24 september 1988
Mijn God?
Ik Ben; onthoud dat Ik Geest ben en alles wat Ik heb deel Ik met jouw geest; jij en Ik zijn één, verbonden in eenheid van Liefde, aan elkaar gebonden in Liefde; Ik, je God, en jij, Mijn kleintje; Ik, je Schepper, en jij, Mijn schepsel;
laat hen wier harten verhard zijn eraan herinnerd worden dat Mijn Hart heiligt; laat hen weten dat Ik zelfs naamloze mensen roep, mensen zonder deugden, zonder enige verdienste; Ik verander de harten die versteend zijn en wek hen op uit het helemaal niets; Ik kom onverwachts onder de doden en kan hen allen doen opstaan; kijk naar jezelf, Vassula; jouw verdiensten waren geen, en toch uit groot medelijden, heb Ik je opgericht; nu weet je wat Waar Leven in God betekent; Ik ben het Leven;
verheerlijk Mij, Mijn kind, rebelleer nooit tegen Mij; houd Mijn lessen in gedachten;
Heer?
Ik Ben;
Er is iets dat mij hindert. Er is iemand die zegt dat ik voortdurend in zonde leef, omdat ik gescheiden ben en opnieuw getrouwd. Daarom zegt hij dat deze openbaring zeker niet door U gegeven is, mijn God, vanwege mijn voortdurende zonde.
laat de mens zonder zonde zich aan Mij bekendmaken! laat hem naar voren komen en Mij zijn gezicht laten zien;
Ja, mijn God. Help mij: ik weet niet hoe ik op deze uitspraken van deze mensen moet antwoorden.
doe het niet; kom vlug naar Mij; je Vader zorgt voor je; wij, ons, kind?
Voor altijd en eeuwig, amen.
Wijsheid bemint kinderen;