10 december 1990 

God! Wat laat U mij lijden door Uw Liefde! Wat laat U mij lijden door te dorsten naar U! 

dochter, hoe graag zou je in Mijn Wonden willen leven? 

Ik zou graag alles willen wat U graag wilt. 

dan zal Ik je kleden in heiligheid; Ik zal je sterk maken in je liefde voor Mij voor eeuwig; hoewel je nog verre van volmaakt bent, kan Ik je volmaakt maken; Ik heb je op deze bijzondere wijze gevormd om te getuigen van de Waarheid en om Mij te verheerlijken; Ik heb je gezonden naar een volk dat niet het jouwe is om Mijn Liefde te verkondigen; zij die willen horen, laat ze horen, en zij die niet willen horen, laat ze niet horen; word het niet moe te mediteren en te schrijven; je moet je niet verwaarloosd voelen; Ik ben met je, aan je zijde, in dit ballingsoord;

bemin Mij, aanbid Mij en leef voor Mij, je Heer; sta Mij toe en laat Mij vrij je in Mijn Oneindige Liefde te hullen; ach … hoezeer verheugt het Mij als je naar Mij verlangt en naar Mij dorst! Herborene![1] aanbid Mij! je zult toch zeker de Bruidegom niet te lang laten wachten? kom snel naar je Heilige en Hij zal je hoofd op Zijn Heilig Hart leggen, en als je zult luisteren naar Zijn Hartkloppingen zul je Hem niet langer weerstaan; je zou alleen verlangen Hem te verheerlijken; en Hij zal Zijn Geest over je uitstorten om jouw geest te door­dringen en alles wat jij bent teniet te doen; je zult nooit meer “jij” zijn, jouw “jij” zal niet meer zijn;

Ik zal je doordringen, kleine, volledig, zodat jouw motieven Mijn Motieven zullen zijn, jouw verlangens zullen Mijn Verlangens zijn, jouw woorden zullen Mijn Woorden zijn,  jouw gedachten Mijn Gedachten; en Ik zal je verbergen in het diepste plekje van Mijn Heilig Hart; Ik zal jouw “jou” helemaal uitwissen, als je Mij toestaat;

van nu af, na je toewijding aan Mijn Heilig Hart,[2] zul je Mij aanbidden uit de diepten van je hart en Mij dienen met een Vuur in je binnenste; je zult Mij dienen in trouw en vuriger dan ooit tevoren; zwak ben je, maar Mijn Sterkte zal je ondersteunen; Ik zal niet toelaten dat je Mij uit het oog verliest noch dat je hart naar elders fladdert; je hart zal alleen Mij zoeken en alleen naar Mij verlangen zonder onderbreking; Ik zal je een afkeer inboezemen van alles wat tegen Mijn Heiligheid en Mijn Wil ingaat; Ik zal je ziften om er zeker van te zijn dat er geen rivaal in je blijft;

vanaf vandaag zal Ik de banden waarmee Ik je heb omgord nog vaster aanhalen; Ik zal je ziel laten dorsten naar Mij en je hart ziek zijn van liefde voor Mij, je God; Ik wacht er nu alleen nog op je hele wezen te verteren met de Vlammen van Mijn Hart en Mijn Liefde; wat je ook van nu af doet, het zal alleen gedaan worden voor Mijn Belangen en Mijn Glorie en niets voor jezelf; met andere woorden, je zult van nu af de slaaf van Mijn Liefde zijn, het slachtoffer van Mijn Hart en de weldaad van Mijn vreugden, het speelgoed van Mijn Ziel; Ik zal jouw gelaatstrekken op de Mijne doen gelijken vanwege het verdriet  bij het zien van de doofheid van de zielen, en de bitterheid bij het zien van hun val; Mijn Vassula, Ik zal jouw ziel haar vervulling geven; nee, Ik zal je Mijn Kruis niet besparen, zoals de Vader het Mij niet heeft bespaard; hoe kan Ik?

Mijn Genegenheid voor jou is onmetelijk; trouwens, alles komt voort uit Mijn Edelmoedigheid en Mijn Oneindige Liefde; Ik zal je ogen beteugelen, je gedachten en je verlangens om de gevangenen van Mijn Hart te worden; de Liefde zoekt liefde; je bent onwaardig, en je verdient niets, maar je zwakte, je ellende, je totale onvermogen en je nietigheid hebben Mijn Genegenheid bestormd en Mijn Toorn ingetrokken; kijk Mij in de Ogen … 

(Ik keek in de Ogen van mijn Verlosser.) 

zie je? je hebt Trouw en Waarheid gezien van aangezicht tot aangezicht; voortaan moet je toewijding oprecht zijn, Mijn Naam dag en nacht, nacht en dag aanroepend; Ik zal je geest alles laten afwijzen wat Ik niet ben; als een dorstige reiziger zul je dorsten naar alles wat Heilig is, maar Ik zal altijd bereid zijn je water aan te bieden uit de Bronnen van het Leven en Bloed uit Mijn Goddelijk Hart; je ziel zal meer dan ooit tevoren, de Merktekenen van Mijn Lichaam dragen voor de bekering van veel zielen; dit is de reden waarom jij vrijwillig de weg naar  zult gaan naar Calvarië; Ik zal je ijver doen toenemen om Mij te blijven behagen en om Mijn Wet te onderhouden, zodat je alles wat Ik je gegeven heb opbouwt en plant …

sta nu op en herstel Mijn Huis; houd niet op Mij te beminnen, anders zul je zo snel als gras verdorren en wegkwijnen; en onthoud één belangrijk ding:  de Liefde bemint je;  

Geprezen zij de Heer! Glorie zij God! 

als klei in de handen van de pottenbakker zal Ik je kneden zoals het Mij bevalt omdat je Mij de vrijheid gegeven hebt om zo te handelen, en je wil; 

Geprezen zij de Heer!
U hebt mij gevraagd de slavin van Uw Liefde te zijn;
omdat ik niet waardig ben Uw slavin te zijn, de slavin van God,
leid mij in Uw zuiverend Vuur en louter mij, mijn Koning,
zoals goud gezuiverd wordt
opdat ik in staat ben U te verheerlijken,
want ik bega  zonde op zonde.
Sta uit medelijden Uw Licht toe in mijn duisternis te schijnen. 

Leer mij het slachtoffer van Uw Hart te zijn,
en Uw Kruis vurig te omhelzen en niet met ontsteltenis,
als ik op de weg naar Calvarië ben,
deze weg die naar geluk leidt omdat ’t het Pad van Heiligheid is
en waarop U, als het Volmaakte Slachtoffer, als Eerste gegaan bent.
Ik zondig voortdurend,
en toch straft U mij niet zoals mijn zonde verdient,
U spaart mij onophoudelijk,
en U staat Uw Licht toe in mij te zijn;
daarom weet ik dat: God aan mijn zijde is 

Nu moet ik de beloften vervullen die ik U heb gedaan
in de toewijding aan Uw Heilig Hart;
sta mij toe voor altijd in Uw Tent te verblijven,
sta mij toe mij aan U vast te klampen en naar Uw Heilig Gelaat te staren
en ik zal U heel mijn leven lang zegenen,
en mijn ziel zal zich verheugen in Uw Liefde en in Uw Aanwezigheid. 

leerlinge! verheug je dan in Mijn Tent, en aanbid Mij; onthoud, dat Ik je iets heel kostbaars gegeven heb, behoed het en omarm het met liefde; Mijn Kruis zal je tot heiligheid leiden, kleine ziel;

Ik geef je Mijn Vrede; 

Ik zegen U, Jezus. 

Degene die je het meest bemint, zegent je; 

 


[1] Jezus riep bij die naam.

[2] Ik had een akte van toewijding aan het Heilig Hart, die ik van plan ben vanavond te zeggen.