13 mei 1987
(Gisteren, 12 mei, in de avond, terwijl ik de overloop passeerde, stopte ik vanwege een intense wierookgeur. De geur steeg op tot de tweede etage. Ik was verrast. Ik ging mijn zoon vragen of hij een muskietenlamp had aangestoken, (ofschoon het daar helemaal niet naar rook, maar naar zuivere kerkwierook.) Hij zei nee, en ik schonk er verder geen aandacht aan en hield mij met andere dingen bezig. Een uur later wilde ik naar de studeerkamer gaan, waar ik gewoonlijk schrijf, om een pen te halen, en terwijl ik de studeerkamer binnenging kwam mij weer deze intens heerlijke wierookgeur tegemoet en omgaf mij geheel! Ik verliet die speciale plaats om te zien of ik hem ook elders rook, nee, er was nergens enige geur te bespeuren, behalve weer waar ik hem de tweede maal had geroken, en weer omhulde de geur mij.)
O beminde, toen Ik je met Mijn geur omhulde, zegende Ik je tegelijkertijd;
O Jezus, was U dat?
ja, je hebt Mijn Aanwezigheid gevoeld; dit was Mijn teken,[1] de wierook komt van Mij;
Was ik er die avond maar zeker van geweest!
Ik zal je meer tekenen van Mijn Aanwezigheid geven, Mijn bloem; wees dus oplettend;
Jezus, mijn Liefde, mijn Adem, mijn Leven, mijn Vreugde, mijn Smachten, mijn Rust, mijn Heilige Metgezel, mijn Verlosser, mijn Zicht, mijn Alles, ik bemin U!
Vassula, bemin Mij vurig; ga geheel op in Mijn Lichaam; tooi Mij met tedere woorden, liefdevolle woorden; laat Mijn pijnen afnemen; verzacht Mijn Wonden door ze met liefdevolle woorden te doordrenken;
(Ik ontdekte vandaag bij het lezen van de Heilige Theresia dat geuren bestaan. Ze zegt dat als ze van de duivel komen, ze verschrikkelijk stinken. Opvallend genoeg was dit vandaag voor mij weer een bewijs om mij te laten zien dat de wierookgeur van Jezus kwam. Ik was erg gelukkig!)
14 mei 1987
Vandaag, wat een vreugde; toen ik over het leven van Theresia van Avila las, die visioenen had, stuitte ik op een visioen van de hel dat zij beschrijft en ik was erg blij te ontdekken dat haar beschrijving overeenkwam met mijn beschrijving van de hel die God mij heeft gegeven; zij verklaart het als volgt: “donker en nauw begrensd; de grond leek vol water te staan dat er uitzag als smerige, vies stinkende modder” … enz. ja, het geheel zag er uit als een grot, een laag plafond … mijn beschrijving is van 7 maart 1987.
[1] Jezus voorspelde mij de dag ervoor dat Hij me een teken van Zijn Aanwezigheid zou geven.
