20 maart 1991
Ik, Jahweh, ben je Vader; kom, je zult je werk aan Mijn Zijde volbrengen, dochter; Ik zal je elke dag versterken omdat dit nodig zal zijn voor Mijn Werk dat over de gehele wereld zal gaan; Ik heb je lamp ontstoken zodat je kunt zien, Mijn kind; Ik heb je gekozen om je te onderrichten vanuit Mijn Hal; van Mijn Eigen Mond heb je Mijn Woord ontvangen; bewaar Mijn Onderrichtingen als je oogappel;
Ja, mijn Heer en God.
zelfs nu, in je nietigheid, zal Ik, die Alles ben, Mij ontplooien en als nevel die overal heen kruipt ben Ik van plan heel Mijn schepping in Mij te hullen, van de vreemdeling tot Mijn beste vriend, want Mijn Jaloezie[1] is sterker gebleken dan Mijn wil om die te beteugelen; Ik heb je geschapen voor één doel: Ik heb je geschapen uit Liefde om Mij te beminnen; wanneer lichaam en vlees wegteren en vergaan, zal degene die Mij welgevallig is geweest in Mijn Ziel getrokken worden voor altijd en eeuwig;
maar wee degene die Mij niet gevreesd heeft! wee degene die nooit de slechtheid als dwaas en de dwaasheid als waanzinnig heeft beschouwd! wee het hart dat geloofd heeft de top van zijn sterkte te kunnen bereiken door eigen inspanningen en zonder Mij! wee hem die niet gehoorzaamd heeft aan Mijn Geboden! wee degene wiens hart gevuld is met kwaadwilligheid! wee de jakhals die ’s nachts zijn plannen smeedde! wee degene die zijn broeder veroordeeld heeft en hem veroorzaakte in angst te leven! wee de lippen die valse getuigenis hebben afgelegd! wee degenen die onschuldig bloed van ongeboren kinderen vergoten hebben! jullie loon zal de hel zijn! wee de onzuiveren die het Vlees en Bloed van Mijn Zoon ontvangen in staat van zonde, hoe weerzinwekkend zijn jullie voor Mij! wee degenen die Mij beledigen door het weigeren van de biecht en de absolutie, en die Mijn Zoon komen ontvangen, schuldig! heb berouw! heb berouw over jullie zonden! welk nut heeft jullie offergave voor Mij als jullie een kronkelend serpent in jullie binnenste hebben? als jullie Mij vragen: “wat moeten wij dan doen om het eeuwige Leven te verwerven?” zeg Ik jullie: heb berouw! volg Mijn Geboden, breng passende vruchten voort, en Ik, in tegenwoordigheid van Mijn engelen, zal jullie de woning aanbieden die Ik voor jullie heb gereserveerd; waak en wees op je hoede voor al deze dingen; sta Mij toe in jullie wildernis Mijn Geest te openbaren zoals Ik wil en wanneer Ik wil en aan wie Ik wil: om jullie te redden;
Wijs ons terecht, Jahweh, liefdevolle Vader, teder en met barmhartigheid maar ook snel!
bemin Mij, aanbid Mij en stel Mij op de eerste plaats en boven alles …
Leer ons U te beminnen zonder U nog ooit te beledigen. Ik ben wanhopig zonder U, O Abba!
Mijn Ogen rusten op je, Mijn kind, voortdurend, en Mijn Geest zal je meer dan ooit doordringen tot er niets meer van jou overblijft; Ik Ben Alles en Ik kan je met Mijn Licht omhullen; ach schepping! Ik ben Trouw en Teder, laat Mij vrij o schepping en met de grootste liefdevolle genegenheid zal Ik je geest met goddelijkheid uit Mijn Geest bekleden; laat Mij vrij om jullie lethargie te vernietigen die jullie tot deze grote geloofsafval en ondergang van jullie ziel heeft geleid; sta Mij toe jullie te vullen met Mijn Vuur om trouw te worden en vurige dienaren van Mij te worden; laat Mij jullie omvormen om de verrukking van Mijn Ziel te worden, Ik Ben die Ik Ben is met jullie;
wees gezegend en heb Mijn Vrede, jullie die Mij lezen;
[1] Jaloerse liefde.