10 augustus 1994 

Ik geef je Mijn Vrede;

Ik ben de Heer en bereidwillig voorzie Ik je van voedsel uit de hemel; schrijf, Mijn duif, schrijf deze woorden uit de Heilige Schrift, 

“Als jullie met Mij verbonden blijven
en mijn woorden in jullie blijven,
vraag dan wat je wilt,
en het valt je ten deel!” [1] 

luister en schrijf: in barmhartigheid heb Ik medelijden met je gehad, en daarom ben Ik hier om de onwetenden te onder­rich­ten en Mijn Wet te geven aan de wettelozen; Ik zal doorgaan deze generatie te voeden met de erfenis van Mijn Vader in de Hemel; het Brood dat jullie geneest komt van boven; het Brood van onderrichting daalt neer uit de hemel, uit de voorraadkamers van Mijn Vader; laat niemand zeggen: “ik heb niets te eten”; hier ben Ik en Ik bied het jullie aan, opdat jullie er niet toe worden verleid te eten wat walgelijk is en dodelijk, dat wat geworteld is in de wereld; Mijn Geest biedt jullie Leven en vrede; Ik schrijf deze enkele woorden tot jullie door Mijn bloem, 

Heer, sommige Grieks-Orthodoxe geestelijken geloven niet dat U het bent die spreekt omdat U het woord ‘bloem’ gebruikt om mij te roepen. 

Ik weet het, maar hebben zij niet gelezen: “… de bloem van hun kroost was omgekomen …”[2]

tegen hen zeg Ik: “open jullie hart en jullie zullen Licht ontvan­gen en jullie zullen geloven;” nu zijn ze als een beklagenswaardige groep die wandelt in schaduw en halfduister; in Mijn Barmhartigheid zie Ik veel van hun misdaden door de vingers, om ze tijd te geven voor berouw!

kom, Mijn vriendin, Ik ben niet vergeten wat je Mij die dag hebt aangeboden; de dagen komen dichter bij het ogenblik waarop Ik een goed gebruik kan maken van jouw aanbod;[3] tot dan zal Ik je voorbereiden; Mijn verschijningen aan jou zullen doorgaan zodat Ik je bemoedig; ach, Mijn kind, wat zal Ik niet voor je doen?

– in de Tederheid van Zijn Liefde, heeft Mijn Vader je pad bekleed met saffieren; een Koning, en toch zo moederlijk, een Rechter, en toch zo teder en liefdevol, de Alfa en de Omega, en toch zo deemoedig; kom, Ik en jij, wij? ons? 

Ja! 

spreek in Mijn Naam, dat doet Mij plezier en eert Mij; 

Heer, ik bemin U en ik geniet elke minuut van Uw Tegenwoordigheid. 

Ik ook; het is Mij een vreugde op deze manier met je te spreken; 

Dit is blijvend, mijn Heer. Altijd en overal waar ik ook ben; dit geschenk is altijd bij mij, nietwaar? 

ja! dit is wat de Vader en Ik je hebben geschonken; ach Vassula, op zekere dag zul je samen met Mij verschijnen in de Hoven van Mijn Vader; Ik zal Mijn bloem evenwel nog niet plukken, niet voordat Mijn Plan met jou is voltooid; ga tot dan door Mijn Bloed te drinken en Mijn Lichaam te eten;

de Heilige is met je;


[1] Joh. 15:7.

[2] Wijsheid 18:12.

[3] Lees de boodschap van 8 augustus 1994.