15 november 1988
(Vandaag voelde ik Jezus’ Kruis op mijn schouders. Ik voelde Zijn Hart vol van ondraaglijke pijn, wat lijdt Hij … vanwege de wereld die de Heer afwijst.)
Heer.
Ik Ben; voel Mijn Kruis, geef Mij rust, Mijn kind van Licht; Ik ben zo vermoeid, blijf dicht bij Mij; Ik heb troost nodig in deze verlatenheid; Mijn Vassula, hoor Mij en schrijf;
O schepping! Mijn zaad! Ik ben je Heilige, maar jij veroordeelt Mij; Ik heb je van alle Eeuwigheid bemind, maar je veracht Mij; Ik heb je bevrijd van de Dood, en toch val je Mij aan; Ik voed je dagelijks met Mijn Brood en vul je met Mijn Wijn maar in je boosaardigheid beledig je Mij; Ik dorst naar Liefde, maar je verlaat Mij in Mijn dorst; Ik verwelkom je als Ik zie dat je vermoeid bent, om je in Mijn Hart te laten rusten, maar als Ik vermoeid ben wijs je Mij af; Ik open Mijn Hart voor je en laat je zien hoe je Het hebt gewond, maar in je slechtheid, herhaal jij je steken en doorboor je Mij door en door; Ik open Mijn Armen om je welkom te heten en omhels je, maar je wendt je af, keert Mij je rug toe; vol tederheid open Ik Mijn Heilig Hart om je te verwarmen, maar als Ik bij jou kom, sluit je de deur in Mijn Gezicht en laat je Mij buiten in de kou;
als een bedelaar roep Ik je de hele dag, met Mijn Handen naar je uitgestrekt om je op te wekken en je te genezen, maar jij negeert Mij, in plaats daarvan, en wijst Mij af; Mijn Ogen en die van Mijn Moeder zijn uitgeput door lijden; Mijn Lichaam is aangetast door Zijn Wonden, onherkenbaar; alles wat Ik van jullie vraag is Vrede en Liefde, maar jullie weigeren Mijn smeekbeden te horen … Ik ben eerst naar de Mijnen gekomen, maar weer, werd Ik door hen afgewezen, veracht en vervolgd; jullie jaagden Mij op, behandelden Mij als een nar, jullie hebben Mij verraden …[1] jullie verraad heeft Mij elke traan gekost die er nog in Mijn Ogen was, jullie slechtheid heeft heel de Eeuwigheid doorboord en zelfs de duivels staan versteld over jullie slechtheid;
ach Vassula … Ik ben gekomen, uit medelijden en grote Barmhartigheid, om je te waarschuwen en je te redden van de Dood; Ik heb je naar de Mijnen gebracht, maar zij hebben Mijn Stem onderdrukt, uit vrees om in het Licht te komen waardoor hun schuld bekend zou worden; aangezien zij Mijn Stem verstikken en Mijn Geest van Waarheid niet verwelkomen, zal Ik hun zonden door vreemden laten blootleggen; Ik zal Mijn Stem laten klinken als een trompet van de daken van jullie huizen … [2]
Ik ben verwelkomd door vreemden die Mij nooit gekend hebben; Ik klopte aan hun deur en zij stonden Mij toe binnen te komen; ondanks hun armoede, lieten zij Mij delen in hun maal; zij hebben Mij, vanwege hun armoede, niet gezocht, en toch hebben ze Mij gevonden; Ik heb ze Mijn Wonden laten zien veroorzaakt door Mijn beste vrienden, en zij knielden neer voor Mijn Wonden; toen zij Ze zagen, ontroerd door Hun diepte, ontroerd door de wreedheid Mijn Lichaam aangedaan, smolt hun hart als was; huil niet, Mijn kind;
… Mijn Stem zal gedragen worden door vreemden; wanneer je de Echo hoort, weet dat hij van Mij kwam; Ik zal verheven worden door vreemden die Mij nooit hebben gezocht; Ik zal verheerlijkt worden door hen die Mij nooit hebben gekend; en Ik zal hun Meester worden en hen onderrichten, en hun fouten zal Ik verdrijven; Ik zal met hen redeneren en zij zullen Mij begrijpen; zij zullen Mijn Wonden genezen;
Ik ben De Herder, en Ik zal Mijn lammeren verzamelen, aangezien zij geslagen zijn door hun herders en verstrooid; O Vassula, dit alles zal vervuld worden, zeer spoedig nu;
kom, rust in Mij; sta Mij toe in jou te rusten; verbonden in liefde, laat ons delen;
Ja, mijn Heer.
wij, ons;
Voor eeuwig, amen.
16 november 1988
(Sinds gisteren valt Satan mij woest aan. Jezus had mij gewaarschuwd. Satan kent mijn zwakke plekken en hij mikt op die gebreken. Mijn zwakste punt is mijn onzekerheid over deze openbaring, vooral door wat ik ben. Ik ben geen engel noch heilig, ik blunder vaak en weet werkelijk niets. Dan, voel ik soms dat Jezus geen buitengewone bovennatuurlijke tekenen geeft, zoals bij andere mystici. Dus valt Satan mij daarop aan en voedt deze zwakke punten tot zijn voordeel, en kwelt mij.)
Vassula, Ik ben het, de Heer; telkens wanneer je twijfelt, val Ik in diepe droefheid, Mijn Hart doet pijn; … wil je doorgaan met Mijn Werk?
Zeg, “Ere zij God en Gezegend zij onze Heer”.[3]
Ere zij God, Gezegend zij onze Heer!
Vassula![4] … Vassula, Mijn kind, laat je niet misleiden door Satan; hij bestrijdt je met suggesties, hij bestrijdt Mijn Plan; telkens wanneer je voet een stap vooruit zet, is hij razend van woede; Ik ben bij je, kleintje, om je te waarschuwen;
Vassula, Mijn tekenen zijn deze keer beperkt voor deze openbaring; Ik word meer verheerlijkt op deze manier, Ik heb je uitgelegd waarom; Ik wil dat Geloof op de eerste plaats komt, zonder teveel buitengewone tekenen in deze openbaring; Ik wil het eenvoudig; Ik heb je verteld dat het enige teken dat Ik zal geven, jijzelf bent en je vruchten die vooral bekeringen zijn; Ik weet hoe het aan geloof ontbreekt in jouw tijdperk, daarom zul je vervolgd worden, maar, werd Ik ook niet vervolgd? ondanks Mijn Vruchten werd Ik niet geloofd;
Ik geef je veel genaden, Vassula, ofschoon je er geen enkele verdient; Ik heb dienaren die zoveel meer verdienen dan jij, en toch beperk Ik hen met genaden; Ik veroordeel je niet, Ik herinner je er alleen aan; alles wat Ik van je vraag is liefde; bemin Mij je God met heel je ziel en met heel je verstand want Ik heb je geschapen om Mij te beminnen met een speciale liefde, diep, onpeilbaar;
Ik heb Mijn Poorten in de Hemel geopend en je binnengelaten; Ik heb je in Mijn Huis verwelkomd, waar alleen de Uitverkorenen te vinden zijn; Ik heb Mijn Uitverkorenen verteld over Mijn Reddingsplan; het is door Mijn Grenzeloze Barmhartigheid dat Ik Het heb voorbereid, in het geheim; Ik heb het in Mijn Huis aan Hen bekendgemaakt; Ik heb Hun verteld dat Ik Mijn Oog op jou had laten vallen, Ik heb gezegd dat Ik de minste van al Mijn schepselen zou kiezen, de zwakste en ellendigste van alle eeuwigheid, om Mijn Grote Barmhartigheid en Mijn Autoriteit te tonen; Ik ben de hele weg naar je afgedaald, om je onder de doden te zoeken en je op te wekken, je naar Mij op te heffen, want dit was Mijn Wil;
Ik heb toen een tafel klaar gemaakt voor jou, en Ik, Ikzelf, heb met Mijn Hand Mijn voedsel in je mond gelegd; hoe bemin Ik je, Ik je God!! Ik bemin je op het jaloerse af! Ik heb je daarna gezalfd met Mijn olie en je de Mijne gemaakt; Ik heb je gehuwd en Ik werd je Meester; Ik overlaadde je met genaden en verrijkte je met Mijn juwelen; heb Ik je niet Mijn Kruis gegeven, Mijn Nagelen en Mijn Doornenkroon? welke kostbaarder schatten kan een Bruidegom aan Zijn bruid schenken?
Ik, die de Geest van Liefde ben, heb je geleerd hoe Mij te beminnen en hoe in deze liefde te groeien; Ik heb je aan Mijn engelen voorgesteld; Ik deel alles met je wat Ik heb;
je leeft in Mijn Huis, je leeft in Mijn Heilig Hart, gezegend door Mijn eigen Hand, geheiligd door Mijn Genade;
probeer te begrijpen waarom Satan je opjaagt; hij wil Mijn Plan vernietigen; als je eens wist wat een strijd er gaande is! maar de aarde voelt de trillingen van dit gevecht; dus pas op voor hem en laat je niet door hem misleiden!
Hoe zou ik iets kunnen doen tenzij U mij helpt! Laat hem dat niet doen! Stuur hem alstublieft weg!
als je eens wist hoe Ik je bescherm … hier, kijk even hier;
(Ik zag mijzelf staan en rondom mij een cirkel van engelen die elkaar bij de hand hielden zodat de toegang versperd was.)
het is Satan niet toegestaan een vinger[5] naar je uit te steken, dat beloof Ik je; Ik van Mijn kant, zal je nooit in de steek laten, noch zal Ik je verwaarlozen; met Mij zal het je aan niets ontbreken; Mijn Vrede heb Ik je gegeven en Ik heb je Mijn voorliefde voor kleine zielen laten zien; Ik heb je Mijn Heilig Hart getoond;
dus Mijn Vassula, je bent geschapen om Mij mateloos te beminnen en Mijn Ziel te verrukken; je moet altijd naar Mij verlangen, je moet Mij gehoorzamen, Mij vreugde schenken; je moet Mijn toorn kalmeren, je moet Mij troosten en Mij rust geven; je moet Mij aanbidden, je moet op Mij hopen, je moet volledig en blindelings in Mij geloven; deze zijn de grondbeginselen van Mijn Hart;
eer Mij, door Mijn Weerspiegeling te zijn, en verheerlijk Mij door alles te aanvaarden wat Ik je geef; bloem, leef alleen voor Mijn belangen en Mijn Glorie; aanvaard altijd met vreugde alles wat Ik je geef;
Ja, mijn Heer. Ik probeer het.
Ik ben altijd Aanwezig; onthoud, als Ik niet gekomen was om je te redden, zou je dan nu naar Mij verlangen, naar Mij alleen?
Nee, Heer.
Ik heb je geleerd wat Waar Leven in Mij betekent; bid dikwijls, bid dagelijks de Heilige Rozenkrans, want deze kleine ketting zal De Keten zijn waarmee Satan zal worden geketend en overwonnen! Ik geef je Mijn Vrede, twijfel nooit; wij, ons;
Voor altijd, amen.
(Ik denk dat als de Schrift zegt dat Satan zal worden geketend, (Apokalyps 20:2), dat dit zal zijn, wanneer de hele mensheid de Heilige Rozenkrans zal bidden, de hele wereld. Als deze dag komt, zal Satan worden overwonnen en verpletterd door “de keten” van de Rozenkrans.)
[1] Jezus’ Stem was vol bitterheid.
[2] Pauze. Daarna droevig.
[3] Ik was wantrouwend.
[4] Jezus’ Stem was zo zacht en teder. Ik smolt.
[5] Mij ziek te laten worden of de dood te veroorzaken.