30 maart 1992 

De hele dag
verlang ik naar U, mijn God,
de hele dag kwijn ik weg van liefde voor U,
vanwege Uw Tederheid
en Uw Oneindige Barmhartigheid, mijn God;
Uw Liefde die U mij hebt betoond,
laat mijn ziel meer dan ooit tot U roepen om mij te redden.
Ik verlang naar het Huis waar U woont.
Ik verlang naar Uw Heilig Hof.
Dus vertel mij daarom, mijn Heer en God, wat ik kan verwachten?
wilt U  mijn kwetsbaarheid in overweging nemen?
Ach, bevrijd mij van al mijn zonden en bekijk mij opnieuw.
Al mijn hoop is gevestigd op U, mijn God.
Amen. 

ach, mijn Vassula, wees Mijn troost; Ik, Jezus, zegen je; vrees niet, Mijn kind, Ik ben de Algetrouwe en Ik ben aan je zijde;

Mijn kind, omwille van Mijn Liefde heb Ik je geloof op de proef gesteld en Ik heb Mijn Verheerlijking gevonden; Ik ben geen vreemdeling voor je, sta Mij dus toe je nogmaals in Mijn Wonden te trekken; wees niet bang, Ik zal door jou Mijn Heerlijkheid openbaren en de mensen zullen leren hoe Ik heb geleden;

kom, nader Mij, Mijn Vuur van Liefde vlamt uit Mijn Heilig Hart en als je Mij toestaat, zal Ik je op deze wijze bezoeken en een levende toorts van je maken; je bent voorbestemd om Mij te eren en zielen naar Mij te leiden zodat Ik ze kan verteren; Ik zal vaten van Licht van hen maken, schitterende vlammen die nooit ophouden, die nooit verflauwen en die nooit kunnen worden gedoofd; ach, Mijn kleintje, elke vezel van Mijn Hart roept om Liefde! Vrede! Eenheid!

Ik ben je Heilige Metgezel, schepping, je meest Trouwe Vriend die je dag en nacht aan Mijn tafel nodigt; zonder ophouden smeek Ik om je vriendschap, om je te redden .… Mijn Vader heeft een Vuur gereserveerd voor de zonden van deze generatie en als een storm zal het plotseling over jullie komen; de mensen zeggen: “we zullen vrede hebben”, zelfs wanneer hun hart neigt naar oorlog tegen Mij en tegen de machten van de hemel; als een windvlaag zal Ik komen om  deze goddeloze generatie te oordelen, als een orkaan zal Ik over jullie razen en jullie als kaf verstrooien; 

Heer, wat gebeurt er met hen die U beminnen?  wat met Uw offerzielen? er moet toch zeker een klein aantal mensen zijn die U beminnen? Er zijn er een paar, mijn Koning, die U niet hebben verlaten om valse goden of het beest te dienen. 

leg ze op een weegschaal .… en zie wie van de twee het zwaarst weegt; tot op vandaag voelen velen geen berouw noch vrees; Ik ben bereid jullie allen Mijn Barmhartigheid vóór Mijn Gerechtigheid te schenken en Ik ben bereid iedereen een oprecht hart te geven met een geest van Liefde, maar Ik heb meer offerzielen nodig, Ik heb offerende liefde nodig; hoevelen zijn bereid te offeren? hoe velen zijn bereid zichzelf aan Mij te offeren om ze tot kruisbeelden om te vormen? zal er ook maar één oor zijn dat naar Mijn smeekbeden zal luisteren? hoe velen zijn bereid vredestichters te worden en zaden te zaaien die vrucht zullen dragen in zuiverheid? wie kan onbezoedeld blijven in de wereld tot Mijn terugkeer? wie is er gretig om naar Mij te luisteren?

Ik ben vriendelijk en altijd vol mededogen, maar zeer weinigen willen zich met Mij verenigen; wie wil zijn eigen motieven opgeven voor Mijn Motieven? wie wil zijn belangen opgeven voor de Mijne? wie wil zoeken naar wat het minst gezocht wordt in deze wereld en Het met liefde dragen? 

– Mijn Kruis – 

en wie is bereid te zoeken naar wat onder jullie het minst gezocht wordt, wie wil zoeken: Liefde?

kom, bid voor de bekering van de wereld;