1 augustus 1995 

Mijn Heer en mijn God,
toon mij het licht van Uw Goddelijk Gelaat;
Schepper in heerlijkheid,
Uw pijlen op mij doen mij niet van U wegrennen;
integendeel, hier ben ik,
bevend van ongeduld om naar U te luisteren;
kom en verzadig mijn honger! 

dochter, alles wat Ik heb is het jouwe; Ik bemin je; twijfel nooit aan Mijn Liefde; bemin Mij en je zult leven; leef heilig en bid meer;

de duivel wordt het nooit moe je aan te vallen en je in verleiding te brengen; blijf dus waakzaam en word het nooit moe te schrijven; houd nooit op te bidden, houd nooit op met Mij[1] te zijn, Ik ben altijd met je en Ik verlaat je nooit, maar, dochter, Ik wil dit ook van jou: gedurende deze dagen,[2] terwijl jij en je familie samen zijn, vraag Ik niet veel van je noch roep Ik je voor het ontvangen van lange boodschappen; Ik vraag alleen je vriendschap, je liefde, je aandacht van tijd tot tijd en een woord tot Mij om Me te laten weten dat je Mij niet vergeten bent;

zie je? Vassula, maak je niet ongerust over je onderdrukkers; maak je geen zorgen om dingen die van deze wereld zijn, dit alles zal vergaan, maar Mijn Liefde voor jou zal altijd blijven en in alle eeuwigheid; Mijn lam, de wereld heeft Mij gehaat zoals ze jou nu haat maar het is slechts de wereld en deze wereld zal verdwijnen!

kom, blijf dicht bij Mij en bij Mijn Moeder die je bemint! heb Onze Vrede; wij, ons?  


[1] In gebed zijn we samen met de Heer.

[2] Mijn familie en ik brengen samen onze vakantie door.