6 mei 1991

Heer, mijn God,
wie zou ons kunnen verlossen, anders dan U?
wie zou ons weer thuis kunnen brengen, anders dan U?
wie zou ons geluk kunnen schenken anders dan U?
Dus: Maranatha! 

dochter, de doden kunnen Mij niet prijzen, daarom zal Ik met volle kracht over jullie neerdalen en jullie allen doen opstaan om jullie te herinneren aan Mijn grootheid, Mijn heerlijkheid en Mijn soevereiniteit; kom, schrijf, Mijn Vassula:

vrede zij met jullie; Mijn zonen en dochters; Ik heb Mijn schapen geteld, en Mijn Hart is verpletterd door verdriet, slechts een rest is er vandaag over die nog niet door Geloofsafval is getroffen; slechts een handvol heeft haar geloof niet verloren; slechts enkelen zijn er over die de gevaren van het Rationalisme hebben overleefd, en Ik, van boven, heb Mijn Ogen tot het uiterste ingespannen wachtend tot jullie Mij je hart aanbieden en jullie overgave, maar het hart van deze generatie is grof van dwaasheid;

toch, ook al hebben jullie Mijn Wet van Liefde niet onderhouden maar jullie hart afgewend en je eigen wet en statuten gemaakt, Ik zal niet op afstand blijven en toezien hoe jullie steeds verder van Mijn Geboden afdwalen; Ik bedoel je te redden, generatie, Ik bedoel je tot bezinning terug te brengen en je met grote liefde terug te leiden naar het pad van Rechtschapenheid; Ik zal je leren Mijn Naam aan te roepen, Ik zal je leren in Mijn Tegenwoordigheid te wandelen, Ik zal je leren een leven van gebed te leiden, Mijn kind; Ik zal je leren Mij te beminnen met geheel je ziel, Ik zal de banden van de dood ontbinden die je ziel binden aan alles wat Mijn Ziel verafschuwt als je Mij je wil geeft, Mijn kind;

kijk, kijk om je heen; Mijn Heilige Geest komt om jullie te ontmoeten en jullie allen weer tot leven te brengen, gekleed als een bedelaar met Tranen van Bloed stromend langs Mijn Wangen; Ik daal neer van Mijn Troon en buig Mij helemaal naar jullie over om jullie ziel te redden van onheil en hongersnood; omwille van Mijn Heilige Naam zal Ik Mijzelf tonen in juist die dingen waarin jullie niet langer geloven; Ik zal Mijn Heilige Geest demonstreren door wonderen en door mirakelen; Ik zal Mijn Macht demonstreren door zwakheid en ellende als nooit tevoren;

Ik zal komen met duizen­den scharen engelen om over jou uit te gieten, generatie, Mijn Hemels Manna, dit verborgen Manna[1], en je mond vullen met Mijn Voedsel zodat je mond Mijn Heerlijkheid verkondigt; Geloofsafval heeft Mijn Barmhartig­heid uitgedaagd en Rationalisme, deze plaag van jullie tijdperk, heeft Mijn Macht uitgedaagd;

Ik zend voor Mij uit, om jullie te onderrichten, de Vrouw die bekleed is met de Zon, de tweede Eva, om jullie te onderrichten en stap voor stap naar de Hemel te leiden; Ik zend jullie Mijn Heilige Geest in deze Nacht om jullie Metgezel te zijn en jullie Trooster en om jullie aan Mijn Woord te herinneren; Ik zend jullie een schare engelen van hoop om jullie angsten te verdrijven; kom en luister jullie allen die uitgehongerd zijn; gelukkig de mens die Ik uitnodig voor de Bruiloft van Mijn Heilige Geest, hij zal worden gevuld met Mijn Hemels Voedsel en ofschoon hun fouten hen overweldigen, zal Mijn Heilige Geest ze uitwissen in Zijn rusten in hen;

begrijp, Mijn beminden, dat Mijn bezoek aan de aarde niet bedoeld is om jullie te veroordelen, maar om jullie te redden; wie zal Mij zien? wie zal er notitie van nemen? wie zal de Troon herkennen die neerdaalt uit de Hemelen onder jullie? bied geen weerstand aan Mijn Heilige Geest van Genade; Ik ben altijd met jullie; bid vurig voor de bekering van jullie tijdperk, open jullie hart en spreek tot Mij; zullen jullie Mij jullie wil offeren?

O Mijn Huis! kom, kom tot Mij en wandel in Mijn Licht; en toch, wanneer Ik kom bij Mijn Grote Terugkeer, zal Ik dan nog enig geloof vinden op aarde? vandaag spreek Ik in duidelijke woorden; Mijn kindertjes, binnenkort zal de Liefde terugkeren als liefde; Ik zal tot jullie terugkeren en waarlijk Ik zeg jullie, als jullie Mijn Heilige Geest hebben herkend en Hem gezien hebben, komt dit omdat jullie Mij toebehoren aangezien de wereld Hem niet kan herkennen, Hem niet kan zien, noch Hem kan ontvangen; ach, Mijn kleintjes, wat zal Ik niet voor jullie doen! Ik verlang ernaar jullie gesterkt te zien door de gaven die Ik over jullie uitstort;[2] 

ontvang jullie sterkte in gebed,
een voortdurend gebed tot Mij; 

Ik zegen ieder van jullie; en jij,[3] die gekomen bent omdat je kruis je verplettert, steun op Mij beminde, en offer Mij je verdriet en je lijden; Ik bemin je; Ik zal je komen helpen; verheerlijk Mij door Mijn Naam te prijzen;

ontvang de Adem van Mijn Heilige Geest op jullie voorhoofd en wees één onder Mijn Heilige Naam;  


[1] Apok. 2:17.

[2] Jezus hield daar stil. Dan verhief Hij zich, majesteitelijk, en zei toen, zonder te bewegen, deze woorden.

[3] Jezus spreekt speciaal tot een persoon in de groep.