8 juli 1989 

Heer, het ontbreekt mijn ziel aan Wijsheid, standvastigheid, vurigheid en geduld. Ik heb Uw Kracht nodig om door te gaan, maar ik weet dat ik alleen maar hoef te zeggen: “ik stel U teleur, ik ontsnap U,” en Uw Liefde komt mij onmiddellijk te hulp, Uw Hand om mij op te tillen.

Heer?

Ik ben; twijfel nooit, Ik ben de Heer en je Toevlucht; als je Mij nodig hebt in tijden van gevaar, denk er dan aan Mijn Naam aan te roepen en Ik zal je te hulp snellen; klamp je aan Mij vast, beminde, want Ik ben je God die je beschermt;

Ik antwoord al degenen die Mij aanroepen; vertrouw Mij en Ik zal je nooit in de steek laten; leun op Mij, laat Mijn Schouder de rustplaats zijn voor je hoofd, Mijn Heilig Hart je Thuis; je zult nooit alleen gelaten worden; heb Ik je niet vanuit Mijn Oneindige Barmhartigheid naar Mij opgeheven? heb Ik niet een stortbui van zegeningen op je doen neerregenen? sta dan op en wees niet bang; Ik weet dat je bedeesd bent maar Ik zal je Mijn Kracht geven om Mijn verdrukkers tegemoet te treden; zij zullen de een na de ander vallen; niemand zal je aanraken, want Ik ben je Toevlucht; je hoeft niet bang te zijn terwijl je deze ballingschap doorloopt, herinner je hoe Ik je heb verlost van de boze; Ik ben de Bron van je hoop, Ik zal altijd met je delen tot het einde; kom dus en lucht je hart bij Mij, Ik en jij, samen;

besef hoe Ik je ziel leid, zonder enige verdien­ste van jou, dochter; alles wat Ik geef is vrij gegeven, verenig je met Mij en wees één, Ik geef je Mijn Vrede; zondig niet meer; 

Alfa en Omega? 

Ik Ben;

Ere zij God, gezegend zij Onze Heer.

bloem, denk eraan te glimlachen als je Mij ziet; Ik ben Liefde en Ik ben aan je zijde; sta Mij toe je Opvoeder te zijn; het is al gezegd dat Mijn zonen en dochters door Mij onderricht zullen worden en dat Liefde jullie Opvoeder zal zijn; jullie Leraar en alle onderricht zal van Wijsheid  Zelf komen; Ik ben het die je tot het einde zal leiden;

kom, jij die nog ronddoolt in deze wildernis en zegt: “Ik heb mijn Verlosser gezocht maar Hem niet gevon­den;” vind Mij, Mijn geliefde, in zuiverheid van hart, door Mij zonder eigenbelang te beminnen; vind Mij in heiligheid, in de overgave die Ik van je verlang; vind Mij door Mijn Geboden te onderhouden; vind Mij door kwaad te vervangen door liefde, vind Mij in eenvoud van hart; zondig niet meer; houd op kwaad te doen; leer goed te doen; zoek naar gerechtigheid; help de verdrukten; laat deze wildernis en deze dorheid jubelen; laat je lauwheid opvlammen tot een laaiende vlam; laat je lusteloosheid varen en vervang haar door vurigheid; doe al deze dingen zodat je in staat zult zijn te zeggen: “Ik heb mijn Verlosser gezocht en ik heb Hem gevonden; Hij was al die tijd dichtbij mij maar in mijn duisternis kon ik Hem niet zien; O Ere zij God! Gezegend zij onze Heer! hoe heb ik zo blind kunnen zijn?” Ik zal je er dan aan herinneren Mijn Geboden te onderhouden en te koesteren, zodat je zult leven;

Dank U, mijn Heer, dat U deze wildernis nu gaat veranderen in stromende bronnen. 

denk aan Mijn Lessen; kom, denk te allen tijde aan Mijn Aanwezigheid; Liefde bemint je;[1] zullen we het samen doen?

O ja, Heer!

laten we het met liefde samen doen; wees één met Mij;


[1] Ik herinnerde mij plotseling mijn huishoudelijk werk.