23 november 1990 

vrede zij met je; dochter, wil je vooruitgang maken? 

Ja Heer, dat wil ik. 

dan, Mijn kind, zal Ik je daarbij helpen; dit is ook Mijn verlangen; val niet in slaap, wees op je hoede voor de gevaren die je omringen; bloem, zelfs als Mijn vijanden aan je trekken en je bloemblaadjes uitrukken, zal Ik ze altijd vervangen; als ze je verfrommeld achterlaten, vrees niet, Ik zal vanuit de hemelen Mijn Dauw uitgieten en je doen opleven; mooi moet je eruitzien en mooi zal Ik je maken en bewaren; je bent Mijn boodschapster en je hebt niets van de mensen te vrezen; als ze je beschuldigen omdat je Mij Vader noemt is het omdat ze niet begrepen hebben dat de Geest van Liefde, die jij ontvangen hebt en die spreekt door jou, je vrede en liefde brengt om uit te roepen: “Abba!”; Mijn Geest is met jou verenigd, Mijn kind; Ik heb je Boodschappen gegeven gezalfd door de Geest, voor jouw tijdperk om jullie tot leven te wekken; alle woorden die Ik je gegeven heb zijn Geest en ze zijn Leven; de schapen die bij Mij horen herkennen Mijn Stem al van verre; weldra zal Ik Mijn Licht overal heenzenden, van de ene horizon tot de andere; ja, Ik zal discipline laten uitstralen;

ontvang Mijn Vrede, dit is Mijn Zegen; bemin Mij zoals Ik jou bemin en onthoud, Ik ben je Koning, dus schenk je Koning de liefde die Hij verdient! wees gezegend; Ik Ben;