18 juni 1991 

Heilig Hart,
U bent het Thema van mijn leven.
U bent aan mijn zijde en altijd bereid mij te helpen.
U hebt mij nu tot Uw Eigendom gemaakt
en Uw Eigen Armen zijn mijn omheining,
wat kan ik nog meer vragen;
U hebt mijn aanklagers verjaagd in één oogwenk,
en het vuur dat mij omringde
is er niet meer! 

Heer,
U hebt mij nu opnieuw een visioen gegeven
van Uw Heilig Hart,
ik kon Het nauwelijks herkennen als een  hart!
Uw Hart leek  één grote wond …
nauwelijks had ik mijn verdrukkers achter mij gelaten
of ik zag weer een ander vuur ontstoken,
weer een andere wond in Uw Hart,
een  andere grote doorn in Uw Hoofd. 

Mijn Jezus …
deze keer ga ik onderhandelen met U, als U mij toestaat;
dit is wat ik voorstel:
Neem deze grote doorn weg uit U en in plaats daarvan zet hem in mij.
Ik zal hem houden totdat de Vader deze priester
de Genade en het Licht geeft dat hij nodig heeft
om in staat te zijn z’n fout in te zien,
en dat ik U toebehoor. 

Vassula, laat het zo zijn; laat het zijn zoals je vraagt; Ik aanvaard je offer; Mijn kind, wees gezegend; Ik ben niet de Enige die Zijn tranen inslikt, je Heilige Moeder huilt ook; kom tot Ons op deze wijze om met Ons te delen; ook deze storm zal worden bedaard; de Vader ziet alles, Mijn kind;

Ik zal hele valleien kantelen en bergen ontwortelen als die tot een bedreiging zouden worden voor Mijn Liefdesverzen, Liefdesverzen die een Oproep zijn tot jullie bekering; Mijn Boodschappen van Liefde zullen doorgaan; Satans greep raakt nu verslapt en Ik zal hem weldra muilkorven; de Liefde is altijd dichtbij je en Hij kijkt nu en dan nauwlettend in Zijn kamer[1] om na te gaan of alles in orde is, deze kamer waarin Hij Zijn rust neemt;

Ik ben Jahweh; bloem, Sint Beda is aan je zijde; 

Wie is hij?[2] 

Jahweh bemint je;


[1] Kamer: mijn hart, Gods rustplaats.

[2] Uitgeversnoot: Sint Beda (673-735), Benedictijner monnik en auteur van: ‘The Ecclesiastical History of the English People’, wordt door de Rooms Katholieke Kerk als Kerkleraar beschouwd.