3 november 1989 

Laten we ons aansluiten bij de processie van Uw Engelen
die rondom U zijn, mijn God,
want U bent Uniek in de Heilige Drie-Eenheid,
en terwijl zij U zonder ophou­den prijzen
en psalmen voor U zingen,
laten ook wij al Uw wonderen verkon­digen
rond Eén Enkel Tabernakel.
Ik bemin Uw Huis, mijn Heer,
haast U ons te verenigen in Uw Huis,
laat Uw Engelen en Uw Heiligen het voorbeeld voor ons zijn,
laat ons van Hen leren hoe wij U moeten aanbidden
rond een Ongeëvenaard Tabernakel. 

Mijn bloem, alles zal op zijn eigen tijd worden vervuld; wees intussen welgevallig in de Ogen van Mijn Vader, laten je sieraden en je schoonheid innerlijk zijn, want Ik bekijk en onderzoek elk hart nauwkeurig; laat Mij dus blij zijn en wees aangenaam in Mijn Ogen door je ziel te tooien en mooi te maken; put uit Mij, alles wat Ik heb is Kostbaar en Leven in Zichzelf; put uit Mijn Schatkamer, Ik geef overvloedig; hunker naar Mijn Rijkdommen, put uit Mijn Hart en vul het jouwe;

Mijn Vassula, blijf alle dingen doen die je van Mijn Wijsheid hebt geleerd door Mijn Zachtaardig Meesterschap en wat je hebt gehoord van de Stem van de Waarheid;

wees in Vrede, denk aan Mijn Aanwezigheid; 

Ja, mijn Heer. Ik zegen U. 

Ik zegen je en elke stap die je zet;  

Heer? 

Ik ben; Vassula, smeek om geloof, onthoud dat Ik je geloof in zijn volheid geven kan, 

Ik weet eigenlijk niet eens hoe ik U om een sterker geloof moet vragen, Heer! 

zelfs als je dat niet weet, probeer het; Mijn Barmhartigheid is Groot, bloem, heb vertrouwen … maak Mij blij, Mijn bloem, en doof een paar vuren voor de zielen die in het vage­vuur zijn; liefde dooft hun zuiverende vuren, onthoud dit altijd; leer dat Ik het wezen van je liefde voor Mij gebruik om hun vuren te doven en hen opwaarts te verplaatsen; sommigen kunnen dan zelfs uiteindelijk bij Mij komen; Ik, de Heer, heb je Mijn Woord gege­ven, Dit is je geestelijk Voedsel;

doe rustiger aan en luister naar Mij;[1] zelfs in je absolute zwakheid zal Ik in staat zijn je al Mijn Boodschappen te geven; ondanks je niets-zijn en je onvermogen om wat dan ook te doen, zal Ik, de Heer, Mijn Werk voltooien; blijf klein, Mijn kind, blijf Mij trouw; Ik, de Heer, bemin je met heel Mijn Hart;

verheerlijk Mij en eer Mij; ontvang Mij want dat behaagt Mij; sta Mij toe je te gebruiken; bid altijd met je hart; kom, wij, ons? 

Ja, mijn Heer en mijn Moeder.  

 


[1] Jezus bedoelt dat ik mijn hand niet moet laten ‘rennen’ voordat ik Zijn Woord hoor.