2 maart 1995
(Pully.)
Mijn Heer?
Ik Ben; vrede zij met je;
tot nu toe heb Ik geduld met je gehad en met alle vertraging veroorzaakt door administratie …[1] Ik wil je losmaken van deze dingen die Mijn tijd in beslag nemen! Ik zeg je: Ik ben Degene die je aangenomen heeft om Mijn Boodschappen op te schrijven; je zult Mij niet bijblijven als je doorgaat op de manier waarop je nu bezig bent; Ik heb je bepaalde regels gegeven en ze zijn weer niet opgevolgd; door Mijn Genade krijg je Mijn Boodschappen en het is Mijn Wil dat je ze gaat verkondigen zoals je dat doet in het openbaar, om anderen te kunnen onderrichten;
– Ik zal een nieuw hart in je plaatsen en het een vonk geven, en met Mijn Genade zul je voldoen aan Mijn regels; bid en wees met Mij in Mijn Oproepen; Ik heb tot zó ver geduld met je gehad; vanaf nu gaat Mijn belang voorop; vanaf nu zul je Mijn Oproepen beantwoorden en niet die van anderen; Mijn Boodschappen komen op de eerste plaats; vanaf nu zul jij je tijd met Mij in harmonie[2] doorbrengen en niet je tijd besteden aan de vele eisen die anderen aan je stellen, en evenmin zul jij je tijd besteden aan discussies door de telefoon; zeg tegen de mensen die “het laatste nieuws” willen horen over Mijn Boodschappen, om zich te concentreren in gebed en zich toe te rusten met wat Ik hun al gegeven heb;
Vassula, herinner iedereen eraan die werkt voor Waar Leven in God, dat Ik hen heb uitgekozen, maar als iemand Mij teleurstelt ben Ik vrij om hem te vervangen; Ik verlang dat ieder van hen zijn geweten opnieuw onderzoekt en: bid om een opening te verkrijgen; probeer te ontdekken wat er ontbreekt en wat Ik van je verlang;
Satan observeert jullie allen en heeft gezworen Mijn Plan tot staan te brengen door het te blokkeren en sterke tegenstand te bieden; zijn dreigementen bereiken dagelijks de hemel; werk hard en bereidwillig, zonder uitstel; omwille van Mijn belang, werk met Mijn Geest en niet met de jouwe; – mocht er iemand werken uit eigenbelang en zonder liefde, vreugde en zelfgave, dan zal Ik weer tussenbeide komen …
en jij, dochter, wees van nu af voorzichtig en op je hoede; Wijsheid zal doorgaan je te onderrichten, dus genoeg![3] – vertrouw volledig op Mij, en ga door met de gave van profetie die Ik je gegeven heb; Ik ben met je; ic;
[1] Christus verweet mij dat de boodschappen die Hij mij dicteerde “terzijde waren gelegd”, en dat ik de tijd van dictaat had gebruikt voor administratie, b.v. om mijn reisprogramma’s vast te leggen, faxen zonder ophouden, en mensen die mij aan de telefoon hielden.
[2] Als ik onder dictaat ben met onze Heer, voel ik mij gelukkig en vredig. Maar het administratieve werk enz. zet mij onder druk en ik had mijn vrede verloren, omdat ik door mensen tot haast werd aangezet in verband met wat zij van mij wilden. Het eindigde ermee dat ik voor anderen werkte en niet voor Jezus.
[3] Dit kwam zeer nadrukkelijk, het klonk zoals iemand zegt BASTA! in het Italiaans. Ik begreep dat Jezus niet wil dat ik ‘administratief’ werk doe, zelfs niet als het voor Het Ware Leven in God is, noch oponthoud door telefoongesprekken.