21 juni 1987 

Heer, waarom zijn zoveel mensen U vergeten? 

O Vassula! Mijn Lichaam is verminkt tot een mate van verlamming; Vassula, neem licht mee bij het bidden van de Kruisweg en kniel bij elke Statie; 

(Ik bleef stil …) 

Vassula, Ik heb gesproken, 

Heer, wat kan ik doen? 

niets, laat Mij alles doen; 

(Ja, maar niemand zal het doen omdat niemand het weet!) 

geloven is ook een door Mij gegeven genade, Vassula, geloof in Mij! 

(Later:) 

Wat zal er met mij gebeuren nu U mij hebt verleid? 

wil je dat weten? Ik zal je uit Mijn Armen werpen in dit ballingsoord dat Mijn schepping is geworden! je zult onder hen leven! 

Mijn God! Bemint U mij niet meer? (Ik werd zeer bedroefd.) Het was heerlijk om in Uw Armen te zijn en nu wilt U mij eruit gooien! 

O Vassula, hoe kon je dat zeggen![1]

Mijn Hart doet zeer en wordt verscheurd als Ik jou zie tussen al dit kwaad; begrijp Mijn kind dat het voor Mij een offer is dat je onder Goddeloze mensen bent; Ik lijd omdat jij in ballingschap bent; dochter, velen zullen proberen je pijn te doen,[2] Ik zou nu je lijden kunnen verdragen, maar Ik zou het niet verdragen, nee, Ik zou niet dulden dat ze je pijn doen; 

Wat zou U doen, Heer? 

Ik zou niet werkeloos toezien; 

Maar waarom hebt U mij gekoesterd en verleid om mij nu af te stoten? Het is niet helemaal eerlijk! (Ik schreeuwde bijna!) 

heb Ik niet gezegd dat jij Mijn offergave zult zijn? Ik gebruik je, jij bent Mijn net; ja, Ik werp je uit naar de wereld; jij moet Mij zielen aanbieden; voor hun redding, Ik zal ze verlossen; dat zal niet gebeuren zonder dat je lijdt; de duivel haat je en hij zou niet aarzelen je te laten branden, maar hij zal niet de hand aan je slaan; Ik sta hem dat niet toe; 

(Nu herinner ik mij dat ik de vorige dag de uitlaatpijp van de boot, die juist binnenliep, had aangeraakt; met mijn linkerhand rustte mijn hele gewicht op die pijp, die zo heet was dat je er een ei op zou kunnen bakken. Ik viel bijna flauw van de pijn omdat ik de hele linkerhandpalm had verbrand en de drang om die ter verlichting van de pijn in zee te dompelen was groot. Maar ik herinnerde mij dat men nooit verbrand vlees in koud water moet dompelen omdat er dan wonden ontstaan. Mijn hand deed nog tien minuten lang erg zeer en was rood en gezwollen. Maar na een half uur was alles verdwenen, geen pijn meer, geen brandwonden en hij voelde net zoals mijn andere hand, weer in volmaakte conditie.) 

kind, Ik zal niet toelaten dat je pijn gedaan wordt; Ik bemin je, en uit liefde zal Ik Mijn zuiveringen voor je uitkiezen, Ik zal nooit enige smet op je toelaten, begrijp wat Ik bedoel;[3]  

Heer, alles wat van U zal komen zal ik beminnen, of het vreugde is of lijden.

beminde, ja, maak voor Mij een hemel in je hart; kind, hoezeer verheugt het Mij dit van jou te horen![4]

ja, en elk door je eigen wil gekozen lijden, in de overtuiging dat Mij dat behaagt, zal in Mijn Ogen een verschrikking zijn; je zult alleen jezelf bedriegen; het zal voor de duivel zijn, niet voor Mij; genoegdoeningen zullen door Mij worden bevolen; 

Ik bemin U en ben geheel van U afhankelijk. 

door Mij te beminnen verheerlijk je Mij, ja; 

(Ik hoorde Satan zeggen: “Deze momenten zijn voor mij een marteling!” Hij kon het niet uitstaan dat mijn hart zich verheugde in Gods liefde voor mij en mijn liefde voor Hem. Onze wederzijdse liefde.) 

het is alsof hij dan over zijn gehele wezen wordt bezegeld met een rood gloeiend Kruis;


[1] Ik voelde een steek van pijn in Hem.

[2] Van het gescheiden zijn: mijn ziel in Zijn hart en mijn lichaam in de wereld.

[3] Het betekent dat elk lijden, dat teweeggebracht wordt door Satan, niet zal worden gerealiseerd, maar alle lijden dat van God komt, verwezenlijkt zal worden tot zuivering van de ziel.

[4] God Zelf zal mijn lijden uitkiezen.