18 juni 1992 

Vassula, laat Mij de rest van Mijn Liefdeshymne voor je zingen; laat Mij Mijn Liefdeshymne verlengen omwille van hen die nog niet klaar waren om ernaar te luisteren; 

Ja, Heer!
Kom en smelt ons hart,
toon ons mijn Koning, mijn God,
de Rijkdommen van Uw Heilig Hart.
Toon ons het Licht in Uw Gelaat.
Laat ons begrijpen dat U mijn God,
vanuit de Hemel neerkijkt
om te zien of er een enkeling is overgebleven met geloof, met liefde,
en of er een enkeling is die U zoekt. 

Gezegend zij Uw Naam,
gezegend zij onze Heer, onze Heiland, Emmanuel,
want Hij heeft voor ons Zijn Liefdeshymne gezongen,
juist zoals Hij door de mond van Zijn profeten verkondigd heeft
dat Hij zou terugkeren,
zo bereidt Hij ons nu voor op deze ontmoeting. 

En U, Gezegende Moeder,
U die ons onze Verlosser geschon­ken hebt,
nogmaals bent U met ons
om de weg voor de Heer te bereiden
en U bereidt ons voor op de ontmoeting met Hem. 

En de Heer zal ons,  vanuit Zijn Oneindige Barmhartigheid
Bezoeken om ons licht te geven in onze duisternis
en onze voeten te leiden op de weg van Vrede, Liefde en Eenheid.
“Glorie aan God in de hoogste der hemelen,
en vrede aan de mensen in wie Hij Zijn welbehagen heeft.”[1] 

Mijn Vassula, Ik zal tot een volk komen dat nooit een gedachte aan Mij heeft gewijd, nooit een vluchtige blik heeft geworpen op wat Ik heb gedaan om hen vrij te kopen, en Ik zal de profetieën van Jesaja[2] vervullen: “Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten en heb Mijzelf geopenbaard aan hen die niet naar Mij hebben gevraagd;” en de valleien van de dood met hun doden en hun as zullen aan Onze Twee Harten worden toege­wijd;

wees in Vrede; kom en herhaal na Mij deze woorden: 

Jezus wees mijn steun,
zonder U ben ik niets,
zonder U is mijn tafel leeg,
zonder U ben ik verslagen;
wees mijn Inspiratie en vervul mij,
wees mijn Toevlucht en mijn Sterkte,
Ik bemin U en mijn wil is de Uwe,
zo zij het; amen;


[1] Luc. 2:14.

[2] Jes. 65:1.