22 oktober 1991 

Jezus,
bekleed mij met nederigheid, zuiverheid
en inachtneming van Uw Wet,
want dit zal de Vader behagen. 

vrede zij met je; hiervoor vertel Ik je: 

wees als de tollenaar; 

want velen van jullie veroordelen hun naaste, vergetend hoe pas gisteren, jullie ook nog in dezelfde slaap verzonken waren; zeg niet: “Ik heb mijn huis schoon en gereedgemaakt voor de Heer; Hij kan nu ieder moment bij mij komen; Ik ben klaar om Hem te ontvangen; Ik ben niet zoals mijn naaste, die niet vast, niet bidt, maar doorgaat een slecht leven te leiden;” ontvang jullie zicht zeg Ik jullie, jullie lippen hebben jullie al veroordeeld; genees eerst jezelf en veroordeel de anderen niet die hun linkerhand niet van hun rechterhand kunnen onderscheiden; kom tot Mij zoals de tollenaar en vraag Mij om barmhartig voor je te zijn, de zondaar[1], want jullie allen zijn aan de zonde onderworpen; Tempel! sta op en dien Mij, je God, door de weduwe[2] te helpen zul je Mij dienen;

ga nu in Vrede, Ik ben met je; 

Ere zij God.


[1] Zoals het heet in de Griekse Rozenkrans.

[2] Dat is mijn moeder. God wil niet dat ik haar moeder noem, daar de enige Moeder die wij hebben onze Heilige Moeder is. Er wordt van mij verwacht dat ik onderbreek en boodschappen met haar ga doen.