28 september 1990

Jezus? 

Ik ben;

leun op Mij, leun op Mijn Schouder; zoals Ik naar jou kwam en je optilde uit de kuil en naar Mijn Huis droeg waar Ik je genezen heb, zo zal Ik je voeten  helpen op de Juiste Weg te gaan; laat je handen zich vastklampen aan Mij; Ik weet dat je wankelmoedig[1] bent, maar Ik zal je sterk maken tegenover het kwaad;

– ach, schepping! Barmhartigheid daalt nu neer vóór het Oordeel komt; verwelkom nu Mijn Barmhartigheid en Mijn Geest zal op je rusten; nader tot Mij, jullie die naar Mij verlangen, en neem je volle maat uit Mijn onuitputtelijke Bronnen van Leven; want zij die Mij eten zullen hongeren naar meer, en zij die Mij drinken zullen dorsten naar meer;[2] en Ik, als Manna, zal jullie zielen weer vullen; en zoals een pottenbakker zal Ik jullie vormen in wat jullie verloren hebben: Mijn Goddelijkheid;

dan zal Ik jullie Mijn Koninkrijk tonen en jullie de Wijsheid zenden om jullie de Kennis van Mijn Heilige dingen te leren, en Ik zal jullie tot de Mijnen maken voor altijd en eeuwig; jullie zullen Mijn zonen en dochters zijn Mij verheerlijkend samen met Mijn Samenkomst in de Hemel; dan zal Ik jullie uitzenden als nevel om te ontvouwen zoals men een banier ontvouwt: Mijn Kennis, die jullie ontvangen hebben van de Wijsheid Zelf, om anderen te leren hoe ze rechtschapen moeten worden in wat zij nastreven en leren, zodat generatie na generatie Mijn Heilige Naam Heilig gehouden mag worden; jullie nakomelingen zullen een rijke erfenis ontvangen uit jullie geboren, en dankzij Mijn Oneindige Barmhartigheid ook de kinderen van jullie kinderen; en in de toekomst zullen de naties weten wat de Vrees voor de Heer betekent;

Mijn gunsten zijn niet allemaal uitgedeeld, Mijn gunsten zijn onuitputtelijk, ze vullen elk dal, en Mijn Tederheid voor jullie wordt elke dag vernieuwd; Ik giet onophoudelijk Mijn Liefde uit Mijn Hart als stromend water uit om jullie woestijn te bevloeien en jullie te doen herleven; Ik ben het niet die jullie gedwongen heeft om in duisternis te wonen; het is niet Mijn wens van boven te moeten aanzien hoe jullie jezelf ommuren en jullie zielen opsluiten in de donkerste kerkers; Mijn verlangen is  jullie in vrede Thuis te brengen; Mijn verlangen is van jullie woestijn en jullie verdorde land groene weiden te maken, om jullie te verzadigen;

Vassula, al Mijn Boodschappen zijn gebeden; lees en schrijf op, Romeinen 8: 26-27: 

Ook de Geest komt onze zwakheid te hulp. Want als wij niet de juiste woorden weten te vinden om te bidden, brengt de Geest Zelf onze smeekbeden onder woorden op onuitsprekelijke wijze, en God, die alles weet wat er in onze harten omgaat, weet volmaakt wat de Geest bedoelt, en dat de smeekbeden van de heiligen, uitgedrukt door de Geest, overeenstemmen met de bedoeling van God. 

mediteer hierover … Ik bemin je, herhaal na Mij het volgende: 

Jezus,
noch dood, noch leven,
geen engel geen vorst,
niets van wat bestaat en niets van wat nog komt,
geen enkele macht uit de hoogte of uit de diepte,
noch enig gescha­pen ding, zal mij ooit
van U kunnen scheiden[3] 
ik beloof U trouw te blijven;
dit is mijn plechtige belofte;
help mij deze belofte trouw te blijven
voor altijd en eeuwig;
amen; 

(Ik heb herhaald wat Jezus mij gaf.) 

(Later:) 

ziel, bid; dit betekent, spreek tot Mij! negeer Mijn Alomtegenwoordigheid niet, louter omdat de Verleider je blijft bekoren; hoor Mij, weersta, weersta hem; kom nu, Ik zal Mijzelf weer door jou openbaren, als je jezelf nederig aan Mij onderwerpt en Mijn Geest toestaat op je te rusten in de uren van Mijn Passie; 

 

je Jezus; Ik Ben;


[1] Jezus glimlach­te.

[2] Sir. 24:21. 

[3] Rom. 8:38-39.