8 juli 1990
(Lens – Boodschap voor de gebedsgroepen.)
vrede zij met jullie allen; Ik, Jezus, zegen jullie allen … voel nu Mijn Aanwezigheid, voel Mij in jullie hart … verhard jullie hart niet door te twijfelen; open jullie hart opdat jullie ten volle Mijn Boodschap van Liefde mogen begrijpen;
Ik daal helemaal tot jullie neer, Ik, die Koning en Heerser ben, om jullie te herinneren aan de Liefde die Ik voor jullie heb en aan Mijn Offer; Ik kom om jullie eraan te herinneren aan Wie jullie toebehoren; Ik heb jullie allen verlost door Mijn Offer en jullie behoren Mij toe;
dat de Geest van Genade vandaag zo overvloedig over jullie wordt uitgestort is omdat de vijgenboom bijna rijp is en zeer spoedig zullen jullie daarvan eten; jullie kunnen niet meer zeggen: “waar is mijn God?” de weiden van het open veld zal Ik weer groen laten worden zodat jullie daarin je rust kunnen vinden; Mijn Wijngaarden zal Ik blijven vermenigvuldigen en Mijn fruitbomen zullen overvloedig opbrengen, jullie zullen naar hartenlust eten uit Mijn Hemelse Voorraden; luister naar Mij, heeft jullie Hemelse Vader niet Zijn Hemelse Voorraadschuren in de Hemel geopend om een uitgehongerde natie met manna te voeden? jullie Hemelse Vader liet brood neer regenen op Zijn volk, en uit de rots in Horeb liet Hij water stromen zodat ze konden drinken; en Ik, heb Ik niet de broden en de vissen vermenigvuldigd om duizenden te voeden?
O mensen van weinig geloof, hoe komt het dan dat jullie de Tijden niet kunnen onderkennen? waarom betwijfelen jullie nu dat Mijn Heilige Geest van Genade[1] zo duidelijk over jullie wordt uitgestort? hebben jullie niet begrepen dat Mijn Heilige Geest jullie vervult in jullie wildernis? Ik zei, “Ik ga Mijn Wijngaard bevloeien, Ik ben van plan Mijn bloemperken te besproeien,”[2] “Ik zal onderrichtingen uitgieten als profetieën, als een erfenis voor alle komende generaties;”[3] wees niet bang; Ik ben het, jullie Heer, jullie Redder;
als jullie zouden zijn doorgedrongen in het mysterie van het manna en in het mysterie van de vermenigvuldiging van de broden en van de vissen, dan zouden jullie vandaag ten volle de uitstorting van Mijn Heilige Geest begrepen hebben, jullie zouden Mijn Wonderbaarlijke Spijzigingen uit de tijd van jullie voorvaderen begrepen hebben;
bloem,
(Hier onderbreekt Jezus mij. Het is 16.23 uur.)
bid nu met Mij voor Rusland;
“O God, geef dat zij U navolgt,
O Heer, red haar ziel
en laat haar opstaan zoals U Lazarus hebt laten opstaan,
maak Uw zo beminde dochter
mooi in Uw Ogen
en plaats haar in Uw Goddelijk Hart
zodat haar beeld Uw Goddelijkheid weerspiegelt,
laat haar opstaan opdat zij aan Uw zijde wandelt,
vertoon haar in Uw nabijheid
en bevrijd haar uit haar gevangenschap,
huw haar en maak haar helemaal de Uwe;
amen;”
bid dit gebed tot Mij;
(Ik deed het.)
schrijf, Mijn Vassula[4] over de spijzigingen van deze dag;
besef en begrijp Mijn voortreffelijkheid en trouw tegenover Mijn Heilsbelofte; Ik zal geen enkele van de geheimen voor je verbergen, generatie, want Ik zal spoedig een open hoofdweg aanleggen, smetteloos, en Ik zal hem noemen: Heilige Weg, die jullie naar een open Tabernakel leidt; geen holen meer voor jakhalzen! geen geheime werken meer in de nacht! geen rondsluipen meer in het donker! Ik, de Heer, zal alles aan het licht brengen; het zal nooit meer nacht zijn, want Mijn Licht zal voor altijd op jullie schijnen; ja, Ik zal Mijn Kennis op deze open hoofdweg uitstallen en Ik zal wegwijzers oprichten om jullie erheen te leiden; Ik zal de weg goed markeren;
Ik zal jullie dan een ijverige geest geven om Mij, jullie God, te aanbidden; en zij die Mijn verloren zonen en dochters zijn zal Ik met grote liefde weer in Mijn Armen terugnemen, en zij zullen leven in Mijn Licht; dan zal de hele Hemel hun terugkeer vieren; niemand zal zeggen: “waar is Onze Heer?” want Ik zal Mijn Wet diep in jullie hart prenten; deze Belofte staat voor Mij ingegraveerd; Ik zal Jeruzalem oprichten op zijn vroegere stenen;
Ik had gehoopt bij Mijn Terugkeer heiligheid te vinden, maar Ik vind een bedrieglijk volk dat aan Mijn Lichaam knaagt; liefde, maar Ik hoor alleen een kreet van haat die uit hun woestenij komt; waar is de heerlijkheid en de schoonheid die Ik hun eens gegeven heb? waar is de Geest waarmee Ik hen begiftigd heb? deze Kaïns hebben duisternis in plaats van licht gezet en licht in plaats van duisternis; ze zijn ongeestelijk geworden; en Mijn Wet die gebiedt en Heilig is, negeren ze helemaal en ze vertrappen hem onder hun voeten; dit tijdperk verzet zich tegen Mijn Wet, het weerspreekt elke jota ervan; heb Ik niet duidelijk gezegd dat ieder die Mijn Geboden ontvangt en ze onderhoudt, iemand zal zijn die Mij bemint?
in jullie tijdperk beweren velen wetgeleerden te zijn, maar ze begrijpen noch de argumenten die ze gebruiken, noch de meningen die ze ondersteunen; o hoe vermoeien ze Mij met hun gepraat! ze vermoeien Mij want ze beschermen noch Mijn Kennis noch Mijn Wet; Ik kom niet om te veroordelen door deze Boodschappen, Ik kom jullie uit liefde waarschuwen en wakker schudden uit jullie lusteloosheid; Ik kom ook om de kleine rest te bemoedigen, van priesters tot leken, die Mij beminnen en Mij trouw blijven en Mijn Beeld weerspiegelen: jullie die jullie liefde tonen, omwille van jullie zal Ik een open hoofdweg aanleggen, een gezegende; en aan weerszijden zal Ik vruchtbomen[5] planten; jullie grond zal velen voeden en niemand zal in staat zijn de vruchten van jullie grond te vernietigen of jullie onvruchtbaar te maken; jullie zullen allen Trouw genoemd worden en jullie zullen alles zijn wat niet trots, vals en rationalistisch is; jullie vruchten zullen hongerige naties voeden, naties die tot atheïsme zijn vervallen;
Ik ben van plan jullie allen te bekleden met Mijn gewaden van vroeger[6] en Mijn Kerk te herbouwen op haar oude fundamenten; Ik zal Mijn Bruid tooien met haar Juwelen van vroeger en met jullie mond zullen jullie Mij toejuichen en prijzen zonder ophouden;
beminden, Ik ben het Licht van de wereld en Ik ga voor jullie uit; maar toch zeg Ik jullie dit: Ik heb nog andere schapen die niet van jullie kudde zijn, die zal Ik ook allemaal naar Mijn Vernieuwde Kerk leiden zodat er één kudde zal zijn en één Herder; ga uit naar de volkeren en leer hen dit gebed tot de Vader te bidden:
Barmhartige Vader,
laat hen die alsmaar horen
maar nooit begrijpen,
deze keer Uw Stem horen
en begrijpen dat U het bent, de Heilige der Heiligen;
open de ogen van hen die alsmaar kijken
en toch nooit zien,
dat ze deze keer met hun ogen
Uw Heilig Gelaat en Uw Heerlijkheid zien,
leg Uw Vinger op hun hart
opdat hun hart zich opent
en Uw Trouw begrijpt,
ik bid en vraag U al deze dingen,
Rechtvaardige Vader,
opdat alle volkeren zich bekeren en genezen worden
door de Wondenvan Uw Beminde Zoon Jezus Christus;
amen;
begrijp dan, dat jullie met dit gebed vragen: de redding van de wereld;
moed, broeders; Mijn leerlingen, moed; Ik ben alle dagen met jullie; predik en verkondig Mijn Woord zonder enige vrees, verkondig met ijver Mijn Naam; herinner de wereld eraan dat Ik Heilig ben; leer hen heilig te leven; wees zachtmoedig zoals Ik zachtmoedig ben, heb Mijn geduld en Mijn Liefde; nu nog een korte tijd, een zeer korte tijd en Degene waar jullie op wachten zal gekomen zijn; Ik zal komen als Liefde, ja, de Liefde zal terugkeren als Liefde in deze wildernis; Ik zal spoedig de Belofte vervullen;
maar herinner je, Mijn dierbare vrienden, wat de profeten jullie verteld hebben over wat er op het einde der Tijden te verwachten is; zij hebben jullie gezegd dat er grote beproevingen zullen komen vóór deze Komst en dat de fundamenten van de aarde geschokt zullen worden en dat er een grote beving zal komen; de hemel zal jullie voorkomen als een eeuwige duisternis; maar vrees nooit, want Ik zal bij jullie zijn; Ik heb jullie voorhoofd getekend met Mijn Zegel van Liefde;
Ik zegen jullie allen, en laat Mijn Zucht van Liefde op jullie voorhoofd achter; Jezus Christus is Mijn Naam en Ik zeg jullie: Ik bemin jullie eeuwig, wees één;
[1] Jezus noemt in deze hele passage de Vader, Zichzelf als de Zoon, en de Heilige Geest, en wijst zo op het werken en de aanwezigheid van de Heilige Drie-eenheid in tijden van wildernis.
[2] Ecc. 24:31.
[3] Ecc. 24:33.
[4] Voortzetting van Zijn Boodschap.
[5] De priesters van het Nieuwe Tijdperk.
[6] Van de oorspronkelijke Kerk.