13 augustus 1989 

Mijn kind, Mijn Geest rust op je; Mijn Hand op jouw hand, Mijn Woord op je lippen; Mijn Spreuken zijn je lamp die je stappen leiden; als jij Mij altijd blijft beminnen, Mijn voorschriften volgt en Mijn Geboden onderhoudt, zullen Liefde en de Trouw je nooit verlaten; Ik zal je Hoop blijven en jij zult Mijn erfgename blijven;

Ik zal alle kwaad dat je omringt overwinnen; Mijn kind, Ik zal Mij niet afzijdig houden bij je tegenslagen en jij, Mijn kind, zult Mijn Gerechtigheid en Mijn Macht verkondigen die zelfs lijken in staat van ontbinding redden; Ik Ben De Verrijzenis en elke natie zal Mij verheerlijken en prijzen;

Ik zal met je zijn tot het einde;

wij? Mijn kind? 

wij?[1] onthoud altijd dat ik, je Moeder, steeds bij je ben; bid zonder ophouden;


[1] Het tweede “wij” was van onze Heilige Moeder.