­24 juli 1991 

(Rhodos) 

(Boodschap voor de gebedsgroep van Rhodos.) 

Mijn verlangen om voor hen te prediken gaat het menselijk begrip te boven en daarom staat de Wijsheid aan de deur van hun hart; niemand is Mijn Wijsheid waardig, niettemin, is de Vader bereid om vanuit Zijn Oneindige Goedheid Wijsheid te schenken aan eenvoudige kinderen;

ach … Mijn beminden, jullie allen zijn Mijn nakomelingen, ellendig zijn jullie geworden en jullie zijn het nog, en toch welke vader zou zijn kind negeren in zijn ellende en het wegsturen om zijn zedeloos gedrag voort te zetten totdat de Dood hem overvalt? zou hij niet tussenbeide komen en het snel redden? nu Ik jullie uit de afgrond gehaald heb, verhef jullie blik tot Mij; jullie ogen zullen de Volmaaktheid aanschouwen; sta Mij toe met jullie samen te leven, het zal jullie niet spijten …

Ik, de Heer, zegen ieder van jullie; wees een vat van licht voor de anderen die rondlopen als bevuilde vaten die niet in staat zijn hun linkerhand van hun rechterhand te onderscheiden en breng hen tot Mij; Ik zal jullie Mijn Kracht geven, vrees niet;

het menselijk ras doet Mij verdriet tot stervens toe en Mijn Hart wordt verscheurd bij het zien van zoveel ongerechtigheid en zonde in de wereld; jullie, jullie hebben Mijn klagen gehoord, omdat Ik bij jullie kwam; jullie hebben Mijn Stem gehoord, verheug je! verheug je en wees blij dat Ik jullie ogen heb genezen die verduisterd waren en jullie hart dat ziek van wetteloosheid was; Ik heb jullie teruggebracht tot Mij door Mijn Barmhartigheid en sta Mij nu toe jullie allen te gebruiken voor Mijn Goddelijk Plan, jong zowel als oud;

bid en vraag om Mijn leiding; jullie zijn voor Mij zeer kostbaar; bid zonder ophouden want dit zal jullie voedsel zijn;