4 juli 1993 

Mijn God, mijn ENIGE liefde,
ik dorst naar Uw Bron.
Ondanks de samenzwering en de leugens
die mijn beschuldigers tegen mij opstapelen,
leef ik als in de Hemel,
want U hebt me inderdaad Uw Koninkrijk in mijn ziel gegeven,
en U, die de vreugde bent van mijn ellendige ziel,
schept er behagen in over mij te heersen. 

U hebt de ruimte van mijn ziel verwijd
om er in uit te spreiden: Liefde, Geduld, Vergeving;
U hebt de laatste markering van mijn wedloop nog een mijl verschoven,
zo groot is Uw Liefde voor ons, zo groot is Uw verdraagzaamheid,
zo rijk is Uw vergeving en Uw geduld.
Nee, Uw Hart kan niemand verloren zien gaan,
want Uw redding reikt tot aan de uiteinden van de aarde. 

Ik zal deze extra mijl met je delen, gezalfd door Mijn Hand; richt je gedrag naar het Mijne en leer van Mij; Mij zo dierbare, draag in deze laatste mijl, Mijn Kruis; Ik ben zeer krachtig en Mijn Kracht zal in je worden uitgegoten in deze laatste mijl, en Mijn Licht zal doorgaan in je te schijnen zodat je Mij zult verheerlijken; word je ontmoetingen met Mij nooit moe; je hebt nog niets gezien van Mijn Mysteries, wees dus niet ontsteld als Ik je op deze wijze kom bezoeken …


14 juli 1993 

(Voor de groep in Rhodos.)   

Mijn beminden, leer dat Ik zachtmoedig en nederig van hart ben; bid voor jullie priesters;[1] het is Mijn Wil dat jullie werken in het Licht van Mijn Geest; liefkoos Mij met liefde; verheerlijk Mij en let op je lippen; laat er vrede onder jullie zijn; liefde is een geschenk; Ik heb jullie het geschenk van Mijn Liefde gegeven; bemin Mij en bemin elkaar; wees één en blijf één!

Ik zegen jullie allen; wij, ons?


[1] De Orthodoxe Metropolieten, die ruziën.