20 september 1989 

Mijn Heer en Redder? 

Ik ben; Mijn Vrede geef Ik je; Mijn Vassula, hoor Mij en schrijf; Ik ben blij je dichtbij Mij te hebben; Ik, de Heer, zegen je; ben je gereed? kom naar Mij zoals een kind naar zijn vader toe gaat;  

beminden, zie Mij, jullie God, als de Meest Medelijdende Heilige Metgezel, Die in Heerlijkheid op de Troon is gezeten hoog in de Hemelen, en tegelijkertijd, in Mijn Goddelijkheid, buig Ik Mij helemaal neer tot jullie op aarde, om jullie allen toe te staan Mij te voelen, Mij te horen, Mij te begrijpen en zo Mij te leren kennen, jullie God; ja, Ik buig Mij van Mijn Troon helemaal neer naar jullie om jullie ziel tot Mij op te heffen en jullie in Mijn Licht nieuw leven in te blazen;

zie Mij, beminden, als jullie Echtgenoot, die jullie met grote overvloed zal voorzien, van alles wat jullie ontbreekt; Ik zal jullie rouwsluier en het doodskleed dat jullie volkeren omhult verwijderen; Ik zal de tranen van jullie wangen wissen en jullie troosten; Ik bemin jullie allen met een altijddurende liefde en uit Groot Medelijden zal Ik jullie in ere herstellen; Ik, jullie Echtgenoot, zal alles wat Ik heb met jullie delen; Ik heb hier bij Mij, om jullie te tooien, als jullie willen, Mijn kostbaarste Juwelen, Mijn Kruis, Mijn Nagelen en Mijn Doornenkroon; Ik ben bereid met jullie te delen, zijn jullie bereid en willen jullie Mijn Kruis van Vrede, Liefde en Gerechtigheid delen? 

zie Mij als jullie Verlosser; Ik red allen die zich aan Mij vastklampen; Ik verhoor iedereen die Mij aanroept; vol medelijden zie Ik op jullie allen neer want Ik weet hoe kwetsbaar jullie zijn en hoe gemakkelijk jullie te verleiden zijn door De Verleider; Ik heb jullie allen verlost omwille van Mijn Oneindige Liefde, deze zo verkeerd begrepen Liefde … Ik ben Liefde en iedereen die leeft in Mij leeft in de Waarheid;

Ik ben de Wortel van de Boom des Levens en de Bron van Leven; Ik heb beide bij Mij, de Vrucht van De Boom des Levens en Het Levende Water uit Mijn Eeuwigdurende Bronnen; kom dan tot Mij, kom en verzadig je; kom en eet; kom en drink van Mijn Levend Water, jullie allen die dorst hebben; Ik zal jullie nooit afwijzen; Ik, God, zal jullie voeden met echt Voedsel, Voedsel dat in jullie zal blijven, zodat jullie door armoede getroffen ziel in staat zal zijn te leven; jullie landen zijn veranderd in woest land en de verschroeiende winden hebben jullie kelen uitgedroogd, maar Ik, die jullie Redder ben, zie van boven al deze ongerechtigheid, zeg dus niet: “de Heer is ons vergeten”, Ik ben de Algetrouwe en Mijn verheven Liefde die Ik voor jullie heb, redt jullie; Ik heb Mijn Heilig Gelaat nooit van jullie afgewend; one agio omga elneah rima, rima, pgara nedro ha unu Amen rima;[1]

schrijf, Ik zal Vrede en Liefde verspreiden in de landen van jullie doden; Ik ben van plan Mijn Vrede en Mijn Liefde overal om Mij heen en in alle volkeren Zonder-Liefde te verspreiden; het is Mijn bedoeling alle Ongerechtigheid weg te vagen, en dit dode tijdperk zal verrijzen en zal Mij volgen naar de Nieuwe Aarde die Ik voor haar bereid en onder Nieuwe Hemelen zal zij Mij verheerlijken en Mij dag en nacht prijzen; hebben jullie nog niet begrepen hoe Mijn Heilige Geest van Genade voor jullie, Wijngaard na Wijngaard, voorbereidt, Die Hij met zoveel zachtheid en met zoveel liefde in elk volk verspreidt?

hebben jullie nog niet begrepen hoe jullie Heilige Moeder en Ik Onze Armen over jullie uit­strekken, en jullie bedekken met Onze Zegeningen en voor jullie Wijngaarden voorbereiden, Wijngaarden die Wij zullen blijven vermenigvuldigen, Wijngaarden die genoeg vruchten zullen voortbrengen om een menigte te voeden? Mijn Geest van Genade is als een Wijnstok die genadevolle loten laat uitlopen, Mijn bloesems dragen de vrucht van Liefde en Vrede; kom bij Mij, jullie die naar Mij verlangen, en verzadig je met Mijn vruchten, want herinneringen aan Mij zijn zoeter dan honing; Mijn erfenis is zoeter dan de honingraat; zij die Mij eten zullen steeds honger hebben, zij die Mij drinken zullen steeds dorst hebben; wie naar Mij luistert zal nooit hoeven te blozen, wie doet wat Ik zeg, zal nooit zondigen;[2] 

heb Ik niet gezegd dat Ik in de komende dagen loten zal uitzetten die knoppen zullen vormen en bloeien en de hele wereld zullen verzadigen met hun vrucht? deze vrucht zal vermeerderen door Mijn Licht en de Hemel zal Zijn Dauw over jullie uitgieten om jullie droge kelen te verfrissen; Ik schenk al deze zegeningen aan Mijn Volk;

voel je door Mij bemind, Mijn kleinen, Liefde bemint jullie en zegent iedereen van jullie, Mijn Zucht van Liefde op jullie voorhoofd achteratend;  

 

wees één; 

(Later:)  

[3]Mijn Heer, U die de Wortel bent van de Boom des Levens
en Liefde in Zichzelf,
en die door Uw Vruchten ons een Eeuwigdurend Leven geeft,
wees gezegend.
Uw bladeren, die nooit verwelken of uitdrogen
zijn van puur wit Goud
en van Hen gaat een levend licht uit.
Ik aanbid, ik hoop, ik geloof en ik bemin U,
vergeef alstublieft hen die niet aanbidden,
niet  hopen, niet  geloven en U niet beminnen.
Zorg voor ons, Emmanuel.
Ik zegen U, ik zegen U,
U die tijdens de nachten Mijn Raadsman bent
en mij verzadigt met voortdurende gebeden, en over mij bidt.
Ik weet dat U mijn ziel niet zult verlaten,
omdat U Uw Pad van Leven  aan ons openbaart,
onze hand in Uw Hand.
Red ons in Uw Liefde;
U bent de Bron van onze hoop
om de Nieuwe Hemelen en de Nieuwe Aarde te zien, Heer. 

Ik ben de Wortel van De Boom des Levens en uit Mij vloeit Eeuwigdurend Leven; bloem, lees de Schrift; 

(Jezus bedoelt dat ik op goed geluk de Schrift open en zal vinden wat Hij mij wenst te laten lezen. Ik open op Jesaja 40:9.) 

lees het en schrijf het: “klim op een hoge berg met uw vreug­devolle boodschap, gij Sion, verhef met kracht uw stem, gij Jeruzalem, bode van vreugde, verhef ze, zonder vrees; zeg tot de steden van Juda: ‘Hier is Uw God’”! jullie Nieuwe Jeruzalem is na­bij …”

Ik, God, daal neer in dit tijdperk en struikel over lijken; alles wat Ik had gevreesd is waarheid geworden; Ik daal neer en vind geen geloof, geen hoop, geen liefde; en Mijn lammeren die Ik achterliet om te grazen in Mijn groene Weiden, tref Ik uitgehongerd en in beklagenswaardige toestand aan; levend tussen het puin zoeken ze naar enige beschutting en wat voedsel maar ze vinden niets; hoopvol tillen ze steen voor steen op, zoekend naar een kruimel, of misschien een zaadje dat ze zouden kunnen zaaien, maar in plaats van een kruimel of een zaadje vinden ze schorpioenen, klaar om te steken en hen te vullen met hun vergif; Mijn lammeren dwalen van stad tot stad, maar vinden alleen de resten van wat ooit een Grote Stad was; ja, Ik spreek over Jeruzalem, maar slechts weinigen zijn bereid Mij te horen;

Ik roep ieder van Mijn herders bij zijn naam, maar zeer weinigen horen Mijn Stem … Ik stik, Ik verstik als Ik zie dat ze alleen maar dode woorden hebben; hoor Mij, Ik heb, dochter, je geroepen om de juiste zaak te dienen, Ik heb je bij de hand genomen en je gevormd om te getuigen, Ik heb je de Waarheid getoond, Ik heb je ogen ontsluierd om te zien wie Ik gekozen heb op de Stoel van Petrus, en tot wie Ik eens gezegd heb: “gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen; en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen; Ik zal u de sleutels geven van het rijk der hemelen: wat gij bindt op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn; wat gij ontbindt op aarde zal ook in de hemel[4] ontbonden zijn;”

Ik had deze man dit gezag verleend, en vandaag proberen jullie hem ten val te brengen en zijn herdersstaf te stelen zodat jullie regeren met de scepter van Leugen en Ondeugd; Petrus? Petrus-van-Mijn-Lammeren, Mijn geliefde herder, Ik weet hoe je hart verscheurd is en in stromen bloedt vanwege deze ondankbare en ontrouwe generatie; Ik weet hoe ze je ogen hebben veranderd in een bron van tranen; Ik weet hoe velen van je broeders je de rug hebben toegekeerd; dat zijn, Mijn beminde, die herders die niets weten, niets voelen, ze gaan allen hun eigen weg, elk achter zijn eigen belangen aan, Dwaasheid dienend in plaats van Wijsheid, Wellust in plaats van Armoede, Ongehoorzaamheid in plaats van Gehoorzaamheid;

vanaf Mijn Kruis  staar Ik op allen die de wereld bevolken en Ik vertel jullie die vele landen bevolken, dat het Uur weldra bij jullie is, de tijd is bijna voorbij, het duurt niet lang meer voordat jullie je nachten in tranen zullen doorbrengen, jullie, ontrouwe herders, herders die tegen Mij zondigen door trouweloosheid, jullie die Vrede roepen! wanneer er geen Vrede is; keer terug tot Petrus, jullie allen die afgedwaald zijn naar verschillende richtingen; dien Mij, waarom de Onheiligheid dienen? wees van Mij, niet van de Opstandeling, waarom zijn jullie zo bereid de Opstandeling te dienen? zelfs vreemdelingen, zelfs deze hebben naar Mijn Stem geluisterd en hebben Mijn Woorden begrepen; Mijn Beginselen zijn Heilig en Ik zeg jullie allerplechtigst dat Ze Heilig zullen blijven voor altijd en eeuwig;

dochter, lees Mijn Woord; 

(De Heer wees mij aan wáár. Weer in Matteüs 5:18-19.) 

lees en schrijf: “Want Ik verzeker jullie; eer hemel en aarde vergaan, zal er niet één punt of komma van de wet afgaan voor het allemaal gebeurd zal zijn; Wie één van die geringste geboden ontkracht en dat de mensen leert, zal de geringste genoemd worden in het koninkrijk der hemelen. Maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot genoemd worden in het koninkrijk der hemelen;”

kind, rust nu; verblijd Mijn Ziel met je kinderlijk geloof; kom, rust in Mij; Ik, de Heer, zegen je, bemin Mij; 

Geprezen zij de Heer!


[1] Ik hoorde plotseling een voor mij, en veronderstel voor de mensheid, onbekende taal.

[2] Sir. 24:17-22.

[3] Innerlijk visioen van de Boom des Levens.

[4] Mt. 16:18-19.