23 november 1987 

(Tijdens mijn verblijf in Lyon heb ik gesproken met de katholieke theoloog. Hij en zijn vrouw begrepen niet helemaal mijn onthechting aan deze wereld. Hij zei dat ik verantwoordelijkheden had. Ik zei ja, maar ik plaats God op de eerste plaats. Hij kon ook niet begrijpen dat God zelfs mijn ziel van de wereld had losgemaakt. Hij was het er niet mee eens. Was Abraham niet bereid zijn eigen zoon te offeren?) 

kleintje, Ik bemin je op het dwaze af; Liefde kent geen grenzen, en Ik wens dat je Mij ook op het dwaze af bemint; het is Mijn bedoeling je liefde te vermeerderen; Ik wil je ertoe brengen Mij grenzeloos te beminnen; Ik schep er behagen in jouw trouw jegens Mij op de proef te stellen;[1] Ik schep er behagen in je Mij te horen eren; je offert nu voor Mij, maar je offer zal niet tevergeefs zijn; geef jezelf zonder voorbehoud aan Mij; behaag Mij door plooibaar te zijn door Mij toe te staan, Mijn kind, je te behandelen zoals het Mij behaagt; ziel, wees nooit bang voor Mij; Ik ben Liefde;[2] 

Velen, Heer, lijken mij niet te begrijpen als ik verlang bij U te zijn en als ik zeg dat de dood slechts een bevrijding is. 

beminde, wees heilig, blijf heilig, en de Goddelijke Liefde zal je steeds hoger dragen; vrees niet, Mijn welbeminde; steun op Mij, wees trouw aan Mij, door Mij, je God, te beminnen met heel je ziel en je hart, met geheel je verstand en al je krachten; bedenk hoezeer Ik Mij over jou buig om je ziel te bereiken;


[1] Zoals Hij Abraham op de proef stelde.

[2] Dat betekent dat God nooit iets van ons zal vragen wat onze zielen zou kunnen schaden.