18 mei 1991
(Voor Toulouse.)
Jezus?
Ik Ben;
wees in vrede, kleintje, Ik zal er meer dan één tot Mij terugbrengen; Ik heb je inderdaad hierheen1 geroepen want hier hebben ze Mij nodig;
Ik bemin jullie hartstochtelijk, onthoud dit altijd; Ik breng tot Leven, Ik wijs niemand af, zondaar of onrechtvaardige; jullie allen zijn Mijn kinderen; Mijn Boodschap is een Boodschap van Liefde, een roep tot jullie ware fundamenten, een herinnering aan Mijn Woord en aan Mijn Bestaan; vrees Mij niet, vrees alleen degene die doet alsof hij niet bestaat en jullie dan des te kwaadaardiger tot de Dood brengt; Ik ben het Licht;
kom, vertel hun dat deze Boodschap niet aan hen gegeven is om sensatie te veroorzaken, maar om hen de urgentie, de ernst en het belang van Mijn Oproep te doen beseffen; de urgentie van hun bekering; de ernst van de toestand van hun ziel; het belang van hun verandering van leven en heilig te leven; het belang van Mijn Boodschappen die geestelijk voedsel zijn, een voedzame aanvulling voor hun geestelijk leven, een geneeskrachtige zalf voor hun wonden die hen in deze duisternis door de boze zijn toegebracht;
Ik wil dat Mijn kinderen zeer aandachtig luisteren naar alles wat Ik te zeggen heb: laat Mijn Geest van Waarheid jullie terugleiden naar de Waarheid; laat Mijn Geest van Kennis jullie herinneren aan de Ene en Enige Ware Kennis die Ikzelf jullie gegeven heb;
Ik, jullie Heer en Verlosser, zegen ieder van jullie;
[1] Jezus wilde dat ik naar Toulouse ging in plaats van naar Montpellier.