8 maart 1988 

Petrus! Ik sta nu vlak voor je deur; verheerlijk Mijn Lichaam; Ik zal Mijn lammeren verenigen, zelfs die niet van deze kudde zijn; Ik roep, en ze zullen de Stem van de Herder herkennen; de uren vliegen en Mijn Terugkeer is nu zeer nabij; Liefde zal naar je terugkeren als Liefde en Mijn Koninkrijk op aarde zal zijn zoals het in de Hemel is; want Gerechtigheid, Liefde en Vrede zullen over je worden uitgestort vanuit de Hemel, schepping!

Vassula, nu je weet hoezeer je afhankelijk bent van Mij, je God, wil je dan nu meer bidden? Ik houd van je eenvoudige woorden; zeg tegen Mij, 

“ik bemin U Heer,
ik adem voor U, ik glimlach voor U,
ik hoop op U, ik geloof in U,
U bent mijn vreugde, mijn vreugdesprong, mijn vrede;” 

ja, zeg ze tot Mij, je heilige Metgezel; deel je dagen met Mij; hoe verlang Ik dat Mijn kinderen Mijn innige Aanwezigheid beseffen; Ik ben steeds zo dicht bij hen, overal, altijd; als ze dit eens zouden beseffen, dan zouden ze minder vallen, zouden ze minder zondigen; zeg hun, dat Ik verlang dat ze intiem met Mij omgaan; kom, Ik bemin je, bemin je Leraar ook;

[1]en in Mijn Huis zul je de groten bijeenbrengen, en hen ontwapenen, en uit Mijn Mond zul je spreken, je God kronen met kransen van Liefde en Vrede en Mijn Doornenkroon vervangen; en Ik, de Heer, zal vanuit Mijn Hemelzaal, Oprechtheid, Liefde en Vrede over Mijn schepping uitstorten;

klein kind, ontvang Vrede van je God; Ik heb je geleid, Mijn Vassula, Ik heb je gevormd en nu moet je met Mij verder gaan, jouw hand stevig vast in Mijn Hand, tot in Mijn Bloedend Lichaam; volg Mij en denk eraan, kijk noch links, noch rechts, loop rechtuit om je taak te volbrengen;

wees niet bang, Ik zal je ziel mooi maken om je in staat te stellen Mijn vijanden te verjagen en te ontwapenen; Ik, de Heer, ben temidden van jullie allen, vlak voor jullie deuren sta Ik! Ik heb drie Kronen bij Mij, een Kroon van Vrede, een Kroon van Liefde en een Kroon van Gerechtigheid;


[1] Hier was een pauze, toen deed Jezus een voorspelling.