29 september 1995 

(Feest van Sint Michaël.) 

heb Mijn Vrede; Ik ben het, Jezus;

Mijn Aartsengel, Sint Michaël, wil hoffelijk voor je zijn, omdat je eraan hebt gedacht dat het zijn Feestdag is, Hij zal je goede instelling belonen; ic; 

(Sint Michaël spreekt:) 

vriendin van Onze Heer; Ik, Sint Michaël, groet je in de Naam van Onze Heer, de Allerhoogste; weet je wat de toorn van de Almachtige God tegenhoudt? 

Nee, dat weet ik niet … 

dan zal Ik het je vertellen; kleine zielen! ja! kleine zielen die volharden in gebed, die vasten en boete doen … door dezen zullen velen worden gered; ach Vassula, houd nooit op de Rozenkrans te bidden; houd nooit op Mij om Mijn tussenkomst te vragen; mogen eer en glorie aan God worden gegeven voor Zijn onuitputtelijk geduld;[1] kom, heb vertrouwen en val niet in bekoring; zie je? het is het niet waard …

luister en ga door naar je Vader in de Hemel te luisteren; God is niet onbereikbaar, Hij is binnen ieders bereik; roep dus je Abba en Hij zal je horen; de Allerheilig­ste Drie-eenheid wil dat iedereen het hoogste der hemelen bereikt en er binnengaat; gelukkig zijn zij die sterven in de Heer, aan hen behoort het Koninkrijk van de hemel; vrees God en prijs Hem altijd; aanbid je Schepper en bemin Hem altijd;

Ik, Sint Michaël, de Aartsengel, zegen je in de tegenwoordigheid van de Allerheiligste Drie-eenheid en in de tegenwoordigheid van Hun Heilige Engelen;

-Sint Michaël-

en terwijl je werkt, kun je doorgaan met bidden![2]


[1] Precies op dat moment had ik gedurende slechts twee seconden een twijfel, die mij bijna onmiddellijk verliet, en ik barstte weer in grote vreugde uit toen Hij zei: “zie je? het is het niet waard”.

[2] Ik moest het diner voorbereiden, daarom zei Sint Michaël dat ik onder het werken kon bidden.