29 november 1992
(Filippijnen – Manila.)
Ik ben jullie Goede Herder; Ik heb jullie roep van boven gehoord, dus hoe kon Ik jullie roepen weerstaan, als Ik jullie klagen hoor en jullie doodsangst zie? Ik ben op deze wijze gekomen om tot jullie te spreken en jullie harten te herinneren aan Mijn verzoek:[1] hebben jullie je allemaal verzoend met je broeders, met je zusters, met iedereen? slechts een enkeling heeft dat gedaan …
hier ben Ik om jullie opnieuw Mijn woord te geven; Ik kom niet als een Rechter, nog niet, en als Ik jullie terechtwijs is dat vanwege de grootte van de liefde die Ik voor jullie heb … Ik ben een Jaloerse God en Ik wil gebeden, gebeden zonder ophouden;
ach, beminde kinderen, als jullie eens wisten hoe Mijn Hart verscheurd wordt telkens wanneer een van jullie het voldoen aan Mijn verlangens tot later uitstellen … Ik zeg jullie, Ik zal weldra neerdalen in volle kracht met Mijn Heilige Geest om het zicht te geven aan de blinden en het zicht te ontnemen aan hen die zeggen dat ze zien …
de geest die over deze wereld rondhangt is een opstandige geest, die de wereld beveelt een goddeloos leven te leiden en zo Mijn Heiligdom te ontheiligen; zijn jullie niet allen Mijn Heiligdom? verblijd jullie Vader in de Hemel en bid voor de Verzoening van deze wereld; gelukkig de vredestichters als ze werken voor de Vrede! zij zullen kinderen van de Allerhoogste worden genoemd;
bid opdat Mijn Kerk één word; vandaag heerst er een verdeeldheid in Mijn Kerk zoals nooit tevoren; zoals Kaïn en Abel, broers, maar toch de een van de ander verschillend; één bloed, en toch verschillend; de een was oprecht, de ander niet, de een was geneigd tot het goede, de ander tot het kwaad en Mij onwelgevallig; de een was trouw en toegewijd, de ander verraderlijk en een rebel: dit zijn vandaag de leden van Mijn Kerk; Ik heb twee soorten: de een toegewijd, de ander, een rebel; Mijn Kerk is verdeeld;
Ik zeg jullie voorwaar dat Mijn Koninkrijk onder jullie is; – Mijn Heilige Geest waait vandaag over jullie allen om het weinige dat in jullie is overgebleven nieuw leven in te blazen en om de rebellen weer tot bezinning te brengen; Mijn Heilige Geest van Genade blaast over jullie Mijn Hartstochtelijke Liefde; de schapen die Mij toebehoren zullen Mijn Stem van verre herkennen, weldra zal Ik de leerlingen duidelijk laten stralen;
Ik, jullie Koning, zegen ieder van jullie uit de grond van Mijn Hart; wees één!
(Later)
(Onze Gezegende Moeder geeft een boodschap voor de Filipijnen.)
zoals een Moeder, kom ik jullie vragen te luisteren naar jullie Vader; luister naar Hem en doe wat Hij jullie vraagt te doen;
Ik heb jullie op een speciale manier de Wonden van Onze Harten getoond; Ik zal op deze wijze nu nog slechts voor een korte tijd bij jullie blijven, maar ik zal jullie niet verlaten, jullie die de lammeren van de Herder zijn, zonder ervoor te zorgen dat jullie beschutting en weide hebben;
de wereld heeft de Tijden weer verkeerd beoordeeld en kan ook de Tekenen niet herkennen; de wereld luistert niet naar Onze Twee Harten en begrijpt ze niet, ze verwerpen Ons … maar het uur is nabij waarop een Licht van boven zal schijnen en Onze Twee Harten, als Twee Lampen die naast elkaar schijnen, zullen deze wereld nieuw leven geven door haar van de duisternis naar het licht brengen; die Twee Harten, die door de wereld zijn bestreden, zullen op het einde zegevieren en de koninkrijken van de wereld zullen voorbijgaan en vervangen worden door het Koninkrijk van Mijn Zoon … dit alles is nu jullie zeer dichtbij!
Wanneer jullie van hier vertrekken,[2] ga dan heen met de vrede van de Heer en Mijn vrede;
[1] Op 24 oktober 1991 gaf de Heer een boodschap aan de Filippijnen met het verzoek zich te verzoenen.
[2] De Kerk waarin we verbleven.