30 juli 1990

(R­hodos –  Klooster van St. Nectario)

(Ik was vijf dagen in dit klooster. Vijf dagen van vasten en zwijgen. Alleen bidden en mediteren.) 

Heer?

Ik ben; twijfel nooit; Ik geef je Mijn Vrede; kom in Mijn Hart;

(Toen de Heer zei: “Ik geef je Mijn Vrede”, zag ik de Hemel open en werd ik in Zijn Hart verwelkomd.)

de tijd dringt, de uren vliegen … kom dichterbij Mij en luister naar wat Ik de kerk in Rhodos te zeggen heb:

kijk naar de Palmen van Mijn Handen, Mijn Zijde en Mijn Voeten; voel Mijn Wonden… zij die niet willen drinken uit Mijn Wonden zullen wegkwijnen, ze zullen versmachten en uitdro­gen; Ik ben jullie Redding, dus waarom is deze natie bang Mij te drinken en Mij te eten? ze roepen om hulp, en vervolgens komt niemand om Mij te eten en Mij te drinken om te worden genezen; heb Ik niet gezegd dat jullie door Mijn Wonden zullen worden genezen? baan dan jullie weg door deze eindeloze woestijn en laat Mij de klank van jullie voetstappen horen; kom en ontvang Mij;

deze natie begrijpt de Roep van Mijn Liefde niet; Ik kijk uit de Hemel neer, angstig en bezorgd om jullie allen te redden; Ik stort Mijn Hart bij jullie uit; Ik zend jullie Wijsheid, helemaal tot aan jullie drempel, om jullie te leren dat Mijn thema LIEFDE is, maar heeft er iemand oren om te horen? Ik heb een nieuw Lied van Liefde voor jullie gemaakt, en omwille van Mijn Heilige Naam, kleinen, daal Ik helemaal tot jullie af; Ik, jullie Christus, kom om jullie hart te verrukken met Mijn Lied van Liefde en om Mijn Hart vreugde te geven; zeg niet: ik heb Hem gezocht, maar ik heb Hem niet gevonden; ik riep tot Hem, maar Hij antwoordde niet; ik wachtte op Hem, maar Hij kwam niet; zoek Mij, beminden, in eenvoud van hart, en jullie zullen Mij vinden; roep Mij aan uit het diepst van jullie hart en Ik zal jullie antwoorden; open jullie oren en jullie hart en jullie zullen Mijn voetstap­pen van Mijn Wederkomst horen; de vijgenboom is gerijpt en weldra zullen jullie zijn vruchten eten;

kom, daar velen van jullie van het rechte pad zijn afgedwaald en bang zijn Mij te ontvangen, en jullie je zonden verborgen houden in jullie borst, bevrijd jezelf door te gaan biechten; heb oprecht berouw en vast, zodat jullie Mij ontvangen in zuiverheid en in heiligheid; Mijn deur staat altijd voor jullie allen open, beminden; het is van Mij bekend dat Ik niet onge­voelig ben voor de armen en voor de noden van de zieken; stel dus jullie God niet op de proef en twijfel niet aan Mijn Oneindige Barmhar­tigheid;

ja, de instrumen­ten die Ik gebruik om Mijn Woord door te geven aan jullie zijn arm, onwaardig en gewoon; degenen waarvan de wereld vindt dat ze gewoon en verachtelijk zijn, zijn degenen die Ik uitkies – degenen die helemaal niets zijn, om hen die alles[1] zijn te beschamen; Wijsheid wordt gegeven aan kinderen en niet aan hen die zichzelf wijs noemen; luister naar Mij, de Wijsheid zal een raadsel blijven voor hen die pochen en zichzelf deugdzaam en heilig noemen; Ik zal inderdaad de wijsheid van de wijzen vernietigen en het oordeel over hen zal des te strenger zijn;

Ik ben van plan in hun midden een nederig en bescheiden volk achter te laten dat in staat zal zijn tot Mij te zeggen: “Alleluia, alleluia”; dag en nacht, nacht en dag, deelnemend aan de hymne van Mijn engelen: “Heilig, Heilig, Heilig is de Heer God, de Almachtige; Hij was, Hij is en Hij komt”,[2] en niemand zal hen verontrusten, want Ik zal al die trotse pochers uit hun midden verwijderen; daarom zeg Ik jullie, voordat Mijn uur over jullie komt: zoek nederigheid, zoek armoede; jullie die gehoorzamen aan Mijn Geboden en aan anderen leren ze te onderhouden, verneder jullie zelf;

oordeel niet, en je zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet, opdat Ik jullie ook niet zal veroordelen; heb berouw, en Ik zal voor jullie genoegdoening geven voor die jaren waarin jullie Mijn Geest onderdrukt hebben; Ik ben van plan om in deze laatste dagen dit slechte tijdperk met teugels van goedheid en aan de leiband van liefde te leiden, Mij tot jullie allen neerbuigend om jullie Mijn Voedsel te geven; Ik zal altijd een Toevlucht zijn voor de armen en noodlijdenden; kom, leun allemaal tegen Mijn Borst zoals Johannes, Mijn leerling, en hoor het kloppen van Mijn Hart; deze hartekloppen zullen jullie helemaal tot aan Mijn Voeten onder Mijn Kruis brengen;

Ik, de Heer, ben temidden van jullie en Ik zegen jullie allen en laat Mijn Zucht van Liefde op jullie voorhoofd achter; onthoud alles wat Ik jullie vandaag gegeven heb en toon Mij jullie liefde door Mij te volgen; Mijn Ogen rusten op jullie; wees één; 


[1] 1 Kor. 1:28.

[2] Apok. 4:8.