24 oktober 1994
Vassula van Mijn Heilig Hart;[1] zou het je bevallen als Ik zou zeggen: Vassula van de Pantocrator?[2] je bent aan Mijn Naam toegewijd; Ik ben Een[3] en Dezelfde, maar de mensen hebben Mij verdeeld;
wie verdeeldheid zaait, zal vernieling oogsten; wie vooroordeel zaait oogst dwaasheid; heb je niet gehoord, dat de dwaas zijn armen vouwt en zijn eigen vlees opeet? alle vlees dat ze bedekte is weg, alsook hun adem, niets blijft er van hen over dan dorre beenderen; Mijn Namen zijn Heilig,[4] maar de mensen hebben Mij uit de hoogte behandeld en Mij verdreven uit Mijn eigen Huis, Mijn eigen Stad en nu uit Mijn Eigen Heiligdom:[5] ze onderdrukken Mij en wegen zwaar op Mij; in aanmatigende hoogmoed zijn ze ermee tevreden in een woestijn te leven; maar Ik ben van plan in deze komende dagen de heiligheid van Mijn Grote Naam te tonen die ontheiligd is door jullie verdeeldheid;
Ik zeg je, dochter, zie je hoe je volk ongestoord en in een ontstellende loomheid leeft als het erom gaat voor de eenheid[6] te werken? dit zal Ik niet langer toelaten; Ik ga Mijn Hand uitstrekken, zelfs naar de meest afgelegen gebieden van jullie land en deze handelaren[7] ten val brengen die Mijn volk beletten één te worden; Ik heb je verheven om een teken van eenheid te zijn, een teken van Mijn Barmhartigheid, een teken van Mijn Macht, maar de hartstochten van hun opvallende hoogmoed hebben hen verblind;
vandaag kan Ik zeggen: “laat hun beenderen branden” en wraak nemen; Ik kan jullie land tot weduwe maken, maar in Mijn Barmhartigheid en omwille van Mijn Liefde zal Ik uit het Oosten er tenminste één doen opstaan die tot zijn broeder[8] zal zeggen: “kom en betreed mijn grond; kom en eet van mijn tafel, kom en drink met mij; mijn vaten stromen over van nieuwe wijn; laten we samen onze lammeren hoeden en van onze weiden een Eden maken; onze God! zie wat onze handen van Uw Heiligdom hebben gemaakt!”
Mijn Huis in het Westen is geplunderd; Ik had hen gevraagd zich onder Petrus[9] te verzamelen, maar ze hebben het niet begrepen en doen het tegenovergestelde; velen uit dat Huis zeggen: “waarom moeten we een leider[10] hebben, en speciaal deze leider?” Ik heb jullie gewaarschuwd dat kardinalen zich tegen kardinalen zullen keren, bisschoppen tegen bisschoppen en priesters tegen priesters; Ik heb Petrus uitgekozen om Mijn lammeren te voeden en te weiden, maar de geest van opstand, die nu welig tiert, heeft zijn toppunt van opstandigheid bereikt; dit was de grote Beproeving waarvoor Ik jullie heb gewaarschuwd;[11]
Mijn Huis in het Westen is geplunderd, maar, de wind uit het Oosten zal opkomen en samen met Mijn Adem zal hij de plunderaar verwijderen; veel leden van jouw volk wijzen Mijn Oproep tot Eenheid af en zijn gewend hun eigen weg te gaan; ze noemen zichzelf rijk, maar waar zijn dan hun rijkdommen? …
“hoe komt het dat jullie een verwilderde wijngaard zijn geworden? kunnen jullie zeggen dat je niet gezondigd hebt? is er één enkele plek waar jullie niet gezondigd hebben? jij, de vriend van Mijn Heiligen! het kind van Mijn Moeder! waarom, waarom ben je zo koppig geworden? wat betekenen je eindeloze ceremonieën voor Mij als je lofzangen slechts lippendienst zijn? ja, je hebt Mijn Traditie bewaard en daarom zal het zwaard niet over je komen, maar toch heb je Mijn Twee Grootste Geboden opzij geschoven en volgt ze niet na; waarom scheid je Traditie van Gebod?[12] zelfs als je je zou bedekken met mirre en wierook, Ik zou de smet van jullie schuld toch ontdekken;
open nu je mond en laat Mij je voeden, zodat je het Leven gretig in je opneemt; zeg niet: “we gaan onze eigen weg”; keer terug tot Mij en erken je schuld!”
en jij, dochter, roep Mijn boodschap uit en profeteer, zeg: Ik weet alles over Mijn Huis op de Westelijke oever, nabij de Levensstroom, en Ik weet ook wie Mij in dit Huis trouw is gebleven; dochter, wat zie je buiten dit Huis?
Buiten dat Huis zie ik een leeuw rondsluipen, begerig om Uw Huis door een zijraam binnen te gaan.
ja; de leeuw heeft zijn hol verlaten; dochter, er doolt een vernielende geest rond; de ene engel na de andere komt om jullie allen te waarschuwen en jullie te zeggen dat Mijn Stad op de Westelijke oever zal worden bestormd door de verwoester en wel met groot geweld, om zich tegen Mijn Wet, Mijn Traditie en Mijn Godheid te verzetten en te weerspreken; het hele land zal een verschrikking worden;
jullie heiligen, Mijn boodschappers en Mijn profeten, zullen worden belet met hun werk door te gaan … en over jullie zal een zware duisternis vallen, terwijl de Vijand, die een geleerde is, Mijn Eeuwig Offer zal verwijderen, denkend dat zijn daden onopgemerkt blijven met zijn geheime zonden; Mijn Hand zal plotseling op hem neerkomen, en hem totaal vernietigen; die Nacht is in de Schriften voorzegd; maar hij heeft, samen met anderen, opgewekt zijn eed afgelegd in de muil van het Beest, ze eren alleen het Beest omdat het hun zijn macht heeft gegeven; wee de aanbidders van het Beest! ze zullen jammeren en weeklagen;
nu, dochter, wat zie je aan de andere kant van de oever, Mijn Huis van het Oosten?
Ik zie geen enkele Stad, en het land is zanderig en vlak als in een woestijn; maar ik zie ook een groene loot in die woestijn opkomen.
luister en schrijf: van de Oostelijke oever zal heerlijkheid stralen; daarom zeg Ik tegen het Huis van het Westen: wend je ogen naar het Oosten; ween niet bitter om de Geloofsafval en de afbraak van je Huis; raak niet in paniek, want morgen zul je eten en drinken samen met Mijn loot van de Oostelijke oever; Mijn Geest zal jullie samenbrengen; heb je niet gehoord dat het Oosten en het Westen één koninkrijk zullen zijn? heb je niet gehoord dat Ik één gezamenlijke datum zal vaststellen?[13]
Ik ga Mijn Hand uitstrekken en op een stok de woorden kerven: Westelijke oever, Huis van Petrus en al degenen die hem trouw zijn; dan zal Ik op een andere stok kerven: Oostelijke oever, Huis van Paulus, samen met al degenen die hem trouw zijn; en wanneer de leden van de twee Huizen zullen zeggen: “Heer, vertel ons nu wat U bedoelt”, zal Ik tegen hen zeggen: “Ik zal de stok nemen, waarop Ik de naam van Paulus, samen met al degenen die hem trouw zijn, gekerfd heb, en breng de stok van Petrus en al zijn getrouwen tot één; Ik zal ze samenbinden tot één stok en hem als één stok vasthouden; Ik zal ze samenbinden met Mijn Nieuwe Naam; dit zal de brug zijn tussen het Westen en het Oosten; Mijn Heilige Naam zal de brug verbinden, zodat jullie je bezittingen over deze brug zullen uitwisselen; ze zullen niet langer alléén werken, maar samen, en Ik zal over hen allen regeren”;
– wat Ik Mij heb voorgenomen zal gebeuren, en zouden er mensen tegen je zeggen, dochter, dat deze tekenen niet van Mij zijn, zeg hun dan: “vrees niet, hebben jullie niet gehoord dat Hij zowel het Heiligdom als de Steen des Aanstoots is? de Rots die de twee Huizen ten val kan brengen, maar ze ook weer kan opbouwen als een enkel Huis?” dit is wat je ze zult zeggen, dochter;
Ik, God, ben met je; Ik zal nog veel meer harten met Mijn Geest overspoelen;
kom, Ik bemin je; heb Mijn Vrede;
(Deze ikoon stelt aan de linkerkant St.Petrus voor en aan de rechterkant St.Paulus. Ze houden samen, als twee zuilen, de Kerk vast. Daarbinnen is het Maal: de Heilige Eucharistie (in mijn visioen de Rivier van het Leven). Boven hen is Christus, de Hogepriester en het Hoofd van de Kerk.)
[1] Ik dacht eraan, dat door mij zo te noemen de Orthodoxen zullen doorgaan zich tegen mij te keren, omdat de terminologie Rooms-Katholiek is.
[2] Grieks Orthodoxe terminologie.
[3] Hij is dezelfde Christus.
[4] De verschillende namen van Christus, bijv. Pantocrator, Goddelijk Hart, Ichthus, Alfa en Omega, Emmanuel, enz.
[5] Niet alleen Christus is “verdreven” uit Zijn eigen Huis, vanwege een kwestie van terminologie, maar in het Westen zijn sommigen begonnen het Eeuwig Offer af te schaffen.
[6] Veel oecumenische bijeenkomsten zijn door de Grieks-Orthodoxen “afgewimpeld”.
[7] “Handelaren” betekent in deze context: zij die hun eigen belangen behartigen en niet die van Christus.
[8] De Broeder uit het Westen.
[9] Boodschap van 3 juni 1988.
[10] Verwijzing naar de boodschap van 16 mei 1988.
[11] Verwijzing naar de boodschap van 16 mei 1988.
[12] Het betekent: “Schenk evenveel aandacht aan deze twee Geboden als je aandacht schenkt aan de Traditie”.
[13] Ik begreep dat Christus verwees naar alle boodschappen betreffende de Eenheid, ons allen oproepend om de data van Pasen tot één te maken. Dit alleen schijnt Hem te “kalmeren” en Zijn dorst naar Eenheid te verzadigen. Christus beloofde ons dat, als wij de data van Pasen verenigen, Hij de rest zal doen.