30 juni 1993
Heer, ik ben bereid te leren.
kom dan en leer! de Wijsheid is je Opvoeder;
Vassula, bid voor jullie priesters;[1] verhef je ziel tot Mij en leef in Mij, in Mijn Liefde; voel Mijn Liefde, vandaag roept de Herder; vandaag zoekt de Herder Zijn verloren en verstrooide schapen; Zijn Stem wordt door velen gehoord, en toch herkent niet iedereen Zijn Stem,[2] sommigen zijn zelfs geërgerd door Zijn Stem; allen die de Mijnen zijn zullen tot Mij terugkeren; alle schapen die Mij toebehoren zullen Mijn Stem horen en zullen zich verheugen bij het geluid van Mijn Voetstappen;
zij die Mijn Stem niet herkennen zijn niet Mijn schapen; Ik had mannen gehuurd om Mijn kudde te weiden tot Mijn Terugkeer, maar nauwelijks was Ik vertrokken, amper was Ik weggegaan, of de huurlingen namen de steden in om hoge zetels te bemachtigen; heb je niet gelezen:[3] “er zal tegenslag komen over de onwaardige herder die de kudde in de steek laat!” daarom herinner Ik jullie er voortdurend aan dat Mijn Koninkrijk onder jullie allen is; Ik ben nooit opgehouden jullie aan de waarheden te herinneren die Ik jullie Zelf gegeven heb; zou Ik er dan nu niet op toezien dat er recht wordt gedaan aan Mijn schapen? schapen die sterven door gebrek aan weideland? de Schrift kan niet worden verworpen en Mijn Woord is iets levends en actiefs, maar in je afvallige hart ben je in je binnenste afvallig geworden aan Mijn Woord, herder;
Wie is er trouw in Uw Huis, Heer?
zij die niet beweren te zien[4] zijn trouw; zij die, vanaf het begin, nooit hun ogen hebben geopend noch deden alsof ze goden waren, die goed en kwaad[5] kenden, zijn trouw en waar; de herders die voor Mijn schapen zorgden en bij hen bleven met een staf in de hand en die geen indrukwekkende kleren[6] aantrokken, noch op Mijn Troon[7] zaten met een scepter en beweren dat ze God[8] zijn, zijn trouw; zij die hun leven gaven voor Mijn schapen, zijn Mijn trouwe herders die aanspraak kunnen maken op wat hun door de Geest is gegeven; je zult ze herkennen aan de wonden op hun lichaam, wonden die ze hebben opgelopen in het huis van hun vrienden;[9] maar weldra zullen daar geen handelaren meer zijn als Mijn Dag komt;
[1] De Griekse Metropolieten waren aan het twisten.
[2] Joh. 10:26.
[3] Zach. 11:17.
[4] Joh. 9:41.
[5] Gen. 3:5.
[6] Kleren staat voor eerbewijzen.
[7] Ez. 28:2.
[8] Ez. 28:2, 2 Tess. 2:4.
[9] Ook herders, maar ontrouwe.