21 december 1992 

(Gelezen in de week voor de eenheid in Los Angeles en Sacramento.) 

dochter van Mijn Heilig Hart, Ik zou willen dat je schrijft; luister naar Mijn Stem vanuit de hemel;

Mijn Woorden van Verzoening, Vrede en Eenheid zijn niet gehoord noch gerespecteerd, Ik heb eenmaal gesproken en Ik zal niet nogmaals spreken; Ik zal niets nieuws toevoegen; 

Heer, het is blijkbaar niet gemakkelijk[1] 

Ik wil dat je stem deze keer in januari[2] buldert! Ik wil dat je stem zo luid als nooit tevoren buldert! je zult uit Mijn Naam spreken; laat de hele wereld horen: de dagen zijn nu geteld, er is niet veel tijd meer over, en de genade die de mensheid omhulde zal abrupt en plotseling tot een eind komen … dit zal gebeuren opdat de wereld zal beseffen hoe groot Mijn Barmhartigheid en Mijn Goedheid waren die jaar na jaar van boven neerstroomden; …

vertel hen, die voor de eenheid werken, naar de hemel op te kijken; te zien hoever die verwijderd is van de aarde! zover zijn hun harten van elkaar verwijderd; zo verdeeld[3] zijn ze; wanneer  zullen ze allen een decreet uitvaardigen, met algemene stemmen, om het feest van Pasen op een en dezelfde dag te vieren?

Ik ben het moe hun nobele taal te aanhoren, mis­schien is die gepast en welsprekend voor hen, maar voor Mij klinkt het als een gongslag, want het is hol en leeg; Ik ben gekomen om tot hen te spreken, eerst uit bezorgdheid, toen uit medelijden, maar tot op de dag van vandaag heeft nog niemand zijn stem gedempt om Mijn Stem te horen;

helaas voor jullie, die zeggen Mij ten dienste te staan en toch Mijn Koninkrijk beletten eenheid en stabiliteit te vinden! maar jullie zijn’t niet die Mijn Koninkrijk bijeen zullen brengen … want jullie begrijpen niets en zullen het ook nooit begrijpen … als jullie, ondanks Mijn hemelse oproepen, de diepten van Mijn Hart niet hebben gepeild, hoe zouden jullie dan de argumenten van Mijn Geest kunnen ontrafelen, hoe kunnen jullie de Rijkdommen van Mijn Heilig Hart doorgronden?

Ik heb niet in parabels gesproken noch heb Ik in raadsels gesproken, Ik heb duidelijke woorden gebruikt om tot jullie te spreken; Ik heb de kerkelijke functionarissen berispt en hen bijeengeroe­pen om tot hen te spreken,[4] maar hebben zij gevolg gegeven aan de oproep van Mijn Hart? het was hun plicht om een officiële oproep te doen; Ik heb de autoriteiten[5] berispt; Ik was die dag[6] niet gekomen om hen aan te vallen, maar om hen olie aan te bieden om hun lampen bij te vullen, opdat Mijn Kerk niet nog meer schade zou worden toegebracht; hoe velen van hen hebben hun handen naar de hemel uitgestrekt; Mij aanroepend? beseffen zij hoe Mijn Bloed tweemaal[7] als water wordt vergoten?

– moge Mijn kreunen deze keer hun oor bereiken … wat Mijn rechterhand heeft geplant is in tweeën gebroken, toen in drieën, en daarna in stukken gehakt; waar is de complete wijnstok[8] die Ik geplant had? … er was eens een wijnstok; elk seizoen verwachtte Ik dat Hij druiven zou dragen; hij bedekte valleien, bergen, en strekte zich uit tot voorbij de zee, want hij had wortel geschoten op Mijn eigen landgoed, op Mijn eigen erfgoed. Ik had zijn takken uitgestrekt om de vier uiteinden van de aarde te bereiken en de wereld met vruchten te verzadigen; maar in plaats van hem te bewaken hebben ze hem verwaarloosd, doornen en distels toegestaan zich eromheen te vermenigvuldigen, tak na tak, loot na loot verstikkend; de uitverkoren plant die Mijn Rechterhand had geplant is nu met de grond gelijkgemaakt en de schoonheid en de glorie en de vrucht die ze gaf, zijn nu afgevallen als rot fruit;

er is geen reden om te zwellen van trots, en houd op met trotse ogen te kijken ingeval jullie dwalingen zich vermenigvuldigen en jullie daden op jullie eigen hoofd neerkomen; Ik ben gekomen om jullie lamp met olie te vullen, ontsteek je lamp en gebruik haar nu zodat je ziet waar je heen gaat; ieder die deze keer verzuimt zijn lamp aan te steken en haar te gebruiken, bij hem zal deze lamp worden weggehaald en aan een ander gegeven worden; laat ze bidden en deze woorden zeggen: 

O Heer,
U die onder ons verblijft,
leid ons;
plaats Uw Koninklijke Troon
midden in  Uw wijngaard,
en geef ons Uw bevelen; 

O Heilige Heer van alles wat heilig is
zuiver ons, opdat wij de ongereptheid
van Uw Huis en van Uw wijngaard bewaren,
kom liefdevol tussenbeide en bescherm
wat Uw Rechterhand bewerkte; 

wij zijn tegenover U tekortgeschoten, maar wij weten,
wij geloven en wij vertrouwen,
dat U Uw Poort wijd open zult zetten,
om de Rivier van het Leven te laten vloeien over Uw wijngaard
en nog eenmaal zullen daaruit takken ontspruiten
die vrucht zullen dragen en een
koninklijke wijngaard zullen worden,
koninklijker dan ooit tevoren
omdat Uw Heilige Geest, de Gever van Leven,
hem zal overschaduwen;
amen 

en jij, Mijn Vassula, je lijden zal je leren geduldig te zijn; heb je niet gehoord dat geduld volharding voortbrengt en volharding hoop voortbrengt? en deze hoop, op deze hoop zal Mijn Koninkrijk verrijzen; laat alles in jou Mij nu verheerlijken;

Mijn Heilige Geest heeft jou getekend met Mijn Zegel, wees dus niet bang; herders, priesters, leraren, bisschoppen en kardinalen zullen de Roep van de Herder herkennen en Ik zal hun geest vernieuwen zodat hun oude ik verpletterd wordt en zij ten volle zullen beseffen dat Ik op Mijn Weg terug ben om heel Mijn schepping te herscheppen in de goedheid en heiligheid van de 

Waarheid;  

kom, Mijn dochter, Mijn kostbare, Ik Ben is met je;


[1] Ik wilde zeggen: “om de data van Pasen te gelijk te maken”. Dit is wat degenen die voor de eenheid werken mij hadden verteld. Maar Jezus onderbrak mij en ging verder, met krachtige Stem.

[2] De maand voor de Eenheid.

[3] Jezus lijkt hier hun stappen te leiden, suggererend wat ze zouden moeten doen.

[4] Mij gebruikend als Zijn spreekbuis.

[5] Bij de Wereldraad van Kerken.

[6] Mij gebruikend als Zijn spreekbuis.

[7] De twee Paasfeesten: Rooms Katholiek en Orthodox.

[8] Kan worden geïnterpreteerd als Kerk, of Gods volk.