7 december 1993
Vassula van Mijn Heilig Hart, vrede zij met je;
ofschoon jij niet degene was die Mij gezocht hebt, heb Ik je begunstigd en ben Ik in je ellende tot je gekomen; ofschoon je niet geschikt was voor deze zending, besloot Ik je te doen opstaan met Mijn Kracht om uit te gaan en een ongodsdienstige en slechte wereld door Mijn Boodschap te veroveren; wees nooit bang want Ik ben met je; blijf Mij trouw en laat je hart niet verontrust worden als Mijn Boodschap door sommigen niet wordt aanvaard; het is Mijn Boodschap en niet de jouwe, nietwaar? jij moet Haar alleen maar overbrengen en je voor de rest geen zorgen maken; dochter, vanaf het begin hebben Mijn Vader en Ik je gewaarschuwd dat je veel verzet zult ontmoeten want hetgeen redt wordt door de wereld veracht;
Ik zeg je nogmaals als nooit tevoren: jij bent Mijn dienares en je zult nooit groter zijn dan Ik, je Meester; geen boodschapper is groter dan Degene die hem zond; je hebt Mijn Wonden gezien, ook jij zult ze dragen omdat je met Mij bent, maar maak je niet ongerust, de Liefde is aan je zijde om je op te monteren en zoals de Vader Mij heeft gezonden om te getuigen van de grootte van Zijn Liefde en Zijn Naam te verheerlijken, zo zend Ik ook jou;
Ik was gezonden om Zijn Naam bekend te maken, en Ik heb gezegd dat Ik zal doorgaan Hem bekend te maken en dat doe Ik; Mijn Woord is Waarheid; wees niet verrast als Ik nu en dan neerdaal om jullie aan de Vader te herinneren, dus nu, dochter, wees jij ook Mijn getuige; Ik heb enkelen uitgekozen om in hen Mijn Macht te manifesteren en aan de wereld de diepten van Mijn Rijkdommen te onthullen om Mijn Naam te verheerlijken; in jouw dagen verschijnen Ik en Mijn Moeder aan een aantal mensen; Ik heb hen geheel met Mijn Naam in olie getekend om ook hen in staat te stellen het werk uit te voeren dat Ik hun gegeven heb; bid voor deze zielen zodat ook zij hun zending met ijver mogen vervullen om Mij te verheerlijken;
Vassula, Mijn Eigendom, Ik, je Heer, ben je Sterkte; kom dan zonder aarzelen en put uit Mij, vul je hulpbronnen aan! Ik heb je hoofd getooid met Mijn Doornenkroon en je lichaam bekleed met Mijn Handtekening; Mijn Woorden heb Ik met Mijn Vinger in je hele wezen gegrift; en je bent Mijn levende Schrijftafel geworden; Mijn Gebod heb Ik je gegeven: Mij, je Heer, te dienen en te beminnen met enthousiasme, bemin Mij zoals Ik jou bemin, wees volmaakt in je liefde! Ik heb je bevolen Mijn Wijngaarden te doen gedijen; Ik heb je onder ellende uitgekozen om je te adopteren, toen heb Ik je overstelpt met Ware Kennis en je gezalfd, je de Mijne gemaakt;
ofschoon de Vijand, uit jaloezie, zijn strijdkrachten tegen jou heeft gebundeld om Mijn beminde te vernietigen, zul je ongedeerd blijven; en zoals de zon en de maan op alle dingen schijnen, zo zal Mijn Heilig Aanschijn op jou[1] schijnen, als een zegen, bevestigend dat Ik Ben de ware en enige Auteur is van:
‘Waar Leven in God‘
en dat jij Mijn geschenk bent aan de mensheid, dit is de wijze waarop Ik Mijn Boodschap zal bezegelen … immens is Mijn Barmhartigheid en Mijn Heerlijkheid … Ik zal doorgaan je te gebruiken als Mijn altaar waarop Ik elk offer zal leggen dat jij Mij aanbiedt; alles wat je Mij met liefde offert zal de toorn van Mijn Vader bedaren en doen afnemen; dan, als je diensten zijn voltooid:
zal de Ceremonie voorbij zijn
niets kan meer worden toegevoegd … Ik zal inderdaad spoedig bij je zijn, beminde;
[1] Als Christus mij tenietdoet en volledig in mijn plaats verschijnt, zoals door velen werd getuigd, in verschillende landen.