13 november 1991
Jahweh ik bemin U. Ik aanbid U.
Jahweh, mijn hemelse Liefde
ik weet dat U met mij bent.
Jahweh, mijn Vader en Abba,
vertel Uw zo Beminde Zoon
dat mijn hart voor Hem alleen leeft.
Vertel Hem dat Hij de lucht is die ik inadem, mijn Leven.
Vertel Hem dat ik mijn stem omwille van Hem
zo ver als ik kan zal laten weerklinken,
om Zijn Verlangens en Zijn Vurige Liefde voor ons te verkondigen.
Vertel Hem, Vader,
dat niemand en niets ooit
tussen deze liefde
die ik voor Hem koester zal komen.
Vertel Hem dat Hij mijn Glimlach is, mijn Vreugde en mijn Hoop.
Vertel aan mijn Verlosser hoezeer ik naar Hem verlang
en hoe ik dag en nacht wegkwijn van liefde voor Hem.
dochter, beminde van Mijn Ziel, wist je het niet? wist je niet hoe Mijn Geest rust op Nietigheid? heb je niet gehoord hoe Ik Mij verheug als Ik Mijn hele Gelaat openbaar aan kinderen? heb je niet gelezen: “Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten en heb Mijzelf geopenbaard aan hen die niet naar Mij gevraagd hadden;”[1]
– je Vreugde is je Schepper,
– je Liefde is je Gezalfde,
– je Toorts is Mijn Heilige Geest;
doe je voordeel, Mijn kind, met alle gaven die Ik je gegeven heb en herstel Mijn Huis;
– toen Ik langs een rivier wandelde zag Ik een stuk drijfhout[2], dat wegdreef met een wereldlijke stroming; Ik boog voorover en haalde het uit de stroom, Ik nam het mee naar Huis en plantte het in Mijn Tuin van Vreugden; van een droog stuk hout, dat jij was, heb Ik een Boom gemaakt; Ik zei: “groei! groei en schiet wortel in Mijn Tuin, in Mijn Eigendom; en laat uit je bloesems een parfum wasemen om Mijn Gerechtigheid te bedaren;” Ik zei: “er zal elke maand een oogst aan vruchten aan groeien, en je bladeren zullen genezend zijn voor velen”; nu en dan schep Ik er behagen in je te snoeien; het verrukt Mij bloemen in bloei te zien en je vruchten voortdurend te zien groeien; alleen, het Water[3] van Mijn Heiligdom[4] kan je groei en Leven geven;
Ik, Jahweh, zal erop toezien dat je gedijt; Ik schep er behagen in nu en dan stukken drijfhout[5] op te rapen op Mijn weg; Ik kan leven geven aan alles wat Ik onderweg opraap;
(Later:)
Vassula, vrede zij met je;
als de aarde zal schudden en vlak voor hun ogen zal verdorren zal het zijn omdat ze Mijn Wet hebben overtreden die gebaseerd is op Liefde; ze hebben al Mijn Geboden overtreden; ondanks de veelvuldige tussenkomsten van jullie Heilige Moeder en in weerwil van Mijn Waarschuwingen, vanaf de tijd van Fatima tot deze tijd, is geen van Mijn Waarschuwingen geëerbiedigd;
de uren vliegen en een machtig leger, zoals de wereld nog nooit heeft gezien noch ooit weer zal zien, is op komst! er zullen slechts weinigen overblijven; wat moet Ik schreeuwen om door jullie doofheid heen te breken! een natie, bulderend als het bulderen van vele wateren, zal de wereld weer overstromen met vuur en zwavel; Ik ben rijk aan vergeving, maar Ik hoor nauwelijks een kreet van berouw;
o kleingelovigen! mensen van alleen maar argumenten!
schrijf: alles wat Ik hoor, behalve van slechts een kleine rest, is: “waarom zouden we moeten geloven in boodschappen? waarom zouden we vasten aangezien deze niet van Hem komen? waarom boete doen als we toch rechtschapen zijn? waarom zouden we geloven in die waanzin? luister niet, want zij strooien hun eigen visioenen en profetieën rond”; voorwaar Ik zeg jullie, wanneer die Dag komt zou het beter zijn geweest dat jullie nooit geboren waren! er is maar één man nodig om een vuur aan te blazen om hitte te veroorzaken;
vandaag leeft er weer een mens onder jullie, onder dezelfde hemel, die bereid is een Vuur aan te blazen dat kan branden en binnen enkele seconden alle elementen kan doen smelten! de aarde zal als een kledingstuk slijten; Ik had jullie gewaarschuwd, maar jullie hebben er geen acht op geslagen; Mijn lijden is groot maar hoe moet Ik anders de handelaren binnen Mijn Kerk verdrijven? hoe moet Ik de adders binnen Mijn Heiligdom uit hun nesten gooien als Ik niet kom met Vlammen en een Laaiend Vuur? handelaren, kooplieden, alles zal worden uitgeroeid en dit kan alleen worden gedaan door Vuur!
de geleerden zullen zich niet langer beroemen op hun wijsheid noch op hun autoriteit; de rijken van geest zullen nutteloos en naakt worden achtergelaten en zij zullen rouwen; ze zullen Mij zoeken maar waar ze ook kijken, ze zullen Mij niet vinden; ze zullen Mijn Naam telkens weer aanroepen, maar Ik zal ze niet horen; Ik zal het hele stel ten val brengen;
wees één met Mij, Mijn kind; heb Mijn vrede; Ik bemin je zozeer; Gerechtigheid is ophanden;
(Later:)
steun op Mij; Ik ben met je, Mijn kind; ach, Mijn kleintje, draag omwille van Mij je last op je schouders; bemin Mij, Mijn kind, en je zult leven; verkondig het Evangelie met liefde voor de Liefde; aanvaard alles wat van Mij komt;
kom, Ik en jij, jij en Ik, verenigd in liefde; Ik bemin je zozeer, Mijn Vassula, zozeer, kleintje …
ecclesia zal herleven;
[1] Rom. 10:20.
[2] God bedoelt mij.
[3] Dat is de Heilige Geest.
[4] Dat is het Hart van de Heer.
[5] God maakte mij opmerkzaam op een andere bevoorrechte ziel die Hij mij toestond te ontmoeten.