18 oktober 1992 

(Rusland – Moskou)  

Herder van de mensheid,
breng alle koninkrijken ten val
die Uw Naam niet aanroepen! 

Herder, U die ons met liefdevolle
zorg terugleidt naar de Kudde,
Uw bezorgde blikken ontgaan mij niet,
het snellere geluid van Uw Hartkloppingen
heeft in mijn eigen hart sporen van verdriet achtergelaten.
Nee, Heer, mijn oren zijn niet doof
voor Uw geheime Zuchten van verdriet,
die mijn eigen adem zwak achterlaat. 

Herder, de ogen van mijn ziel
getuigen vandaag van iets dat nooit eerder is gezien;
nee, houd Uw Hoofd niet afgewend,
het heeft geen nut Uw leed voor mij te verbergen.
U hebt mij te dicht bij Uw Hart geplaatst
om Uw gemoedsbewegingen niet waar te nemen …
en de Wijnrank zoog het sap uit de Wijnstok … 

Ik heb je onder Mijn huid geplant;[1] de hemelen zullen verdwijnen voordat Mijn schepping ontwaakt … zie je waartoe Mijn Passie voor de mensheid Mij heeft verlaagd? 

Kan ik voor U van enig nut zijn, mijn Herder? 

jij zult bidden, jij zult voor Mij vasten, en je voetstappen zouden de Mijne van dichtbij moeten volgen; bid dat de Hand van de Vader niet neervalt op een uur waarop de aandacht van deze generatie in beslag genomen wordt door dromen; 

Mijn Heer,
mijn geest neemt Uw verdriet in zich op,
kom, ik smeek U, laat mijn hart en
die harten die U beminnen,
U troosten en Uw pijn verzachten.
De ogen die eens Uw verdriet hebben gezien
zullen nooit droog blijven;
zou U mij voorbij gaan,
ik zou toch Uw beweging zien
en Uw pijn ontdekken. 

Ik ben slechts Uw schepsel,
maar U hebt mij onder Uw huid geplaatst,
zonder enige verdienste en om geen enkele reden.
U hebt mij opgevoed.
Wat zal ik dan zeggen als U, mijn God, voor mij staat,
de hoogste God, zo beledigd en zo bedroefd?
Ziet U? Ik ben onder Uw huid,
en toch, slechts een schepsel, gevormd uit klei.
Heb ik de warmte van Uw Lichaam en Bloed verdiend,
de warmte van Uw Hart en Uw nabijheid?
Nee … 

kijk je uit naar je huis in de hemel, bij Mij, en het vinden van je weg in het Licht? verlangt je hart naar je blijvende thuis? 

Ja! Heilige! Oh ja!  

Mijn priester … je zult Mijn Hof binnengaan bij de voltooiing van je zending;

ofschoon Mijn Hart ernaar verlangt je mee te nemen naar de hoogten van Mijn Heiligdom, zou Ik je niet voortijdig kunnen meenemen, Ik heb nog meer te zeggen;

Mijn beminde, we zullen samen door de lanen lopen en langs de hoeken van de straat, en de doden verzamelen; jij zult ze bij Mij brengen en Ik zal in hen ademen; zodoende, zal Ik geleidelijk de doden opwekken, zodat het snikken van je Herder ophoudt … 

O mogen Uw Woorden in vervulling gaan! 

sta dan op, verspreid Mijn Boodschap als een complete wapenrusting rond de wereld, Ik ben met je, en jij zult Mijn krachtige tred volgen, werk nauwgezet en maak je geen zorgen, Satan kan zichzelf in stukken scheuren als hij wil, maar jij zult, ondanks zijn woede, niet tot zwijgen worden worden gebracht of geschaad; je zult je wedloop met Mij beëindigen;  

(Later:) 

kleintje, heb Mijn Vrede; laat niets je deze Vrede ontnemen die Ik je gegeven heb; besef hoe groots Mijn Plan is; Ik heb nog andere grote gebeurtenissen die gaan komen; dit land zal Mij meer eren dan enig ander land; 

Ik heb al een stap in haar gezet … 

Vassula, Ik zal je vragen om tot Mijn kinderen van Rusland te preken; dit zal tot je komen zoals Ik je heb geleerd;[2] wees wijs en ga door met wat Ik je zal aangeven; blijf niets en Ik zal toenemen;

Mijn Hart is jouw thuis; Ik Ben;  



[1] Een uitdrukking die betekent dat ik in God ben.

[2] Dat wil zeggen dat de Heer de dingen naar mijn drempel zal brengen.