn Liefde geven,” zei Ik; dan, als druppels pure mirre, druppelden Mijn woorden in je oor, openden het om Mijn verlangen te kunnen horen; “Ik ben je Leven; laat jezelf van nu af door genade leiden door Mij; laat je lippen zijn als de lelies[6], pure mirre druppelend; geef de strijd niet op, Ik zal met je zijn; draag het Kruis van Christus en wees erdoor bekoord, en Ik zal met je zijn; stel je vertrouwen in God en verheerlijk de Naam van de Vader; bemoedig je generatie om de Vader te leren kennen; vertel hun dat Hij een zachtaardige Vader is en een God van troost; verspreid de Kennis over Hem en Ik zal met je zijn; vertel aan deze generatie dat de Naam van de Amen heel het universum vult met het meest verheven aroma, de meest uitgelezen geur; wees als een gazelle en ga snel over de ravijnen, valleien doorkruisend met Ons Woord; en Ik zal met je zijn; wees als een lelie, door je zuiverheid van intenties, door pure mirre te druppelen op de Kerk die Christus gekocht heeft met Zijn Eigen Bloed; laat Ons op zekere dag zeggen: hoe aangenaam is je geur, geuriger dan alle andere kruiden, en Ik zal met je zijn en over je blijven ademen, Mijn tuin, om je zoete geur overal te verspreiden; wees in Mij geplant en word sterk in je geloof met de kracht van Mijn Macht, zodat je de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte zult begrijpen, totdat je zo ver zult komen de Liefde van de Zoon te kennen die alle kennis te boven gaat, en je vervuld zult zijn van de absolute volheid van God;” dit is wat Ik jou heb gezegd …

en nu, Mijn bruid, gehuwd en bekleed met Christus, getooid met Mijn onbeschrijfelijk Licht en ingebed in Mij als een koninklijk juweel, houd moed, Ik ben met je, je ware Metgezel; kwetsbare bruid van de Allerhoogste en Vader van allen en die de Bruidegom is van allen, bewaak je gedachten over Zijn Soevereiniteit en Zijn Heerlijkheid en voed jezelf rechtstreeks uit Zijn Mond, door jouw mond op de Zijne te plaatsen, om de grootheid van Zijn Woord te verkrijgen; het vloeien van Zijn Woord is zoeter dan nectar;

wees gekluisterd aan de Borst van je Bruidegom en je zult schitteren in de wereld als een heldere ster omdat je de wereld het Woord van Leven zult aanbieden; jouw wedloop, Mijn beminde, is niet voorbij, maar Ik ben met je, ofschoon er nog brandende pijlen op je gericht zijn omdat je Gods Woord van Mij hebt ontvangen; wees dapper, want Ik ben je Pantser; blijf je zoete geur verspreiden, en in elke natie, zonder te vergeten dat Ik je zoete Minnaar ben, de Heer God, en dat jij, die Ik voor dit doel heb geschapen, Mijn bruid bent, die nu behoort tot Mijn Keizerlijke Huishouding;

Ik ben de openbaring[7] van de Zoon en de Zoon is de openbaring van de Vader; en in Onze volmaakte Wijsheid, hebben Wij aan deze generatie en de komende generaties verschillende gunsten verleend als nooit eerder in de geschiedenis; voor hun redding heb Ik profeten doen opstaan, om hen te helpen begrijpen en de volste kennis van Onze Goddelijke Wil te bereiken; Ik heb jou geheel en al aan hen gegeven, om hen te waarschuwen door deze Lofzang[8] en hen te helpen Ons te begrijpen en Ons te kennen en de weg van de redding in te slaan, waar de overvloed van alle genaden verborgen is;

alle heiligen en engelen verklaren nu met een melodieuze stem:

“wij danken U
O Allerheiligste en Aanbiddelijkste Drie-eenheid, Eeuwige Wijsheid,
omdat U de hele wereld
van een onbeschrijfelijke afgrond van edelmoedigheid
hebt voorzien, van Uw Lofzang van Hoop en Liefde;
geschreven, zodat het velen zal leiden tot Eeuwige Redding;
met uitzonderlijke genade hebt U een weg gebaand,
geurig gemaakt door een aangename geur van Uw parfum
en bezaaid met saffieren, voor ieder te volgen
om hun lieflijkste rust te vinden in Eeuwigheid;
en in Uw goddelijke goedheid
hebt U dit middel gevonden om deze generatie te genezen;

O Lente van het universum, Allerbeminnelijkste Drie-eenheid,
totaal aanbiddelijke Bruidegom,
U hebt nogmaals de aarde bezocht,
om van hart tot hart tot Uw kinderen te spreken,
door een stroom van genaden over hen uit te storten
met gezalfde en lichtende kennis over U;
U, Luisterijke Godheid, hebt dit Feest[9] voorzien
lang voor Uw schepping;
de dag waarop U, Uw beminde begunstigend,
Uw schepping zou roepen,
van de laagste tot de hoogste,
voor een dag van bruiloften met Uw Godheid,
waar U in deze dagen van feestelijkheid met hen
een meer vertrouwelijke eenheid zult delen,
ingesloten als een koninklijk juweel in U,
en waar U met hen zou spreken
in het binnenste van hun hart;

in de tederheid van Uw Hart
had U voorzien dat deze goddelijke eenheid
 louter zoetheid zou zijn,
want U zou Uw tijd met hen doorbrengen,
en hun leven delen terwijl ze nog op aarde zijn
zoals U Uw luister deelt met Uw engelen;

moge lof en dank worden gegeven aan de aanbiddelijke Drie-eenheid
voor het bevloeien van Zijn bloembedden[10]
en voor het zenden van Zijn licht wijd en zijd;
wij zeggen U dank, God, bij het verhalen van Uw wonderen;

om de afgrond van de menselijke zwakheid te bereiken
hebt U Uw Troon verlaten en Uw koninklijke Kroon[11] afgelegd
om Uw schepping te tooien
met een overvloed van Uw goddelijke Liefde;
dan, bedwelmd door Uw Liefde voor hen,
hebt U Uw Heilige Geest gegeven,
die hen in Uw bruidskamer[12] zou trekken
en op Uw huwelijksbed[13]
spontaan hen met U verenigend;

O Heilige Drie-eenheid,
Schat van heiligen en van engelen;
wanneer Uw schepping zou verheerlijkt worden
door Goddelijke Liefde,
ze zouden tot U uitroepen:
‘Kyrie eleisson, Kyrie eleisson! …’
terwijl U in hun oor zult fluisteren:
‘omdat jullie de onbegaanbaarheid hebben omhelsd,
hebben jullie een geestelijke opleving gevonden
in Mijn omhelzing;’

Gever van Leven en Uitdeler van onschatbare gaven,
U hebt, in Uw tederheid,
zowel de armen als de rijken
bijeengeroepen om samen te komen
rond Uw Koninklijke tafel,
en bied een keizerlijk Banket aan;

glorie zij de Allerhoogste,
Bron van onuitsprekelijke verrukkingen,
Fontein die de tuinen vruchtbaar maakt,[14]
Bron van Levend Water,
stromen van trouwe Liefde stromend uit Uw Hart,
Minnaar van de mensheid, Bruidegom van Uw schepping,
wij aanbidden U en loven Uw Heilige Naam driewerf Heilig;
amen;”

ja, Vassula, heel de hemel verheugt zich, aangezien Wij in Ons genadig neerkijken medelijden hadden met deze generatie; Christus had gezegd: “als iemand Mij bemint, zal hij Mijn Woord onderhouden, en Mijn Vader zal hem liefhebben; en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen;”[15] en dat zullen Wij …

O gezegend zaad![16] was je in Mij gezaaid, je oogst zal het Paradijs zijn; was je in Mij gegroeid, zou je bloeien in voorjaarsbloemen, aangezien ze zouden bloeien in de Lente Zelf, de aarde zouden parfumeren, en de aarde, herleefd door jullie aromatische geur, zal haar eerste woord uiten: “Vader!” en ze zal gered zijn;

U hebt dit opstandige hart van mij voor U gewonnen;
in Uw gulle genegenheid en in Uw Liefde
hebt U mijn besmeurde handen vastgeklemd in de Uwe
en mij dicht tegen U aan, en in U getrokken,
en mijn ziel een nieuw leven ingeblazen;
en met een doopkus,
hebt U mijn opstandigheid beëindigd;

O onbeschrijfelijke vreugde van mijn ziel,
U hebt mij bezocht
en durfde mij, in het begin, niet de
onmetelijkheid van Uw Liefde te tonen,
uit vrees dat mijn hart te klein zou zijn om het te bevatten;

U onthield Zich ervan mij het geheel
van de gloed van Uw Liefde te openbaren,
uit vrees dat ik zou wegrennen in mijn menselijke zwakheid;
maar dan, in de overvloed van Uw Liefde,
hebt U mij gehuwd ….                     

U hebt mij gehuwd,
ondanks mijn grote ellende en schuld,
en mij totaal verenigd met Uw Drie-ene Heiligheid;
deze genadegave, door Uw Eigen Wil gegeven,
gegeven aan een zo onwaardige worm als ik,
verbijstert mij nog tot op de dag van vandaag … 

O Zonneschijn van mijn ziel,
U die mij zo fijngevoelig hebt gevoed met melk en honing[17]
hier bent U nu, opnieuw de aarde bezoekend;
maar de aarde wantrouwt U weer en weigert U te verwelkomen;

Mijn Beminde daalde neer naar Zijn tuin,[18]naar het kruidenbed,[19]
om Zijn kudde[20] te weiden in de tuinen
en lelies[21] te verzamelen; 

Mijn Beminde kwam om Zijn Eigen Kudde te roepen,
en lelies te verzamelen in de velden
die geen andere zorg hebben dan te BEMINNEN;
Hij kwam om Zijn lelies te verzamelen voor Zijn Eigen genoegen; 

De Goddelijke Wijsheid bezocht de aarde
om de Zijnen eraan te herinneren dat er maar één theologie is,
die is U te overwegen en Uw Drie-ene Glorie; 

laat mij dus Uw roos  zonder doornen zijn,
allergevoeligste Bruidegom,
en U, mijn Levend Water;
daar, zal mijn stam, geplaatst in dit levende Water,
niet sterven, maar zal daaruit leven putten en zal eeuwig leven,
omdat ik in de Eeuwige God Zelf zal zijn geplonsd.

je bent begunstigd door de geur van Mijn parfum,[22] en Ik heb je toegestaan Mijn Heilig Gelaat te overwegen dat op jou[23] scheen; nee, deze herinnering aan Mijn Heilig Gelaat zal nooit uit je geheugen verdwijnen; Ik ga hemel en aarde te boven in majesteit en luister en Mijn Naam en geen andere is verheven en verheft de armen van geest om zich met Mij te verenigen; Ik beweeg in hen en zij bewegen in Mij; Ik heb, vanuit Mijn uitbundige Liefde, zoals Ik jou heb geïnspireerd het te noemen, jou genadegaven geschonken in overvloed, want Ik ben alleen geïnteresseerd in hen die Mij[24] vrezen en in hen die vertrouwen op Mijn Liefde;

nee, Ik ben niet gekomen om jullie een straf op te leggen, maar in plaats daarvan ben Ik tot jullie gekomen om jullie te huwen, en zoals een bruidegom die zijn bruid overlaadt met geschenken, zo heb Ik jullie getooid met Mijn Goddelijke geschenken; het is niet door de welsprekendheid van woorden dat Ik bewogen of ontroerd word, maar door een berouwvolle geest; leert de Schrift jullie niet de deugd te beminnen? zouden jullie Mij zoeken in eenvoud van hart, en Mij niet op de proef stellen, dan zal Ik, in Mijn Welwillendheid, als een bliksemflits uit de hemel in jullie lichaam neerdalen en jullie lamp zijn;

er is jullie geleerd dat de lamp van je lichaam je oog is, en zo is het, want een ziek oog heeft geen zicht, het heeft slechts duisternis, terwijl een gezond oog het zicht verlicht; Ik ben deze lamp en ieder die Mij in zich heeft, zal de ware deugden zoeken en niet de ondeugden; Ik ben de ware lamp van jullie lichaam die jullie hele lichaam vult met de schatten en schitteringen van Ons Koninkrijk; deze schatten en schitteringen zijn de deugden; waar Licht is, is deugd; waar Duisternis is, is ondeugd; vergis je niet en klamp je niet vast aan deze stervende wereld, maar wees Mij trouw en je zult met Mij leven in liefde; bemin de deugd;

in het begin, Vassula, is je gevraagd heilig te leven en heilig te zijn; Ik had je ook aangeraden dat, als je diepe wortels in Mij slaat, je niet zou slingeren in de wind, noch een van je takken zou afbreken door welke soort storm dan ook; dan zou je vrucht overvloedig zijn, genoeg om een menigte en generaties te voeden; zou je Ons trouw blijven, zei Ik, dan zou Ik je speciale gunsten verlenen, en dat heb Ik gedaan; Ik heb je in Mij gevat als een koninklijk juweel, en je toegesproken; Ik heb je verfrist en gevoed om te groeien in deugd; Ik heb je deugden geschonken als liefde en geduld, wijsheid, kennis, standvastigheid en volharding; Christus heeft je Zijn geduld aangeboden en tegelijkertijd de genade van hoop; om je hoop te bevestigen, dat op zekere dag heiligheid zou worden beloond, heb Ik je geleerd om alle beproevingen jou aangedaan te verdragen met een heilig geduld;

je streefde ernaar in je menselijke zwakheid Ons te behagen; en Wij hebben Ons over je neergebogen en je bemind; Wijsheid wordt aan eenvoudige kinderen gegeven en zo vonden Wij, in Onze Drie-ene Heiligheid, eenvoud van hart en leerden je dat je Wijsheid moest verwerven, maar dat Wij je zouden helpen; Wij zeiden dat Wij je zouden helpen om Ons na te volgen en Ons levende altaar te zijn waarop Wij Onze kennis zouden plaatsen, zodat jij Ons zou begrijpen en zou kennen;

je streefde ernaar Ons te behagen en Wij vonden Onze troost in jou; Ik ben de Geest die onderricht en zelfbeheersing geeft; ziel, laat je vonken nog verder doven; dat je dicht bij Ons bent is rijkdom voor je ziel; ja, dat je dicht bij Onze koninklijke ruimhartigheid bent, geeft je volharding, niet alleen voor je zending, maar om een onoverwinnelijke heiligheid te bereiken, Ik heb je gezegd, Mijn beminde, de deugd te beminnen, en Ik vergeleek je met een boom die vele takken heeft, rijk is aan bladeren, omdat je geworteld was in Mij, de Bron van Liefde, en omdat je uit die Bron bent bevloeid om veel en een verscheidenheid aan vruchten voort te brengen, vruchten van deugden; Ik zeg een verscheidenheid aan deugden omdat ieder die geworteld is in Liefde, die de belangrijkste is van alle deugden, leven zal geven aan alle andere deugden;

zegt de Schrift niet: “Liefde is altijd verdraagzaam, Liefde is altijd geduldig en vriendelijk; Liefde is nooit jaloers of verwaand; Liefde is niet trots; ze is niet ruw of zelfzuchtig; Liefde neemt geen aanstoot en koestert geen wrok; Liefde schept geen behagen in de zonde of ondeugd van anderen, maar verheugt zich in de Heilige Geest en verblijdt zich in de waarheid; ze is altijd bereid te verontschuldigen, te vertrouwen, te hopen, en wat er ook gebeurt te verdragen;”

Ik heb je de deugd van standvastigheid gegeven om de belangrijkste van al je andere deugden te zijn, aangezien Ik je ziel heb voorbereid voor deze strijd van jouw tijd, waarin het goede is vervormd tot kwaad; in het begin, leerde Christus je, en ook de Vader, door Mij, dat Wij je zouden uitzenden, Mijn beminde, in de verachtelijke diepten van de zonde, waar ongerechtigheid en ondeugd als een kroon zijn op hen die Jezus opnieuw kruisigen; Wij hebben je laten zien, door visioenen die in je intellect werden uitgegoten, dat Wij je zouden zenden in het nest van de adders, en zo, met de deugd van vertrouwen in Ons, samen met de deugd van standvastigheid, zou je verdragen en volharden;

je hebt met deze deugd alle onrechtvaardigheden, de giftige pijlen die op je werden afgevuurd verdragen; je hebt grote beproevingen verdragen omwille van Onze Naam; en velen die je tegenspraken waren niet in staat je te breken; hoewel je uiterlijk zwak leek, heb Ik je van binnen sterk gemaakt, een bewijs dat Ik diep in je ben doorgedrongen, en dat je deugd inderdaad geworteld is in de Waarheid; zoals Ik heb gezegd, als je in Mij geworteld bent, die de Bron van Goddelijke Liefde ben, zul je de deugd van liefde verkrijgen, dan als kleine takken, zal de Liefde andere deugden voortbrengen; er zijn talloze deugden gegeven aan ieder, die, door genade, werd opgericht om Mij te beminnen; en alles wat uitgedeeld is, is door Mij uitgedeeld;

Wij hebben je eens gezegd in het begin dat je geen rust zou hebben en dat soms je verdriet ondragelijk zou zijn bij het zien van de doofheid en de koppigheid van bepaalde zielen, maar door jouw lijden omwille van Ons, heb jij je geduld bewezen, dat, zoals Ik heb gezegd, verbonden is met de Bron, die liefde is; om de ruimte van Mijn Verblijfplaats[25] groter te maken, heb Ik alles verwijderd wat Mij hinderde, en Mijn Licht kwam op in de duisternis en de schaduwen werden als op het middaguur; Ik heb kracht aan je beenderen gegeven en Ik heb je tot bloei gebracht met Mijn Tegenwoordigheid;

wees sterk en bewijs jezelf waardig als Mijn bruid, gehuwd met de Waarheid; wees volhardend en sterk met Mijn Geest van standvastigheid, om door te gaan met het geven van getuigenis van de Waarheid met ijver en moed; met deze deugd, die Ik door Mijn Genade aan martelaren geef, kun jij al je lasteraars overwinnen en al diegenen die nooit ophouden Mijn engel[26] de dood toe te wensen; zoals de zon zul jij doorgaan te schijnen in Onze Drie-ene Tegenwoordigheid en in elke natie waarheen Wij je zenden; je probeert Ons te behagen door de last van langdurige reizen te verdragen om de Kerk nieuw leven in te blazen en haar te verdedigen;

allen die trouw de Kerk verdedigen en getuigen zijn, voor Ons, zijn als levende toortsen omdat hun woorden schitteren in de duisternis van de wereld; Ik geef hun het hart van een strijder, om de goede strijd te strijden van geloof en gerechtigheid en deel te nemen aan deze geestelijke strijd van jullie tijd met Mijn Aartsengelen Michaël en Rafaël, die overheersend zijn in sterkte en dappere Strijders zijn van Gerechtigheid, en door Mijn Licht elk aspect van menselijk gedrag opmerken … je streefde ernaar Ons te behagen met toegewijde genegenheid en trouw, daarom hebben Wij je verborgen in de schaduw van Onze Hand, je onder Onze hoede genomen;

Middelaar van iedereen, Ik Ben; de Garant van je welzijn, Ik Ben; verheven Bron van Eenheid van de Christenen, Ik Ben; opperste Eenheid van de Vader en de Zoon, Ik Ben; Zalving voor de armen van geest, Ik Ben; Onophoudelijk Gebed in jou, Ik Ben; Bruidegom van jullie allen en Eeuwige Metgezel, Ik Ben;

beminde bruid, je hebt nu van Mijn Mond geleerd, en door genade op een onzegbare wijze, wat Ons betreft; Ik heb je geleerd dat de kennis van God, door Mij, trinitaire kennis is om ketterijen en dergelijke te weerleggen;

ach, Vassula! Hij, die jij toestond wortel te schieten in jouw diepste wezen, is de Waarheid die zielen omvormt tot een heerlijk Paradijs, waar een verscheidenheid aan bomen gevonden kan worden, die alle soorten deugden vertegenwoordigen; dit zijn de hemelen waarin Wij eeuwig verblijven;

en nu heb Ik voor je gezongen zoals een bruidegom zingt voor zijn bruid: een hymne van liefde; een hymne van goddelijke liefde om jullie allen eraan te herinneren dat jullie erfgenamen zijn van Ons Koninkrijk; dit werd voor je gezongen door de Hymne[27] Zelf, om jullie allen toe te staan, terwijl jullie nog op aarde zijn, te proeven van Mijn opperste zoetheid die eeuwig bij jullie is aangesloten;

zo verwelkomt de Bruidegom jullie door te zeggen: “kom dan met een berouwvolle geest en ontvang je volheid in Mij; laat allen die dorstig zijn komen! Ik heb het Water van Leven en Ik heb het voor niets;” Ik, de Minnaar van de mensheid, de Heer God, vraag je, dochter van de Drie-eenheid, om de twee andere Hymnen te nemen, door de Vader en de Zoon voor jou gezongen, samen met dit en noem Ons Werk: 

Hymne van de Bruidegom

in Onze Goddelijke Hymne zijn veel gezegden van Onze Drie-ene zoetheid, met verliefde onderrichtingen zodat veel bomen zullen groeien en bloeien; wat de onvruchtbare bomen betreft, Ik zal komen, met een menigte engelen, en ze ontwortelen in de winter en zo zullen ze tweemaal dood zijn;

grif in je hart, jullie allen, deze fundamentele waarheid: “de Heer God kent degene die de Zijnen zijn en staat hen daarom toe Hem nabij te komen;” dezen zijn bestemd om de volmaaktheid te bereiken in de goddelijke en vertrouwelijke eenheid met Ons; zij zijn geroepen om te worden verheerlijkt in Ons en één te zijn met Ons; hun oude ik zal niet meer zijn, maar op de onuitsprekelijke wijze waarop Ik dit altijd aan Mijn heiligen heb gegeven, zal Ik hen vergoddelijken in Onze verbintenis; door Mij vergoddelijk Ik al diegenen met wie Ik ben verenigd, en zij spreken niet langer met hun eigen geest, maar op de wijze waarop Ik zou spreken; zij zien niet langer met hun ogen, maar op de wijze waarop Ik de dingen zou zien; hun handelen zal Mijn handelen zijn;

een gouden ring is je gegeven,[28] een sieraad van het fijnste goud, op de dag van je geestelijke bruiloft, als een symbool voor: het deelhebben aan het Kruis; daarom nodig Ik je nogmaals uit om met geduld je beproevingen te verdragen;

schenk Ons je tijd, en nu, beminde dochter, kom en rust in Ons;

Laten we zoeken de onzichtbare God te begrijpen
door eenvoud en zuiverheid van hart;

laten we zoeken Zijn overvloedige Liefde te begrijpen
in de Goddelijke vereniging en intimiteit
die Zijn Majesteit Zich verwaardigd heeft ons aan te bieden,
door ons helemaal aan Hem over te geven;

in Uw grote minzaamheid
hebt U, Minnaar van de gehele mensheid,
voor ons gezongen om ons te verblijden;

U hebt,
als een bruidegom die een feestmaal voor zijn bruid bereidt,
voor ons allen een koninklijk feestmaal bereid,
zodat wij allen kunnen feestvieren van de vrijgevigheid van Uw huis;
U geeft ons te drinken uit Uw rivier van blijdschap;

ja, want met U, mijn Heer,
is de Bron van Leven,
door Uw Licht zien wij het Licht;

zoals een hert verlangt naar stromend water,
zo verlangt mijn ziel naar U, mijn God;
mijn ziel dorst naar God,
de God van Leven; de God van Hoop; de God van Troost;
wanneer zal ik het Gelaat van God opnieuw zien?

Mijn hart heeft van U gezegd: “zoek Zijn Heilig Gelaat;”
en, zoals een koning schatting zou betalen aan zijn koningin,
op dezelfde wijze, betaalde U, in Uw volmaakte goedheid,
schatting aan mijn zeer onwaardige ziel
door Uw Schoonheid te tonen, door mij Uw Heilig Gelaat te laten zien;

reddend Toevluchtsoord van mijn ziel, hoed mij;
en laat mijn ziel Uw zoetheid genieten;
U hebt aan zwakke handen kracht gegeven,
mij geschoold door mij aan te spreken op een allerverrukkelijkste manier,
door Uw Licht te laten schijnen op duisternis en diepe schaduw;

daar beneden, in de duisternis,
daalde Uw majesteit af met verdriet in Uw Ogen,
om de slavin-van-de-duistere-wereld te bevrijden, en mijn graf te bereiken;

ik was gestorven door gebrek aan Wijsheid.
Wie was ik, mijn Beminde, om zoveel aandacht aan mij te besteden?
Was het voor U juist, mijn Koning,
om Uw Ogen op mij te vestigen en mijn ziel te tooien in koninklijke gewaden
met Uw Woord,
zonder te riskeren Uw Werken omwille van mij in waarde te doen dalen?

Ja, ik was omgekomen toen ik de schoot verliet;
als een doodgeboren kind kwam ik ter wereld
met een wolk hangend boven mij;
ik dacht dat ik was, maar ik was nooit geweest,
niet voordat U kwam om leven in mij te blazen;

toen ik mijn ogen opende
en vanuit de verte Uw Tegenwoordigheid zag,
ontbloeide mijn hart als een bloem,
en alles wat in mij als verbrokkeld rot hout was,
werd veranderd in een tuin;

toen vulden mijn wangen zich met gelukkig gelach
bij het zo nabij zien van Mijn Verlosser;
en mijn mond uitte een kreet van blijdschap
vanaf het moment dat ik de adem van Leven inademde;

Uw Werken, Immanuël, zijn groot, onschatbaar,
Uw Wonderen, Immanuël, zijn niet te tellen;
en nu, zal ik aan mijn vreugde de vrije teugel laten;
ik zal mijn verrukte ziel laten uitspreken:

vandaag hoef ik niet het graf waarin ik lag “mijn bruidegom” te noemen,
en de worm “mijn vriend, broeder en zuster”;

vandaag noem ik Leven: “mijn Bruidegom, mijn vriend, broeder en zuster;”
in U verzamel ik mijn mirre,
door U ben ik met honing gevoed,
en wijn en melk is de drank die U mij geeft;

en dus, bid ik knielend,
en ik smeek U al Uw bloemen [29] te verzamelen
zodat zij mogen weten dat Uw gezelschap, Heilige,
schittering is voor de ziel, rijkdommen niet te tellen.
Uw Gezelschap, Mirre van mijn ziel, is pure tevredenheid;

ik ben nu als een kind, gelukkig en bereid;
als iemand het aandurft brandende adem uit te ademen tegen Uw kind,
zal Uw sterke Arm er zijn om het te beschermen;

kwaad kan nooit triomferen over liefde,
en waar liefde is, bent U …
Ik zal nooit verlaten zijn …

denk je dat Ik niet ontroerd[30] ben, Mijn beminde, met heel Mijn Hart? luister niet naar al het lawaai dat ze om je heen maken; opgesloten in het Hart van je Verlosser ben je; daarbinnen is je verfrissing; blijf in Mij, Mijn zuster, de Mijne; open je hand ….[31]

je onwaardigheid erkennend, door zo te doen, heb je Mij een boeket bloemen aangeboden, en je overgave; je hebt erkend dat Ik, die de Weg, de Waarheid en het Leven ben, naar je graf ben gekomen en je heb doen opstaan; en alle genaden en gaven die Ik je heb gegeven, zijn gegeven aan een ziel zonder enige verdienste;

geef toe aan wat goed is, en je zult met eer eindigen voor Mijn Troon; zift het goede van het kwaad;

ecclesia zal herleven, Mijn beminde;

Ik zegen je; Ik ben met je; 


[1] Het kan worden begrepen als ‘bestaan’.

[2] Psalm 133:1.

[3] De Drager en Toediener van een variëteit aan Gaven.

[4] Dit betekent: “je amen tegenover Trouw en Waarheid”; een aan God gegeven naam.

[5] Visioen van 29 januari 1989. In dat visioen kwam de Heilige Geest als een Duif. Hij vloog over veel mensen heen die hun handen uitstrekten, maar besloot naar mij te vliegen en plaatste Zich op mijn uitgestrekte handen, op mijn vingers. Toen drukte ik Hem tegen mijn wang.

[6] Het betekent: “laat wat je zegt puur zijn”.

[7] Het zou ook kunnen worden begrepen als “Beeld”.

[8] God bedoelt Zijn Boodschap: “Waar Leven in God”.

[9] Het geschenk van deze openbaring: “Waar Leven in God”.

[10] Het betekent: onze zielen.

[11] Uitdrukking die wil zeggen: God daalde neer om het niveau van Zijn zwakke volk te bereiken.

[12] Intimiteit.

[13] Goddelijke eenheid in de Liefde van God.

[14] Tuinen vruchtbaar maakt wil zeggen: “zielen die geestelijk vooruitgaan”.

[15] Joh. 14:23.

[16] Wij zijn Gods zaad.

[17] Symbolische beschrijving van “melk en honing” betekent in deze context: zuiverheid, vriendelijkheid en tederheid.

[18] De aarde.

[19] Zielen.

[20] Om ons geestelijk te voeden.

[21] En om ons te veranderen in lelies; ons zuiver te maken.

[22] Zijn Heilige Tegenwoordigheid.

[23] Onmiddellijk kwam het visioen van Zijn Goddelijk Gelaat naar de oppervlakte van mijn geheugen. Het blijft in mijn lichaam alleen vanwege de goddelijke macht van de Heilige Geest.

[24] Psalm 147:11.

[25] Mijn ziel.

[26] Ik wist dat de Heilige Geest mij bedoelde.

[27] Gods woorden zijn als een hymne en God wordt gehoord als een hymne.

[28] Visioen van 23 maart 1987.  Christus die mij een trouwring aanbiedt.

[29] Zielen.

[30] Jezus sprak.

[31] Jezus boog Zijn mooie Hoofd en kuste hoffelijk de binnenkant van mijn rechterhand; daarna legde Hij haar tegen Zijn Wang en maakte Zijn tederheid en liefde kenbaar; toen deed Hij haar weer naar beneden en maakte het teken van het kruis op de binnenkant, op mijn handpalm.