20 mei 1993
(Jeruzalem.)
Mijn Koning!
Ik Ben; je Koning geeft je Zijn Vrede;
bemin Mij … proef de bitterheid van Mijn Tranen; sta Mij toe, Mijn beminde, om in je hart te rusten, ach! hoezeer bemin Ik deze plaats! troost Mij, Mijn eigendom, troost Mij, Mijn dochter …
Mijn God, wie is er aan U gelijk?
luister naar Mijn Hart en besef waarom Ik tranen vergiet; wil je Mij vannacht weer aanbidden? kom, Mijn Eigendom, je Jezus is hier in je kamer[1] … Ik schrei omdat je Heilige veel beledigd[2] wordt … als een bedelaar sta Ik voor elke deur, bedelend om liefde, maar Ik krijg niet veel antwoord, ach … zo heel weinigen luisteren … kom en aanbid Mij, kom en verbind Mijn Wonden door Mij te beminnen … voel Mijn Tegenwoordigheid … Yeshuah is aan je zijde en jij bent Mijn kind aan wie Ik Mijn Belangen heb toevertrouwd; wees niet bang, Ik ben zo teder; herstel Mijn Huis, oh kleutertje van Mijn Liefde, Mijn rest, Mijn zaad …
De God der goden spreekt tot mij,
hoe kan ik blijven zwijgen?
Wat zal Hij dan niet toestaan aan de rechtschapenen?
U hebt wonderen verricht voor de doden.
“Wie in de hemelen kan zich met Hem meten?
Wie van de zonen van God kan met Hem wedijveren?”[3]
wees nu als een lamp en schijn om Mij te verheerlijken; sta op en verdedig Mijn zaak! ach, Vassiliki, Ik zal je al de dingen zeggen die je moet doen en je zult ze doen met grote moed; niemand zal je verslinden en ze zullen weten dat Ik Ben met je wandelt; Mijn Kruis zal je tot heiligheid leiden, spreek zonder vrees; alles wat Ik je zal geven zal van de Wijsheid komen, wees dus ijverig en dien Mij nu, Mijn kleintje zo kostbaar voor Mij … verblijf in Mij en wees niet bang, Ik, Ik zal je nooit verlaten; verkondig op de wijze waarop Ik aan jou verkondigd heb; wek op, op de wijze waarop Ik jou heb opgewekt en maak leerlingen van de Waarheid … ecclesia zal herleven;
vrede, bid en prijs Mij; wij, ons?
Ja!
Ik, Jezus, zegen je voor de vastberadenheid waarmee je werkt; ic ;
[1] D.w.z. in je hart.
[2] Jezus vertrouwde mij Zijn pijn toe.
[3] Ps. 89:7.