11 december 1987 

Jezus? 

Ik ben; 

Jezus, waarom geloven de media eerder dan de priesters, theologen enz. Herinnert U Zich wanneer U mij de vraag stelde, Heer? 

Ik herinner het Mij; 

Als ze het eerste boek gelezen hebben, willen ze ook de rest lezen, en na het eerste boek gelezen te hebben, knielen en bidden ze. Zelfs sommigen die nooit eerder in hun leven hebben gebeden, het is fantastisch! 

Vassula, Mijn kinderen hebben honger; als ze Mijn Brood zien, pakken ze het gretig om hun honger te stillen; als ze meer willen, komen ze naar Mij[1] om meer en Ik bied hun alles wat Ik heb; 

Maar Heer, het gebeurde een of twee keer dat zij die het eerste deel hebben gelezen, het vanwege hun blijdschap wilden delen met een priester, in de veronderstelling dat die zich ook gelukkig zouden voelen, maar tot hun teleurstelling toonde de priester geen belangstelling. In feite ontmoedigden zij hen. 

Vassula dat zijn degenen die Mij verwonden en Mij door en door doorboren; Ik lijd ondraaglijk als Ik zie hoe de Mijnen Mij verwerpen; zij hebben Mijn lammeren niets te bieden; 

Toch Heer, ondanks de negatieve houding en het gebrek aan enthou­siasme  van de priesters, zijn ze niet ontmoedigd, want zij vinden vrede doordat ze U weer hebben gevonden. Maar zij voelen bitterheid dat het zo moet gaan, vooral wanneer ze merken dat zij niets over de verschijningen wisten, en ze vragen zich af waarom de Kerk niet méér hierover spreekt. Een van hen merkte op dat ze aan deze dingen weinig aandacht besteden, alleen in hun eigen kring. 

ja, Vassula, Mijn priesterzielen onderdrukken Mijn Werken van tegenwoordig; dochter, Ik heb gezegd en zeg nog eens dat zij de sleutel van de kennis hebben maar noch zijzelf gaan er binnen, noch laten ze anderen binnengaan die dat willen! zij versperren De Weg met scepsis, twijfels en schijnheiligheid; Ik heb hen als kinderen verloren, hun wijsheid heeft hen verblind, ze zijn de weg naar Mij kwijtgeraakt;

– beminde, offer nu alles[2] wat je hebt en bid met Mij; 

Ja, Jezus. 

“Vader,
laat het vrede zijn waarover zij zullen praten;
vergeef hen hun onoprechtheid;
Vader houd U niet afzijdig
als zij mij zullen vervolgen;
kom, kom om mij te verdedigen,[3]
wees aan mijn zijde;
verlicht hen en leer hen,
laat ze hun dwalingen zien;
U bent Rechtvaardig,
schijn daarom op hen,
opdat zij U prijzen en zeggen,
‘Groot is onze Allerhoogste God
die Zijn kinderen in Vrede wil zien,
prijs de Heer die neerdaalt om ons te verenigen,
prijs de Heer die komt om Zijn Werken
van heden bekend te maken;’
amen;” 

kom beminde, ontmoet Mij later; denk nu aan Mijn Aanwezigheid; Ik bemin je, dochter; 

Ja Heer, ik zal het onthouden.


[1] In gebed tot Hem.

[2] Om mijn zeer achterstallige huishoudelijk werk te laten liggen, o.a. het klaarmaken van het eten voor mijn zoon en mijn echtgenoot, die ernstig ziek is, misschien geelzucht. Ik stond klaar om te gaan.

[3] Om Zijn Woord te verdedigen, niet mij.