16 februari 1990
(Vroeg in de middag knielden (…) en ik voor mijn altaartje om de Rozenkrans te bidden, de droevige geheimen. Zodra we begonnen aan het droevige geheim van Getsemane, had ik grote moeite met het uitspreken van de woorden. Ik merkte dat ik niet in staat was een woord te uiten, en het leek of mijn geest weer in een soort vervoering geraakte en op deze manier ging ik de doodsangsten van Jezus in Getsemane binnen. Dat bleef zo tot het laatste “Wees Gegroet”. Daarna, toen (…), die gewoon verder ging, het tweede geheim begon, de geseling, werd ik gewelddadig op het tapijt geworpen, voorover met mijn armen een beetje boven mijn hoofd. Ik onderging de geseling. Mijn lichaam schokte hevig telkens wanneer de zweep op mij neerkwam. Voor deze eerste keer bereidde onze Heilige Moeder mij voor op elk geheim. En zo onderging ik de hele Passie tot aan de Kruisiging, en leed ik de doodsangsten en het lijden van Jezus. Ik had geen lichamelijke pijnen, alle pijnen waren innerlijk.
Later, ongeveer een uur later, onderging ik de hele Passie nog een keer. Daarna, omstreeks 18.30 u, onderging ik de hele Passie nogmaals, heviger dan ooit.)
deze Gave is jou nu gegeven vanuit Mijn Liefde; je hebt Mijn Gave niet verdiend, niettemin ben Ik je God en zie Ik al je zwakheden over het hoofd en je zonden heb Ik je vergeven;