13 oktober 1991

 Er is niemand, mijn Heer, in mijn hart dan U.

Beetje bij beetje verbetert U mij;
U hebt mijn hart gewonnen
en U stort zegen op zegen over mij uit.
Maar doe ik nu Uw Wil?
Ben ik dichtbij U, volg ik U?
Kom ik mijn naaste te hulp zoveel ik kan?
Volg ik Uw Geboden na?
Geniet ik nog steeds Uw gunst?

leer op Mij te steunen; – dochter, ben je bereid door te gaan het Kruis te dragen dat Ik voor jou heb voorbestemd? 

Ik ben bereid, zolang ik U niet verlies en met U ben, verenigd en één. 

weet je wat dit betekent en wat het vereist? 

Offer, vernedering, nederigheid, zelfverloochening, liefde, geloof, hoop, meegaandheid, zelfopoffering, gebed, gebed, gebed, geduld, boetedoening, versterving, lijden, vasten en vertrouwen in U? En een geest van vergeving. 

je hebt het goed gezegd, maar het is niet genoeg deze dingen te weten; wil je in Mijn gunst blijven? dan moet je alles wat je hebt genoemd in praktijk brengen; het Koninkrijk van de Hemel is als een trofee, hij die haar wint zal haar koesteren; nogmaals, het Koninkrijk van de Hemel zal worden gegeven aan hen die met handen vol goede vruchten komen – en zo, Mijn Vassula, ben Ik van plan Mijn Kerk te herbouwen op de door jou genoemde deugden;

als je met Mij wandelt zul je niet verloren gaan; kom niet in de verleiding naar links of rechts te kijken; zoals Ik tot Mijn leerlingen had gezegd: “groet niemand onderweg”;[1] wil je Mij dienen zoals je zegt, dan moet je Mij volgen met Mijn Kruis van Vrede, Liefde en Eenheid om Mij te verheerlijken; kijk niet ontzet naar de andere kruisen die Ik op je weg leg, daar ze allemaal van Mij komen; verheerlijk Mij; je tafel is altijd vol en je beker loopt over, klaag dus over niets; Ik zal je onderzoeken en je liefde voor Mij testen nu en dan om je geestelijk op te bouwen; sleep je niet achter Mij aan, volg Mijn pas opgewekt; rust in Mij als je vermoeid bent en sta Mij toe in jou te rusten als Ik vermoeid ben;

– luister nu naar je Heilige; laat je niet door elke wind meevoeren die op je weg komt, wees in Mij geworteld en je zult niet ontworteld worden, dochter; verrijk Mijn Kerk met alle Kennis die Ik je gegeven heb en vertel hun dat het Hart van de Heer een Afgrond van Liefde is, toch is niemand zich ten volle bewust van zijn diepten noch van zijn rijkdommen;

Ik weet dat je zwak bent, dochter, maar heeft het je ontbroken aan bronnen? vertrouw Mij, vertrouw Mij, en wees de weerspiegeling van wat Eenheid zal zijn; wees niet zoals zij die zich volhardend blijven onderscheiden onder Mijn Heilige Naam; wees niet zoals zij die doen alsof de Eenheid hen aanspreekt, maar dood blijven voor hun eigen woorden en niets anders bereiken dan verontwaardiging van de Vader; beiden de Vader en Ik verafschuwen hun argumenten die tegen­gesteld zijn aan wat zij denken; toch weerhoudt niets Mij ervan tot deze machtige mannen uit te roepen:

“daal af! daal af van jullie tronen en mogen deze schellen van jullie ogen vallen om te zien wat een troosteloosheid jullie van Mijn Huis gemaakt hebben! jullie hebben Mijn Heiligdom beroofd en alles wat erin was! jullie hebben de Herdersstaf niet alleen in tweeën gebroken, maar versplinterd! maar open vandaag jullie ogen en zie! houd jullie ogen open en jullie zullen armoede leren kennen, boetekleed en barrevoets gaan; houd jullie ogen open en leer Mijn Hart kennen met één enkele blik;”

Ik zou slechts één woord hoeven te uiten in hun samenkom­sten en met dat ene woord Mijn Kerk kunnen verenigen; maar de Heerlijkheid van de Hemel zal Mij gegeven worden door Armoede, Ellende en door hen die men verachtelijk noemt; Ik zal Mijn Huis door vreemden laten herbouwen, want in hen zal Ik een geest van ijver planten, een geest van trouw; dan zullen jullie voorraadschuren weer gevuld zijn en jullie vaten overstromen van Mijn nieuwe wijn;

als jullie zeggen Mij te beminnen en je naar Mijn Naam noemt, dan omwille van Mijn Heilige Naam en omwille van Mijn Liefde: 

herenig Mijn kerken; 

de ware Christen is hij die innerlijk een Christen is, en de ware Eenheid is en zal zijn in het hart; Eenheid zal er niet zijn door de letter, maar door de geest; –

als je Mij bemint, dochter, zoals je zegt, omhels dan het Kruis dat Ik je gegeven heb; je voet zal dan niet struikelen, niets in deze wereld is Zijn gelijke; verlies Mij nooit uit het oog;

leerlinge? kom, volg Mij …  

(Later:) 

Vassula, Ik heb voor jou gebeden tot de Vader; Ik ben het, Jezus; concentreer je op wat je is opgedragen; – schrijf nu:[2]

vrede zij met jullie; Ik heb jullie tot Mij horen roepen: “Vader!” 

Hier Ben Ik; 

willen jullie terugkomen? Ik bekijk jullie niet meer met afkeuring daar Ik de Oneindige Barmhartigheid ben; Ik zal ook geen oordeel over jullie uitspreken; jullie hart is wat Ik zoek; Ik heb liefde nodig; Ik dorst naar liefde; Mijn Lippen zijn uitgedroogd door gebrek aan liefde; Ik heb besloten niet naar jullie verleden te kijken, alleen naar het heden;

de Koningin van de Hemel[3] is aan Mijn zijde, en van alle vrouwen was Zij het die volhardend voor jullie heeft gebeden, meer dan alle Heerschappijen, Tronen, Krachten en Engelen; meer dan enig geschapen wezen; dus verwelkom Haar in jullie gebeden, eer Haar zoals Ik Haar eer;

jullie zijn allen in Mij gedoopt en er zou geen enkel onderscheid moeten zijn tussen broeders; als jullie eens wisten wat Ik jullie vandaag aanbied zouden jullie niet aarzelen Mij jullie hart aan te bieden en jullie overgave; kom terug tot Mij en vrees niet, Degene die nu tot jullie spreekt is jullie Heilige Metgezel; Hij die jullie het meest bemint; geloof in Mijn Liefde, denk na en mediteer over Mijn Passie; offer Mij jullie hart en Ik zal het veranderen in een tuin met de meest subtiele geuren, waar Ik, jullie Koning, Mijn rust kan nemen; sta Mij toe het Mijn Eigendom te maken en jullie zullen leven; keer jullie hart niet van Mij af, houd Mij niet op afstand, spreek vrij tot Mij; Ik luister;

Ik nodig jullie allen uit om te mediteren over deze woorden: 

vergeld kwaad met liefde
volg Mij na – 

en onthoud, Ik ben altijd bij jullie; vergeet dit nooit, nooit;

Ik zegen ieder van jullie, en laat de Zucht van Mijn Liefde op jullie voorhoofd achter; 

Jezus Christus, Beminde Zoon van God en Verlosser;


[1] Luc. 10:4. 

[2] Boodschap voor de gevangenen.

[3] Onze Lieve Vrouw.