31 juli 1990 

Mijn Heer, doe mij herleven zoals Uw Woord verzekerde.
Neem deze geest van lusteloosheid van mij weg die op mij drukt.
Voor hoelang zal ik onder deze geest gebukt gaan?
Druppel mij een voortdurende geest van ijver in,
onttrek mij niet aan Uw Heilige Geest.

Vassula, ik wacht er alleen maar op je genadig te zijn, je op te richten en je in Mijn Heilig Hart te plaatsen; als je maar oplettend zou zijn op het volgen van Mijn Voorschriften zou je geest constant trouw geweest zijn aan Mijn Geest; je klaagt, je kreunt, en toch stroomt Mijn Heilig Hart over van Liefde en Medelijden met je, ziel! zet alles wat Ik je gegeven heb om in daden!

denk aan Mijn Aanwezigheid, span je in! houd afstand van alles wat niet van Mij is, houd je ogen op Mij gericht en op Mij alleen; een vat voor Mijn Woord ben je, maar drijf niet af bij de eerste stroming! Ik heb je geroepen en je gehuwd en je tot de Mijne gemaakt; als je door deze stroomversnellingen moet gaan, ben Ik met je, of door orkanen, die zullen je niet ontwortelen; moet je door een nest adders lopen, je zult niet gebeten worden; Ik heb je pad gemakkelijk gemaakt; Ik zal je telkens optillen als je op doornen of distels stuit; Ik besef je zwakheid en je verbazingwekkende onvermogen, daarom is Mijn geduld met je zo groot; waag dus niet te zeggen: “waar is Uw Geest?” Mijn Geest is altijd met je, Mijn kind;

luister, wees niet ongeduldig in het gebed … zeg niet: “God zal wel rekening houden met mijn zwak­heid, Hij is één en al Barmhartigheid”, en dan doorgaan met zondigen; open in plaats daarvan je oren en luister gewillig naar alles wat Ik zeg en Ik zal je Mijn Licht geven om zelfs scherpzinnige spreuken te begrijpen, want Ik ben met je om je te redden …

Maak mijn hart bereid, lieve Heer,
om U voortdurend te prijzen.
Ik ben omringd door verleidingen
die mij Uw Aanwezigheid doen vergeten.

zie je nu? nu kom je weer tot bezinning … je begint te beseffen in welke ellendige staat je ziel verkeert; een licht heeft in je geschenen; verheug je, ziel! verheug je! want als Ik je niet zou bijstaan zou je helemaal niet staande blijven; let op van nu af aan, en laat je hart nooit meer de moed verliezen, kom altijd tot Mij om hulp; dit, Mijn Vassula, is niet je laatste vallen; Ik, de Heer, zal je telkens oprichten als je valt, telkens met groter medelijden en liefde;

zegen Mij en bemin Mij;

Ik zegen U, Heer,
U die mij zo vaderlijk gekoesterd hebt;
als mijn voeten weer afdwalen van Uw Rechtvaardige Pad,
kom mij dan snel te hulp.

vertrouw op Mijn enorme Sterkte, vertrouw op Mijn Liefde; kom vandaag meer dan eens tot Mij; de Liefde is bij je; Ik zegen je;

(Later, dezelfde dag.) 

(Ik leverde commentaar op iets, het klonk als opschepperij.)

dochter, denk na over Mijn Werk met jou, doe niet alsof je het weet; men weet niet wat liefde is tenzij Ik het laat weten; zelfs een wijze kan het niet ontdekken, ook al maakt hij er aanspraak op het te weten; Ik geef een bevel van omhoog en Mijn Woord flitst naar de aarde, Ik zend Mijn Woord om dooi en warmte in ijzige harten te brengen; verhef je geest en zoek Mijn Geest van Onderscheiding; Ik zal je bijstaan, ondanks je fouten, om het je mogelijk te maken deze hele Boodschap te verkondigen zodat ieder haar hoort;