29 juni 1989 

Gezegend zij onze Heer, de Almachtige,
die als enige wonderen verricht.
Mijn God, U leerde mij Uw Woord
en nog verkondig ik Uw wonderen.
Vol Medelijden hebt U mij mijn schuld vergeven
en mij tot mijn verstand terug gebracht.
U hebt mij de Woorden van Wijsheid laten begrijpen en beseffen:
‘Zij die Mij eten zullen hongeren naar meer,
zij die Mij drinken zullen dorsten naar meer;’[1]
zoals een vrouw die weduwe is geworden,
zo dool ik rond in deze woestijn
op zoek naar Uw Eeuwige Bron en Uw groene weiden
waar ik mijn hoofd kan neerleggen en rusten.

dochter, in plaats van een onvruchtbare boom, heb Ik je laten bloeien en vrucht laten dragen; in plaats van een vijandige heidin, een vurige aanbidster; in plaats van onverschilligheid, heb Ik je ijver voor Mij, je God, gegeven; kom, blijf in Mijn gunst en wees één met Mij;

Heer, ik was verbaasd over onze bijeenkomst van gisteren …

Ik, de Heer, zal aan Mijn koeriers Mijn nieuws geven; kijk, vandaag heb Ik je handen vrijgemaakt; voel je vrij  … als je met Mij mee wilt komen en Mijn Kruis van Vrede en Liefde wilt delen, kom dan, Ik zal voor je zorgen; voel je vrij … je weet heel goed dat Ik aan Mijzelf genoeg heb, Ik ben de Allerhoogste; Ik bemin je onschuld en Ik zal je Mijn Tekenen niet onthouden; Ik zal geven aan de armen en de noodlijdenden opdat zij Mijn Naam zullen prijzen; kom tot Mij in zuiverheid van hart, Ik wil je voortgang doen maken; kom en verheerlijk Mij en aanbid Mij want Ik Ben Heilig;

Liefde bemint je eeuwig, kom;

Heer?

Ik ben; bid en laat Mij je gebed horen, het gebed dat Ik je heb gedicteerd;

“O Heilig Hart van Jezus,
Mijn Heer, die ik aanbid,
ik offer U mijn wil;
maak mij tot Uw instrument
van Uw Vrede en Liefde,
maak mij tot Uw slachtoffer
van de brandende verlangens
van Uw Heilig Hart.
Amen” 

blijf klein en groei alleen in Mijn Geest; je zult nooit verlaten zijn;


[1] Sir. 24:21.