18 december 1989
Mijn Vassula, Ik, de Heer, zal je voeden voor de eigen ogen van je vervolgers; voel Mijn pijn, Mijn kind, jou onder deze wolven te zien …
Mijn Ziel is ontroostbaar en Mijn Hart treurt zozeer dat Ik legioenen van engelen gemobiliseerd heb om Mij te komen troosten; jouw vervolgers geven je vergiftigd water te drinken, maar Ik zal je onophoudelijk blijven verzorgen met Mijn grote Liefde die Ik voor je koester; Ik zal, Mijn engelen[1], al die hindernissen omverwerpen die jullie verachten, jullie allen in wie Mijn Hart zich verheugt om mee samen te zijn en in wie Ik Mijn troost en Mijn rust vind; Mijn lammeren, jullie die door Mijn Genade Mijn Boodschappen ontvangen, Mijn lammeren, jullie die rust geven aan Mijn Hart, jullie die Mijn voorkeurszielen zijn, Ik wil niet dat jullie aangevallen worden door deze Kaïns, die Kaïns die doordrenkt zijn van zonde en die nooit opgehouden hebben jullie, Mijn Abels, naar de keel te willen vliegen;
Heer! De Kaïns vallen ons meedogenloos aan. Ze hebben lang geleden Uw profeten gedood en vandaag willen ze hun misdaad herhalen, het is hun bedoeling al Uw Altaren af te breken, het ene na het andere. Ze willen ons van de oppervlakte van dit ballingsoord uitroeien!
Mijn rest … Mijn altaar … jou, die Ik heb opgewekt uit het stof om je te modelleren en je te vormen tot een levend altaar voor Mij, de Allerhoogste, jij bent één van Mijn altaren, altaren die Ik plaats op verschillende plekken van de aardbol en waarin Ik Mijn Brandende verlangens uitgiet uit Mijn Vurige Vlam van Liefde; Ik zeg je dit: Kaïn zal Mij deze keer onder ogen moeten komen, hij die nog steeds popelt om te moorden, omdat hij doorgaat zijn kwade zaad te zaaien in de aarde die hij bewerkt heeft, en vandaag eet wat de oogst hem oplevert, hij zal Mij onder ogen moeten komen; luister, Mijn duif: hij zal je noch met geweld noch met het zwaard naar de woestijn slepen om je bloed weer te vergieten, en evenmin zal Ik hem toestaan de Vlam uit de blazen die Ik je gegeven heb;
Mijn kleine altaren, jullie die Mijn Vreugde uitmaken, houd moed, wees niet bang, elk van zijn zonden zal op zijn hoofd terugstoten … en de profetie van Jesaja geldt nog tot op de dag van vandaag voor deze Kaïns, namelijk dat Ik, de Heer, hun zal geven “een trage geest, niets ziende ogen en onopmerkzame oren, en ze zijn nog zo tot vandaag” en zo zullen ze altijd zijn;
Ik verbande Kaïn uit zijn land naar de woestijn, een land waarin Ik niet leef, een land waar de zondigheid in rivieren stroomt en hun oevers drenkt en de aarde bevloeit; de Gerechtigheid had hem verstoten uit Mijn zicht, en toch, zelfs wanneer de Barmhartigheid hem vandaag te hulp komt en Haar Hand uitstrekt om de sluier van zijn ogen weg te nemen, weigert hij … Ik daalde zelfs af in de onderwereld naar de mensen uit het verleden, om je leven uit de groeve omhoog te tillen, Kaïn, maar tot op de dag van vandaag hoor je Mij niet; noch wil je Mij, je God, erkennen;
Vassula, Mijn duif, wees niet bang vrijuit te spreken, want Ik heb je begiftigd met Mijn Geest; dit ballingsoord doorkruisen is hard, maar Ik Ben naast je; Ik, je Heilige Metgezel, wandel aan je zijde om je te voorzien van spraak, vriendschap en troost; Ik ben bij je om de bedreiging te zijn voor je vijanden; Ik ben bij je om elke wervelwind te kalmeren en te bedaren die zou kunnen opsteken en jou bang maken; Ik ben bij je om de wolven weg te jagen die je komen opjagen; Ik ben bij je om je hoofd te beschermen tegen de verzengende zon; Ik ben bij je, Mijn beminde, om met Mijn Licht alle adders en schorpioenen te verjagen die op je pad komen; Ik leid je op de weg die je gaan moet en Ik bedek jou en allen die ons vergezellen dagelijks met Mijn Wierook en zegen elke stap die zij zetten;
Mijn Ogen rusten op jullie, Mijn duiven, jullie die Ik helemaal in de woestijn ben gaan zoeken; Mijn Liefde voor jullie is een Levend Vuur en Mijn jaloezie meedogenloos als nooit tevoren, dus luister naar Mijn lied; Mijn Rustplaats van rust is nu niet ver van jullie vandaan; Ik ben Degene die jullie het meest liefheeft en Ik geef jullie het Geschenk van Mijn Liefde;
kom luisteren naar Mijn lessen; Mijn lessen zijn Licht; lessen die de wereld is vergeten, juist deze lessen die hun oogappel zouden moeten zijn;
kom, wij, ons?
Ja, voor eeuwig, Heer.
wij, ons?
Voor altijd, Heilige Moeder.
Ik heb je lief;[2]
[1] De hedendaagse boodschappers.
[2] Onze heilige Moeder.