9 april 1988 

((Pasen) Stille Zaterdag.) 

Ik bemin je; je bent nu met Mij verenigd, en elke stap die je zet, zegen Ik, Mijn kind; Ik Ben De Bron van je leven; Ik Ben De Verrijzenis; 

Heer, hoewel deze Boodschap veel leken tot bekering heeft gebracht en zij zich verheugen, voel ik mij bedroefd omdat we aan tenminste drieëndertig kerkelijke autoriteiten kopieën van de Boodschap hebben gestuurd en maar twee ervan hebben gerea­geerd. De een zei zich niet verplicht te voelen haar mening te geven. De andere zei overwerkt te zijn en geen tijd hiervoor te hebben. Heer, ik voel mij bedroefd! 

Mijn Vassula, laat het zo zijn; Vassula, laat Mij vrij het op Mijn wijze te doen; op een dag zal Ik Mijn Werken die Ik jou gegeven heb, vestigen; jij, Mijn kind, zult de naam: ‘Slachtoffer-van-Liefde’ dragen; Ik zal je nooit verlaten noch zal Ik je ooit in de steek laten; elk woord zal duizenden malen geschreven worden tot het Einde der Tijden;

Ik heb Eeuwige Banden gesmeed tussen jou en Mij; deze Banden zijn ons Verbond van Liefde; deze banden dragen Mijn Naam, en zijn voor altijd en eeuwig; Ik, de Heer, bemin jullie allen, en het is omwille van hen die de Waarheid zoeken dat Ik kom om hen weer te laten zien wat De Waarheid werkelijk is en wat Die betekent, daar ze Haar vergeten zijn; Ik Ben de Waarheid en de Waarheid is Liefde, Oneindige Liefde, Sublieme Liefde, Eeuwige Liefde; Mijn Boek is een Boek van Liefde;

Mijn bruid, kom en bemin Mij; Ik word verheerlijkt door jouw liefde; begrijp nu waarom Ik door jou ben neergedaald, kind; het is niet slechts om in jou Mijn Liefde voor jou alleen te openbaren, maar voor heel[1] Mijn schepping! Ik kom om hen eraan te herinneren, hoezeer Ik hen bemin;

Mijn Hart weent en wordt verscheurd bij het zien dat zoveel van Mijn schepselen zich overgeven aan Satan! wat lijd Ik als Ik zie hoe zoveel van Mijn priesters op weg zijn naar de verdoemenis! Ik Ben het Woord, De Heilige der Heiligen, De Eeuwige God, Emmanuel; en jullie Redder, Die jullie vele jaren geleden doorstoken hebben en Die jullie nooit ophouden door en door te doorsteken; waarom? welk verschil is er tussen nu en de dagen van vroeger, toen Ik in het vlees was en vastgenageld op het Kruis; Ik Ben herhaaldelijk doorstoken door jullie schijnheiligheid, jullie hoogmoed, jullie geloofsafval en jullie onverzettelijkheid; jullie hebben geen einde gemaakt aan jullie blijvende onverschilligheid tegenover Mijn Tekenen, Mijn Wonderen en Mijn Goddelijke Werken; vandaag bespotten jullie Mij net als gisteren; Ik word door jullie bespot, jullie, aan wie Ik miljoenen zielen heb toevertrouwd, jullie kruisigen Mij opnieuw, jullie nagelen Mij opnieuw op het hout door jullie onverschilligheid; O jullie allen wier harten nog dor[2] zijn, wier harten zijn veranderd in graniet, zullen jullie ooit toelaten dat jullie harten door Mij worden aangeraakt, verzacht en geopend?[3] zullen jullie ooit ophou­den Mij te doorboren?[4]

Mijn Mond is droger dan perkament door dorst naar liefde; Mijn Ogen zijn vermoeid geraakt door het kijken naar hoe jullie je woorden verspillen aan Mijn Altaar; jullie offeren Mij jullie gebeden, maar voordat ze Mij bereiken verdampen ze in de lucht als nevel; Ik wend Mijn Ogen van jullie af want Ik weet wat er diep in jullie harten ligt; Ik snak naar adem! … Ik stik! bij het zien hoe Mijn zaad gevuld is met dode woorden, te moeten aanzien hoe jullie zonder vrees tot Mij komen, terwijl jullie zo openlijk, zo onmiskenbaar op Onze Goddelijke Harten[5] trappen! hoe kunnen jullie dan verwachten dat Mijn lammeren jullie vertrouwen?

ach Vassula! Mijn Hart bloedt in stromen; ga Mijn Hart binnen en voel de Wonden van je God; 

J-E-Z-U-S !! Mijn hart schreeuwt van pijn U in deze toestand te voelen, O mijn Beminde God! Wat hebben ze gedaan? … wat doen ze? 

maak Mijn Werken van Liefde openbaar; maak Ze aan alle mensen bekend; zelfs aan hen die je als een dwaas zullen behandelen, Mijn kind; ze zullen tenslotte Mijn Glorie zien; 

(Ik ben ontredderd, de Heer weet het. Ik ben reeds als een dwaas behandeld, als een bedriegster, als een bezetene, als de Anti-Christ, als geestelijk ziek. Ik ben vernederd, want de mensen verbergen zelfs hun gevoelens niet als ze je willen kwetsen. Zal ik het kunnen opbrengen door te gaan, op deze manier? Ik ben zwak … mijn ziel is vermoeid … mijn twee getuigen hebben ook geen echt gezag en geen macht. Ze maken hetzelfde mee als ik. Bespot en afgewezen, niet geloofd, en genegeerd. We drinken allen uit dezelfde bittere Beker en delen Die met Jezus.) 

Vassula, je hebt Mij voor je; Ik Ben het, je God, die ten­slotte aan jullie allen Mijn Glorie zal laten zien; Ik weet wat Ik gekozen heb … Ik heb de geringste van Mijn hele schepping gevonden; Ik heb je uitgekozen, zodat iedereen kan zien dat alle Gezag direct van Mij en van Mij alleen neerdaalt … en niet van jou! Vassula, Ik Ben de Bewaarder van deze Tuin en niemand anders dan Ik belemmert de grote bomen en staat de kleine toe te groeien; Mijn Woord zal als een Donderslag op jullie, Mijn schepping, neerkomen! wee de ongelovigen!

Vassula, houd Mij in je hart, heb Onze Vrede;


[1] Heel werd uitgesproken als heeeeel.

[2] De stem van Jezus was bedroefd en smekend.

[3] Weer bedroefd en smekend.

[4] Weer bedroefd en smekend.

[5] Het Hart van Maria en Zijn Hart.