29 januari 1988
(Vannacht heb ik levendig gedroomd over mijn dood, over de manier waarop ik zal sterven. Tijdens mijn sterven ondersteunde Jezus mij. Ik stond te wankelen. Hij liet mij mijn kin op Zijn schouder leggen. Ik voelde Zijn haren tegen mijn rechterwang. Zijn haar was zoals op de afbeelding van de Heilige Lijkwade, alsof Hij gefolterd was. Hij hielp mij door troostende woorden te fluisteren vermengd met aanwijzingen om rustig te worden en mijn ziel uit mijn lichaam te laten gaan omdat Hij haar zou ontvangen. Nu en dan klonk Hij als een dokter. Niets van wat ik zag was alarmerend en ik voelde geen enkele angst.)
Vassula, Wij zijn samen, kind;
(Jezus en de Heilige Maria.)
Mijn bloem, als je tijd gekomen zal zijn, zal Ik, die je Maaier ben, je plukken en je in Mijn tuin van verrukkingen overplanten; Vassula, wat je gezien hebt was maar een afspiegeling van de werkelijkheid; kom nu en heb berouw, beminde; Ik luister;
(Ik had berouw en vroeg om vergeving van mijn zonden.)
alles is vergeven; Ik zal je rechtschapenheid leren en hoe heilig te leven; zondig niet meer;
(Heilige Maria.)
ja, Vassula, bemin God met geheel je ziel, met geheel je verstand en al je krachten; Hij bemint je grenzeloos; ja, kind, vergeet nooit hoe Hij jou verlost heeft van het kwaad; Hij rust nooit, Hij gaat met Zijn Hart in Zijn Hand van deur tot deur, hopend en verlangend dat die ziel Hem hoort; helaas, zo weinigen horen Hem …
Vassula, weet je hoe ik werk?
Nee, niet echt …
Ik bid, Ik bid voor de redding van de zielen; Ik behoed jullie voor het kwaad, Ik ben jullie Schild, zoals iedere moeder haar kind zou behoeden voor letsel; Ik bescherm jullie tegen Satan en tegen zijn goddeloze netten; Ik bid voor de zielen opdat ze terugkeren naar Jezus; Ik breng ze samen en zegen hen; het is waar, ze zien Mij niet maar velen voelen Mij;
Ik zou willen dat ik U iets kon geven dat U echt gelukkig zal maken; iets dat in mijn vermogen ligt.
ach, Vassula, probeer Mij op deze manier te behagen, gehoorzaam, gehoorzaam aan Gods Wil;
‘poss’?[1]
probeer niet te begrijpen waarom God met Zijn Boodschap bij jou is gekomen en niet bij anderen; aanvaard, gehoorzaam Hem kind als Hij iets van je vraagt;
heb je die gebeden die Hij je vroeg te bidden vóór het schrijven al gebeden?
Nee.
Ik zal je helpen Vassula;
Heilige Maria, Hij is nu boos op mij en ook teleurgesteld, nietwaar?
(Ik haatte mijzelf. Ik heb Hem nooit teleur willen stellen.)
Vassula, nee, Hij is niet boos want Hij weet dat je onuitsprekelijk zwak en armzalig bent; wanhoop niet; Jezus heeft je onderricht en je behaagt Hem; maar behaag Hem nog meer door te gehoorzamen aan wat Hij van je vraagt; onthoud dat Jezus nooit iets van je zal vragen dat je zou kunnen schaden; Jezus wil je Redding, Jezus betekent Redder;
Ik zegen U, Heilige Maria.
Ik zal je altijd verdedigen, Vassula; kom weer naar Mij toe, Ik bemin je, dochter;
[1] Grieks voor: Hoe?