2 juni 1994
Heer, mijn God,
U die er behagen in schept Uw gaven in het geheim te geven,
ik vraag U dringend aan alle zielen de grootste gave te schenken:
de gave die ons bevlekte beeld omvormt
tot de helderheid van Uw Goddelijk Beeld.
Verander ons in Uw weerspiegeling,
zodat wij in Uw Godheid doordringen.
Laat dit, net als op de Dag van Uw Gedaanteverandering,
voor ons een tweede nieuw feest
van gedaanteverandering worden,
opdat ook wij deze woorden
van de Vader mogen horen:
“Dit zijn Mijn zonen en dochters, de beminden;
zij genieten Mijn gunst; luister naar hen”.
Laat ons dan uitgaan,
met Uw Geest van Waarheid,
om te vertellen over Uw machtige daden.
Laat het de Gedaanteverandering zijn van de hele wereld,[1]
en in onze gedaanteverandering zullen wij leren beminnen,
en de liefde zal ons tot eeuwig leven leiden.
je hebt het goed gezegd, dochter; vraag om deze gave in je dagelijkse gebeden en Ik zal je haar geven; zie je hoe Mijn kleren besmeurd zijn met bloed? zie je hoe Mijn kleren rood zijn, doordrenkt met Mijn Bloed? veel onreine dingen brengen Mij in deze beklagenswaardige toestand … zeer talrijk zijn Mijn kreunen en Mijn Hart is verscheurd door dezelfde handen die Ik heb gevormd … maar zo weinigen luisteren naar Mijn kreunen, zo weinigen schenken aandacht aan Mijn Tranen van Bloed; Mijn Ogen kwijnen weg door het schreien;
Ik sta Mijn afbeeldingen toe te schreien om jullie wroeging en pijn te wekken maar wat Ik hoor is een lichte zucht waarin Ik dan een korte verlichting vind; maar zo heel snel laten jullie je hart afleiden door de zorgen van de wereld; jullie laten je hart afleiden om geen troost te geven aan Mij en een trooster te zijn voor de Trooster, Hij die jullie van gedaante zou kunnen veranderen, die jullie ziel zou kunnen doen verrijzen, die jullie ziel zou kunnen vergoddelijken …
anderen blijven, vanwege hun ongeloof, onbewogen bij het zien van de tranen die uit Mijn Ogen stromen; omdat ze het gevoel voor Mijn wonderen verloren hebben, slagen ze er niet in te begrijpen en vervolgen ze uitzinnig Mijn tekenen; hun zonden hebben hun hart geblokkeerd en bijgevolg fladdert hun hart achter wereldse dingen aan, nooit beseffend hoe hun ziel misleid wordt door de Boze; wie zou Mijn diepe droefheid kunnen begrijpen? waarom geven ze Mijn Vijand een reden zich stiekem over hen te verkneukelen? wie van jullie zou Mij troost kunnen bieden? wie van jullie kan Mij rust geven? elk uur dat een dag bevat, elke minuut die bestaat, ben Ik jullie nabij en roep tot jullie: “keer terug tot Mij, keer terug tot Liefde”; oh, maar zo velen van jullie zijn hardvochtig geworden …
jullie zien Mij doordrenkt van Mijn Bloed, en toch geven jullie je ogen rust; oh … tot wanneer zullen jullie het klagen van jullie God niet horen? …
wat jou betreft, bloem, herinner je de genegenheid die Ik voor je koester en Mijn liefde; geef je aan Mij over; kom en troost Mij met je liefde; laat de volkeren Mij herontdekken door jou,[2] laat Mijn liefde zien, Mijn smart en Mijn verdriet die Ik om hen heb;
levend schrijfblok! Ik, Jezus Christus, heb je Mijn Boodschap toevertrouwd, twijfel niet … Ik heb je een Schat in handen gegeven, Ik heb je heel Mijn Hart in handen gegeven, wat zou Ik je nog meer hebben kunnen geven? verdraag je vijanden met liefde; het is door Mijn edelmoedigheid dat Ik je heb verheven om deze staat van genade binnen te gaan, waarin Ik je bewaar; verdraag daarom je vijanden met liefde; heb je niet gehoord dat lijden geduld voortbrengt? Ik zeg je, dat het je dichter bij Mij brengt;
Ik heb, door Mijn Heilige Geest, Mijn intense Kennis in je hart uitgestort, een koninklijk gewaad, om tot Mijn glorie te worden gedragen; Ik heb jou aangesteld om Mij te verheerlijken; alles wat Ik je heb gegeven behaagt Mij en de Vader; het behaagt Mij om je tot de verrukking van Mijn Ogen te maken, de vreugde van Mijn Hart; in jouw eenvoud verheugt Zich Mijn Ziel! weiger Mij dus niets; onderricht de onwetenden en sta de boze niet toe de uren te roven die Ik bij jou[3] wens te zijn; onderricht zal velen ertoe leiden de vreugde van Mijn Ziel te worden;
tenslotte zullen Onze Twee Harten de Vijand verslaan en die gedaanteverandering waarom jij hebt gevraagd zal plaatsvinden: Ik zal het aanschijn van deze aarde vernieuwen;
Ik, Jezus, zegen je; ic;
[1] Toespeling op Apok. 21.
[2] Als ik van Hem getuig.
[3] In dictaat.